Woning en bedrijfspand in 2030 energieneutraal? Dat kan dus

23-02-2017

Oud-vakbondsman Doekle Terpstra is sinds kort werkgeversvoorman bij de installateurs van UNETO-VNI. Zij moeten de grote energieregisseur voor bedrijfspanden en huizen worden. ‘Laten we afspreken dat de gebouwde omgeving in 2030 energieneutraal is.’

 

Wat doet een energieregisseur eigenlijk?

‘Onderdeel van de energietransitie in Nederland is energiebesparing in bedrijfspanden en woningen, in combinatie met het zelf opwekken van energie met bijvoorbeeld zonnepanelen of warmtepompen. Je hebt een partij nodig die daar de regie over voert en bedrijven en particulieren kan helpen om het beste resultaat te bereiken in termen van besparing en opwekking. Installateurs moeten zich die rol toe-eigenen.’

 

Waarom moeten installateurs de regie krijgen?

‘Installaties in de gebouwde omgeving maken een steeds groter deel uit van het bouwproces: nu al van 25 naar 35 procent. Het is goed als de installateurs die rol pakken. Ik heb dat zelf gemerkt toen ik een paar jaar geleden mijn energiehuishouding onder handen heb laten nemen. Niet alleen een hr-ketel en dan klaar. Uiteindelijk zijn de werkzaamheden toch te separaat uitgevoerd, met een minder optimaal resultaat. Als ik het nu zou doen, zou ik ook prosument willen zijn, zelf energie produceren. Ik had zo’n energieregisseur dus goed kunnen gebruiken.’

 

'We hebben straks elk jaar 3.000 vakkrachten extra nodig'

 

Pakken installateurs die regierol ook al?

‘Dat doen ze niet automatisch. Misschien is dat valse bescheidenheid. Er wordt niet snel op de eigen trom geroffeld. Daarnaast wordt de installatiesector nog onvoldoende gewaardeerd. Het zit al in de taal: kleinmetaal versus grootmetaal, kleinbedrijf versus grootbedrijf. Terwijl wij ook leden hebben met duizenden werknemers. Bedrijven zijn bezig met smart buildings, die met behulp van big data meedenken met de gebruikers. Of ze bedenken oplossingen voor de wateroverlast door extreme regenval.’

 

Bedrijven doen nog te weinig aan energiebesparing. Hoe kan dat worden verbeterd?

‘Het zou helpen als een nieuw kabinet een duidelijke focus neerlegt, dat heeft er tot dusver aan ontbroken. Bijvoorbeeld de doelstelling: in 2030 moet de gebouwde omgeving energieneutraal zijn. Bedrijven zijn natuurlijk in eerste instantie gericht op productie draaien en winst maken, maar ik heb de indruk dat zij steeds beter door krijgen wat de mogelijkheden zijn van energiebesparing, en waarmee winst valt te behalen in beperking van hun energiekosten. Vroeger werd eerst een bedrijfspand neergezet en kwam vervolgens de binnenkant aan bod, terwijl nu eerst naar de technische installatie wordt gekeken. Die bepaalt in toenemende mate de waarde van een gebouw.’

 

Dit is toch ook gewoon handel voor de installatiebranche?

‘Ja, natuurlijk, maar het is ook goed in termen van duurzaamheid. Het gaat overigens al goed met de sector. In vergelijking met de bouw hebben installatiebedrijven de afgelopen jaren minder mensen hoeven te ontslaan. Onderhoud en beheer van installaties worden steeds belangrijker, met als doel de kosten voor de eigenaar te verlagen.’

‘De verwachting is dat de omzet in de sector, zeker als wij die rol van energieregisseur krijgen, de komende vijf jaar met 25 procent toeneemt. Dat betekent dat er jaarlijks drieduizend vakkrachten extra nodig zijn. Ik merk dat jongeren en hun ouders steeds meer zien dat techniek de toekomst is. Dan is het belangrijk dat er voldoende technische opleidingen zijn. In opdracht van staatssecretaris Dekker van Onderwijs breng ik in kaart of er een goede landelijke dekking is van technische vmbo-opleidingen. De betrokken partijen in de regio moeten samenwerken om te voorkomen dat opleidingen die nu oranje zijn in het rood komen te staan. Daar zie ik meer in dan meteen weer geld aan Den Haag vragen.’

 

Wie is Doekle Terpstra?Na een opleiding personeelswerk en arbeidsverhoudingen aan de sociale academie begon Doekle Terpstra (61) in 1980 bij vakbond CNV, om uiteindelijk van 1999 tot 2005 voorzitter van de vakcentrale zijn. Daarna ging hij naar de HBO-raad. Van 2010 tot 2014 was hij bestuursvoorzitter van Hogeschool InHolland, dat in de problemen was geraakt. Sinds 2014 is hij aanjager van zowel het Techniek- als het Zorgpact, die er beiden op gericht zijn om het technisch en zorgonderwijs beter op de arbeidsmarkt aan te laten sluiten. Ook is hij aangesteld om een landelijke dekking van het technisch vmbo-onderwijs te stimuleren. Sinds februari van dit jaar is hij voorzitter van UNETO-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel.