De Goedkoope Verfwinkel in Delft is de trots van Walter en Michel Kouwenhoven. De twee volgden hun vader op, die de markante winkel ooit kocht. Er lijkt niets meer te zijn veranderd aan het pand sinds 1881, maar het is dan ook méér dan een verfwinkel, weten de broers. Delftenaren komen er evengoed voor de kennis, voor nostalgie en gezelligheid. ‘Er is geen dag dat ik niet blij ben hier te werken.’
Walter Kouwenhoven (56)
‘Toen ik nog op de leao zat, kwam ik mijn vader al vaak helpen in de zaak. Daarna wist ik eerst niet wat ik wilde worden, tot in 1989 het kwartje viel: ik ga lekker in de verfwinkel werken. De eerste tijd was behalve mijn vader ook de vorige eigenaar erbij. Maar die ging dementeren en mocht toen helaas de zaak niet meer in, omdat hij het verschil tussen een borrel en verfverdunner niet meer zag. Echt een rottijd – voor ons, maar vooral voor hem.
‘Ik ben blij dat ik zo lang met m’n vader heb gewerkt. Samen hebben we veel geïnnoveerd op het gebied van verf mengen – fantastisch. Toen hij 65 was, vroeg hij aan Michel wat hij wilde doen: m’n broer had het niet zo naar zijn zin in z’n toenmalige baan. Het voelde heel logisch om de winkel samen te gaan doen: we hebben van jongs af aan veel samen gedaan. Zaten in hetzelfde hockeyteam, gingen samen uit.’
‘Geen gestress over targets’
‘Samenwerken gaat zo goed, omdat Michel het karakter van onze moeder heeft, en ik dat van vader. Mijn vader was heel zacht en luisterde goed. Hij is in 2018 overleden, helemaal op. Michel is ad rem en directer. Er is geen leider, we doen alles samen.’
‘De zaak is aan de voorkant Anton Pieck en achterin een moderne zaak met mengmachines. Wat zo mooi is: je kunt mensen die niks van schilderen afweten helpen en dan komen ze terug en zeggen dat het ‘dankzij jouw hulp harstikke mooi geworden is.’ Ze komen voor méér dan verf. Eén vrouw kwam afscheid nemen, omdat ze niet lang meer te leven had. En een man kwam ons vertellen dat zijn vrouw en hij hun pasgeboren kind hadden verloren. Dat doe je niet als er geen band is.’
‘Michel en ik kunnen nog makkelijk tien jaar doorwerken. Onze kinderen gaan ons niet opvolgen: die drie van mij zijn met hele andere dingen bezig. Ik houd van mijn broer. En we werken elke dag lekker. We gaan niet lopen stressen over targets ofzo, daar zijn we de types niet voor.’