Met je moeder ondernemen: 'We zetten mijn vaders levenswerk voort'

04-07-2022

Toen haar man overleed twijfelde Anita Dol of ze de slagerij die ze al dertig jaar runden wel moest voortzetten. Maar dochter Iris dacht niet aan stoppen. 'We gaan het proberen, en anders gaan we strijdend ten onder.' 

 

Anita Dol (62)

‘Mijn man is zeven jaar geleden, net na kerst overleden. Het ging allemaal zo snel, hij is zes weken ziek geweest. Dertig jaar lang hebben we samengewerkt in de slagerij. Eerst in Groningen, in 1995 zijn we hier naar Langweer verhuisd. ‘Stop er maar mee als ik er niet meer ben’, zei mijn man op zijn ziekbed. Maar moest ik dat wel doen? De deur achter me dichttrekken, alles verkopen? Dan ben ik niet alleen mijn man, maar ook mijn omgeving, mijn werk kwijt. Onze zoon en dochter zijn echt in de slagerij opgegroeid. Ik stond een dag na mijn bevallingen alweer in de winkel.’

Allemaal familieNederland telt duizenden familiebedrijven, maar hoe is het eigenlijk om in zo’n bedrijf te werken met je vader, zus, dochter, moeder, broer of neef? Levert dat vaak spanning op, of begrijp je elkaar ook zonder woorden? Forum spreekt ondernemende familieleden, over hun drijfveren en relatie met elkaar. Lees onderaan deze pagina andere afleveringen uit de serie.

‘Na het overlijden van mijn man, zei Iris: 'Mam, we gaan gewoon door.' Dat gaf me zo’n omarmd gevoel; ik word er nu nog emotioneel van. Het dorp leefde ook zo mee, dat was zo bijzonder. Dat jaar is er in Langweer ook geen vuurwerk afgestoken, omdat de slager was overleden. Iris vond het in het begin moeilijk om dingen in de zaak te veranderen, zoals de toonbankkaartjes van mijn man bijvoorbeeld. Maar ik heb gezegd: meid, we hoeven echt niet alles bij het oude te laten. Het is nu onze zaak, we gaan het op onze manier doen. En dat hebben we gedaan. Heel gek, alsof het nooit anders is geweest.’

 

‘We zijn echt op elkaar ingespeeld, hebben onze eigen specialiteiten. Iris maakt de worsten, zij gaat over de website en de webshop. Natuurlijk mopperen we wel eens op elkaar, dat kan niet anders, maar dan gaat het altijd over het werk. Als we in de winkel staan, zijn we collega’s. We worden nooit persoonlijk, dat heb ik met mijn man ook nooit gedaan. Anders hou je het als familie niet vol. En op vrije dagen zien we elkaar nog.’

 

'Als een leverancier iets doet wat haar niet zint, dan pakt ze meteen de telefoon'

 

‘Iris en ik zijn wel héél anders qua karakter. Ze is een echte vuurvreter, precies haar vader. Een echte doorzetter, ze is nooit ziek. En als een leverancier iets doet wat haar niet zint, dan pakt ze meteen de telefoon. Ik ben wat gemoedelijker, wat bedachtzamer misschien. De zaak is zeker veranderd door Iris. Zonder haar was de webshop er nooit geweest. Ze was daar al mee bezig en toen corona kwam zijn we versneld gestart. Dat was ons geluk. Mensen konden online bestellen en gaven aan of ze positief waren getest. Dan lieten we de boodschappen bij de deur achter. Nog steeds wordt er veel vlees online besteld. Ik ben heel trots op wat we de afgelopen jaren hebben bereikt. De avond dat we werden uitgeroepen tot regiokampioen worstenmakerij – vier jaar na de dood van mijn man – vergeet ik nooit meer. Kregen we een staande ovatie. Ik krijg er nog kippenvel van.’

Twee vrouwen aan het roer van een slagerij, dat leidt bij sommigen nog weleens tot verwarring...
Twee vrouwen aan het roer van een slagerij, dat leidt bij sommigen nog weleens tot verwarring...
Foto: Dida Mulder

Iris Dol (31)

‘Ik wilde eigenlijk in de zorg gaan werken. Ambulancebroeder of werken met vroeggeboren baby’s leek me wel wat. Ik heb de opleiding Zorg & Welzijn gedaan en in het weekend en de vakantie hielp ik – net als mijn broer – bij mijn ouders in de zaak. Maar rond mijn zeventiende was ik school helemaal zat. Ik was al samen met mijn man Douwe en we wilden sparen voor een eigen huis. In de zomer werd ik achttien, niet meer leerplichtig, toen ben ik fulltime in de zaak begonnen.’

 

‘Na de dood van mijn vader veranderde alles. Een hele moeilijke tijd, maar ik wist meteen dat ik – samen met mijn moeder – verder wilde met de zaak. We zetten het levenswerk van mijn vader voort, zo voelt dat. We gaan het gewoon proberen, zeiden we tegen elkaar en anders gaan we strijdend ten onder. De eerste tijd was vreemd, alsof hij elk moment binnen kon komen lopen.’

 

‘Ik heb de afgelopen jaren zoveel geleerd van het slagersvak, mijn passie voor worsten is toen ontstaan. Eerst haalden we de worsten bij een andere slager, maar die worst smaakt toch anders. Dat vonden onze klanten ook. Toen zijn we met een bevriende collega een hele dag worst gaan maken. Het recept had mijn vader nooit opgeschreven, maar ik wist wel een paar ingrediënten. Aan het eind van de dag was hét moment daar en gingen we hem aansnijden. Mijn moeder en ik keken elkaar aan... en jawel, het was ons gelukt! We hebben het meteen op Facebook gezet. De volgende dag kwamen klanten proeven en ze waren het met ons eens. Dit is zijn grillworst. Zit blijkbaar toch in de genen.’

 

'Soms vragen klanten weleens: waar is de baas?'

 

‘Mijn moeder en ik hebben aan een half woord genoeg. We lachen veel. Pas nog zei een klant: 'Ben je altijd zo vrolijk? Doe me daar ook maar een pondje van'. Mijn moeder heeft dat ook. Ze laat nooit het hoofd zakken, ondanks alles wat ze heeft meegemaakt. Ze is zo sterk en heeft veel geduld.’

 

‘Toen de zaak 25 jaar bestond hebben we onze webshop De Vrouwenslagerij genoemd, zo werden we toch al vaak genoemd. Veel mensen denken bij een slager aan een man. Soms vragen klanten dat ook weleens, waar is dé slager? Of nog erger: waar is de baas? Die staan hier voor u, zeg ik dan. Dan moeten ze even schakelen. Mijn moeder en ik kijken elkaar dan altijd even aan, daar heb je er weer zo een. Dit jaar zijn we uitgeroepen tot de beste worstenmaker van Noord-Nederland.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.