Ingrid Thijssen: ‘Brede welvaart is een verantwoordelijkheid, niet een gunst’

10-02-2021

‘Van ‘remmers in vaste dienst’ worden jullie ‘meebouwers!’ Die reactie kreeg Ingrid Thijssen al een paar keer op de nieuwe koers van VNO-NCW en MKB-Nederland. Afgelopen week presenteerde ze de nieuwe beleidsvisie ‘Ondernemen voor brede welvaart.’

 

Terwijl we nog midden in de coronapandemie zitten, presenteert VNO-NCW samen met MKB-Nederland een nieuwe visie voor de toekomst. Waarom?

‘Wat er op de korte termijn nodig is om uit de coronacrisis te komen, weten we. Steunpakketten, versterken van het eigen vermogen, op een slimme manier weer open gaan. Maar ook op de langere termijn zijn duidelijke keuzes nodig. Daar was al behoefte aan vóór corona, maar de urgentie ervan is alleen maar duidelijker geworden in het afgelopen jaar.’

 

Wat is er dan duidelijker geworden?

‘Dat de kansenongelijkheid te groot is. Daar heeft de crisis nog eens extra de schijnwerpers op gezet. Dat de verduurzaming te langzaam gaat. Want we hebben nog maar tien jaar om de opwarming van de aarde te keren. Dat onze economische groei te laag is om de collectieve lasten straks nog te dragen, bijvoorbeeld door de stijgende zorgkosten. Én dat veel vraagstukken zo groot zijn dat we de krachten zullen moeten bundelen. De overheid kan het niet alleen.’

 

Tot welke conclusie leidt dat in de nieuwe visie?

Dat er een koerswijziging nodig is. Een nieuw kompas, waarmee ondernemers zich richten op brede welvaart, gelijke kansen en een duurzame economie. Het idee dat het bedrijfsleven zorgt voor economische groei en banen en dat de rest vervolgens vanzelf wel komt, laten we los. Want dat blijkt niet zo te zijn. Of in ieder geval: niet meer.’   

  

Waar komt dit inzicht vandaan?

‘Twee jaar geleden is dat begonnen vanuit onze vereniging. Onze leden maakten zich zorgen over de spanningen in de samenleving en over de manier waarop er naar het bedrijfsleven werd gekeken. Daar is met heel veel ondernemers over gesproken en onderzoek naar gedaan in het zogenoemde Brugproject. De uitkomst was dat ondernemers zeiden: wij hebben zelf ook een rol te spelen als het gaat om een goede samenleving. En de mooie initiatieven van bedrijven die er al zijn, willen we veel groter gaan maken.’ 

 

Wie is Ingrid Thijssen?Ingrid Thijssen (1968) werd vorig jaar februari benoemd tot opvolger van Hans de Boer als voorzitter van VNO-NCW. Op Prinsjesdag nam zij de voorzittershamer van hem over. Als voorzitter van VNO-NCW is Ingrid Thijssen vicevoorzitter van de SER, covoorzitter van de Stichting van de Arbeid, voorzitter van DECP, voorzitter van de Raad van Toezicht van PUM, voorzitter van de Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk en voorzitter van de Raad van Toezicht van NLinBusiness. 
Thijssen was eerder directievoorzitter van NS Reizigers en ceo van netwerkbedrijf Alliander. Daarnaast was ze commissaris bij Havenbedrijf Rotterdam en Zorgverzekeraar VGZ. Ook zat ze in de raad van toezicht van Hogeschool Utrecht en het bestuur van SchuldenLab NL.

Wordt VNO-NCW daarmee een andere organisatie?

‘Het gaat om een verandering in doen én in denken. Dat geldt ook voor de standpunten die we innemen. Die gaan niet alleen om wat er goed is voor het ondernemersklimaat, maar óók om wat er goed is voor de samenleving. We werden vaak gezien als een club van tegenhouders, van remmers in vaste dienst. Wat we met deze visie zeggen is dat we willen meebouwen. Ja zeggen tegen initiatieven, mits het werkbaar is. De gedachte was lang: ieder voor zich en de overheid bekommert zich wel om het algemeen belang. Daar zijn we in doorgeschoten in Nederland.’

 

Wat gaat er mis als alleen de overheid zich daarom bekommert?

‘Dan blijven belangrijke vraagstukken onopgelost. Denk bijvoorbeeld aan problemen met schulden. Maar liefst een op de vijf huishoudens worstelt daarmee. Dan kun je niet zeggen ‘dat is een individueel probleem’. Of ‘dat moet de overheid maar oplossen’. Het bedrijfsleven – denk bijvoorbeeld aan banken en energieleveranciers – neemt daar initiatief in, bijvoorbeeld door betalingsachterstanden tijdig te signaleren. Dat is nieuw, en zo kun je heel veel ellende voorkomen.’

 

Hoe moeten we die nieuwe rol van het bedrijfsleven precies zien?

‘We noemen dat zelf het ‘nieuwe Rijnlandse model’. Nederland heeft – in tegenstelling tot de Angelsaksische wereld – altijd vastgehouden aan een model waarbij we rekening hielden met álle stakeholders. Dus niet alleen de aandeelhouders maar bijvoorbeeld ook de eigen werknemers en omwonenden. Daar ben ik trots op. Nu willen we nog een stap verder gaan: met een verantwoordelijkheid voor de samenleving als geheel. Dat je meedenkt over de schuldenproblematiek, maar bijvoorbeeld ook over het gebrek aan testcapaciteit. Kijk bijvoorbeeld naar wat bedrijven hebben bijgedragen aan de XL-teststraten.’

 

Wat kan het bedrijfsleven nog meer doen dan dat?

‘Denk aan het bieden van gelijke kansen. Het kan gewoon niet zo zijn dat er leerlingen zijn die geen stageplaats kunnen krijgen. Die verantwoordelijkheid moet het bedrijfsleven gewoon oppakken en dat hebben we nu ook met elkaar afgesproken. Net zoals we hebben afgesproken dat we meer banen gaan regelen voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. In plaats van 100.000 participatiebanen gaan we nu voor 200.000 banen. Ook voor verduurzaming geldt dat het geen ‘nice to have’ en geen ‘gunst’ is, maar een verantwoordelijkheid. Die je ook op moet pakken richting je leveranciers bijvoorbeeld.’

 

Hoe ziet Nederland er in 2030 uit als dit allemaal lukt?

‘Dan zijn we een van de meest innovatieve en competitieve landen ter wereld en zijn we met zijn allen 20 procent welvarender geworden. Dan ervaren Nederlanders gelijke kansen in het leven en voldoende mate van inkomenszekerheid. Dan zijn we goed op koers om in 2050 klimaatneutraal te zijn en zijn we koploper in de circulaire economie en helpen Nederlandse bedrijven ook andere landen daarmee.’

 

En wat betekent dat dan concreet voor de arbeidsmarkt?

‘De belangrijkste vorm van inkomenszekerheid is dat je werk hebt. Daarom hebben we dan een heel goede van werk-naar-werk-infrastructuur gebouwd. Ook voor als je een tijdelijke of flexbaan hebt. Zodat je niet eerst de werkloosheid in hoeft te duikelen, maar direct van een sector waar werk verdwijnt kunt overstappen naar een sector waar tekorten zijn.’

 

'Een goed functionerende, kwalitatief sterke overheid is essentieel'

 

‘En we hebben dan ook een vorm van sociale zekerheid voor iedereen die werkt. En waar dus ook iedereen aan bijdraagt. Daar hoort wel bij dat het vaste contract minder zwaar beladen wordt.’

 

Wat wil dat zeggen: een vast contract dat minder zwaar beladen is?

‘Een vast contract biedt een werkgever nu maar heel weinig flexibiliteit. Als er de ene week meer werk is dan de andere week, dan heb je al een probleem. Daarom richten werkgevers hun bedrijfsvoering in op het minimale aantal vaste contracten. Terwijl die werkgever natuurlijk ook het liefst mensen aan zich wil binden. Ook het twee jaar doorbetalen bij ziekte is een enorme drempel voor ondernemers om nieuwe mensen aan te nemen. Én er zijn allerlei prikkels die flex aantrekkelijker maken dan vast. Dat willen we veranderen.’

 

Zijn er dan in 2030 ook minder zzp’ers?

‘Geen idee. Het is een moderne vorm van werken, die heel veel mensen aanspreekt. Wel denken we dat het goed is om vooral het starten en doorgroeien te stimuleren. Kleine bedrijfjes die groter worden zijn een belangrijke kurk voor de economie, maar in Nederland zijn we daar heel slecht in.’

 

Ziet Nederland er in 2030 ook letterlijk anders uit?

‘Ruimte is schaars in Nederland, alles strijdt om die vierkante meters. Het is een heel complexe puzzel om te leggen. Daar moet snel meer regie op komen. Ook moet de stikstofproblematiek heel snel opgelost worden. En dan kunnen we werken aan natuurherstel, een levensvatbare agrarische sector, belangrijke infrastructurele projecten waaronder ook de Lelylijn en het oplossen van de woningnood. Het kan toch niet zo zijn dat het niet lukt om die 1 miljoen woningen te bouwen? Kwestie van grond bestemmen en bouwen met die handel.’

 

Voor al die ambities moet wel geld beschikbaar zijn…

‘Daarom ons pleidooi voor een publiek-private Investeringsagenda, waarmee we jaarlijks 10 miljard vanuit de publieke sector en 10 miljard van de private sector investeren in kennis en innovatie en verduurzaming. Deze investeringen zijn de komende tien jaar essentieel om Nederland klaar te maken voor een duurzame toekomst.’  

 

Is daar nog wel budget voor na de coronacrisis?

‘De overheid kan dat geld lenen voor deze investeringen. Omdat dit extra groei en welvaart oplevert is dat geen probleem. Nee, zelfs niet als de staatsschuld dan zou stijgen naar 70 procent. Wij denken ook dat het nodig is, omdat de opgave zo groot is. En omdat we een land aan toekomstige generaties over willen dragen waarin zij op een duurzame manier in hun welvaart en hun welzijn kunnen voorzien.’

 

De ambities van VNO-NCW en MKB-NederlandIn 2030… 
… heeft iedere Nederlander inkomenszekerheid;
… is het aantal gezond ervaren levensjaren toegenomen en zijn grote verschillen in gezondheid tussen bevolkingsgroepen substantieel verminderd; 
… kennen we 20 procent meer materiële welvaart dan pré-corona én wordt deze breed gedeeld; 
… is Nederland goed op weg om in 2050 volledig klimaatneutraal te zijn: we zijn dan ruim over de helft; 
… is Nederland wereldwijd koploper in de circulaire economie; 
… is Nederland één van de meest concurrerende en innovatieve economieën ter wereld; 
… maken Nederlandse bedrijven wereldwijd verschil met het realiseren van de Sustainable Development Goals.  

Wat zegt u tegen ondernemers die voor hun gevoel al zoveel op hun bordje hebben liggen?

‘Ik weet dat ondernemers vaak al heel veel doen, op het gebied van goed werkgeverschap maar ook op het gebied van verduurzaming. En sommige investeringen zijn gewoon niet rendabel. Of niet mogelijk omdat je oude spullen nog niet zijn afgeschreven. Dan kun je ook niet het onmogelijke verwachten. Daarom is er ook een fonds van 24 miljard nodig voor het midden en kleinbedrijf voor verduurzaming. Want je kunt wel gaan zitten wachten tot alles rendabel is, maar dan gaat het niet snel genoeg. Het is beter als de overheid daar nu in investeert.’

 

Wat kan de overheid nog meer doen dan geld uittrekken?

‘Die durf om grootschalig te investeren is een heel belangrijke. Net als het oplossen van belemmeringen daar waar het bedrijfsleven verantwoordelijkheid neemt en vastloopt in de regelgeving. Het verminderen van de regeldruk is sowieso een vereiste. Ik kom ondernemers tegen die zeggen: het is gewoon niet meer leuk om in Nederland iets op te zetten. Dat kunnen we ons niet veroorloven.’

 

Is die stemming in politiek Den Haag niet eerder dat er méér sturing moet komen?

‘Oh, maar ook het bedrijfsleven heeft behoefte aan een sterke overheid. Er is ook teveel op bezuinigd de afgelopen jaren. Een goed functionerende, kwalitatief sterke overheid is essentieel. Ik denk dat het sentiment daarover bij ons niet anders is dan in Den Haag.’ 

 

Alle informatie over de nieuwe koers #ondernemenvoorNL van VNO-NCW en MKB-Nederland vind je op www.vno-ncw.nl/ondernemenvoorNL