Vive la révolution! Maar gaat Macron dat lukken?

28-09-2017

Emmanuel Macron staat voor zijn Thatcher-moment. Terwijl de vakbonden de straat op gaan, is de vraag: kan de nieuwe Franse president die strijd winnen? En slaagt hij erin zijn land te radicaal te hervormen? Daar krijgen heel wat Nederlands ondernemers nu al slapeloze nachten van.

 

Hij kan er bevlogen over spreken, Frankrijks jongste president ooit. Over de energie die hij wil bevrijden. De lust tot ondernemen die nu gesmoord wordt in bergen papierwerk, torenhoge hoge lasten en obstructie van onwillige vakbonden. Het boek dat zijn campagne voor de presidentsverkiezingen begeleidde heet dan ook Revolutie. Daarin beschrijft Emmanuel Macron hoe een probleemland een natie moet worden die de toekomst met vertrouwen tegemoet ziet. Kortom: de nieuwe sterke man van Europa. Maar voor hij zover is en zijn hervormingen kan doorvoeren, moet hij eerst de confrontatie aan met de straat. De eerste demonstraties zijn al achter de rug, nieuwe worden georganiseerd. Nu moet hij bewijzen of hij in staat zal zijn Frankrijk daadwerkelijk te hervormen.

 

Als Macron Frankrijk weet te hervormen

Frankrijk hervormen: dat lijkt een onmogelijke klus. Maar misschien lukt het Macron wel. Net als Margaret Thatcher eind jaren zeventig in het Verenigd Koninkrijk. Of Gerhard Schröder in Duitsland een kleine vijftien jaar geleden. Zij slaagden er in de cruciale krachtmeting met de vakbeweging te winnen, hervormingen door te drukken en de economie in eigen land weer op stoom te krijgen. En dat zou in Frankrijk ook kunnen gebeuren. Tenminste als Macron lukt wat hij voor ogen heeft: met snelle hervormingen laten zien dat Frankrijk wel degelijk kan veranderen. Daarmee kan hij het vertrouwen van ondernemers en investeerders winnen en zorgen dat de economie groeit en de werkloosheid daalt.

 

‘Fransen zien ondernemers vooral als potentiële uitbuiters van werknemers'

 

Eind augustus presenteerde hij zijn eerste plan: de hervorming van de arbeidsmarkt. Of beter gezegd: het arbeidsrecht. Werkgevers krijgen de mogelijkheid om direct, zonder enige vakbondsbemoeienis, te onderhandelen over een beperkt aantal arbeidsvoorwaarden, zoals de werktijden, premies en de dertiende maand. Ook ontslag zal eenvoudiger zijn: geen werkgever hoeft nog bang te zijn voor een hoge rekening als de kantonrechter er aan te pas moet komen. Dat weerhoudt veel mkb’ers op dit moment om personeel aan te nemen. ‘Fransen zien ondernemers vooral als potentiële uitbuiters van werknemers die je in toom moet houden met veel wet- en regelgeving’, zegt Sébastien Guerra, die met een Nederlandse partner een het cosmeticalabel Huygens lanceerde.  ‘Het idee dat iedereen er baat bij heeft als het bedrijfsleven meer welvaart creëren, wint terrein, maar snel gaat dat niet.’ Daar zou Macron weleens snel verandering in kunnen brengen, verwacht Guerra. ‘Toen hij twee jaar geleden minister van economie was, zorgde hij er voor wij met ons personeel konden afspreken dat ze voortaan ook op zondag in de winkel werken. Aanvankelijk waren er bezwaren. Nu is iedereen tevreden want ze verdienen meer, iedereen blij.’

 

Thatcher-moment voor Macron?

Misschien wordt dit wel hét moment voor de Franse president. Van de vakbonden, die eerdere pogingen om het land te hervormen succesvol blokkeerden, hebben tot nu toe alleen de CGT (de tweede bond van het land in de marktsector) en een paar kleinere bonden gedemonstreerd. De opkomst was laag en ook de demonstratie van Jean-Luc Mélanchon – de linkse oppositieleider en fan van Hugo Chávez – maakte geen indruk. Het ziet er dus goed uit voor Guerra en de supporters van Macron. Macron’s minister van arbeid Muriel Pénicaud – oud hr-manager van Danone – wist Frankrijks derde bond (Force Ouvrière) zelfs in het kamp van de hervormingsgezinden te krijgen. Dus wie weet.

 

Een succes op dit gebied kan een kleine revolutie teweeg brengen, waardoor andere grote ingrepen – zoals verhoging van de pensioenleeftijd naar 65 jaar en hervorming van de WW – minder grote hobbels blijken dan gedacht. Vooral als jongeren – en dat waren toch vooral de Fransen die Macron aan de macht hielpen – hun stem laten horen om niet alles bij het oude te laten, maar Frankrijk juist vooruit te helpen en hervormingen door te voeren.

 

Sterk Frankrijk laat Nederlandse ondernemers beven (maar ook hard juichen)Een transformatie van Frankrijk zal door Nederlandse ondernemers met gemengde gevoelens worden bekeken. Positief is dat de Fransen geen risico meer vormen voor de monetaire stabiliteit. De Franse staatsschuld daalt als Macron’s ministers hun begroting afstropen op zoek naar mogelijkheden om te besparen. De koopkracht van de Fransen stijgt, wat gunstig is voor de Nederlandse export. Met Nederlands-Franse bedrijven als Air France-KLM zal het beter gaat als de bonden zich ook in Frankrijk hebben neergelegd bij de realiteit van de markt.
Maar tegelijkertijd zal de concurrentie toenemen. Op landbouwgebied lijkt de Nederlandse voorsprong nauwelijks in te halen, maar als het gaat om tech gaat speelt Frankrijk in een heel andere divisie. Waarschijnlijk dromen de Nederlandse startuppers er straks van om te mogen werken in Station F, de grootste start-up-incubator van de wereld die Macron in de eerste maand van zijn eerste mandaat opende. Station F staat net onder Silicon Valley van de lijst locaties waar het meeste risicokapitaal omgaat.

Na de aankondiging van de hervormingsplannen van Macron, braken er protesten los. Al viel de opkomst - zeker voor Franse begrippen - tegen
Na de aankondiging van de hervormingsplannen van Macron, braken er protesten los. Al viel de opkomst - zeker voor Franse begrippen - tegen
Foto: Patrick Kovarik/ANP

Als Macron Frankrijk niet weet te hervormen

Er is alleen één grote maar: het dubbeltje kan ook zomaar de andere kant op vallen. Het offensief van Macron kan verzanden in weerstand en protest. Om een aantal vakbonden tevreden te houden, deed hij nu al veel concessies. Daarom gaan Macron’s maatregelen volgens sommige economen niet ver genoeg. Rob Lemmerlijn, directeur général van Holland Bikes fietsen, moet het allemaal nog maar zien. De Nederlander heeft vijf zaken voor verkoop en reparatie en hij biedt ook toertochten met een gids aan in Parijs en Nice. ‘Elke vorm van versoepeling, bijvoorbeeld in de ontslagregels, is van belang’, zegt hij. Maar aan Lemmerlijns belangrijkste probleem doet Macron niets. De 35-urige werkweek blijft bestaan en de mogelijkheden om werknemers tijdelijke contracten aan te bieden, blijven beperkt. ‘Een nul-uren contract zou helemaal mooi zijn, maar dat is niet aan de orde. Het zou veel ambitieuzer kunnen: de 35-urige werkweek zou als wettelijke norm moeten verdwijnen. Nu moet ik tegen nieuwe mensen zeggen dat ik van ze verwacht dat ze meer werken, maar dat ik die uren niet uitbetaal als overuren.’

 

'Het kan zoveel ambitieuzer. De 35-urige werkweek blijft de wettelijke norm'

 

Uiteindelijk zijn de hoge arbeidskosten het grootste probleem, benadrukt Lemmerlijn, die dertig werknemers in dienst heeft. Een gemiddeld brutoloon in zijn bedrijf – 2.200 euro – kost hem 4.500 euro. ‘Zo’n groot verschil’, weet Lemmerlijn zeker, ‘is een serieuze rem op groei van de Franse economie.’

 

Brengt Macron nieuw elan op gang?

Als Macron ondernemers als Guerra en Lemmerlijn uiteindelijk maar mondjesmaat bedient, zal het moeilijk zijn een echt nieuw elan op gang te helpen. Nu al blijkt dat de prijs die de Franse president moest betalen om de derde vakbond van Frankrijk, Force Ouvrière, aan zijn kant te krijgen, hoog is. Van de ‘revolutionaire’ hervorming van de arbeidsmarkt die Macron voor ogen stond, kon daardoor weleens weinig over blijven. Of het nu gaat om de lagere salarissen, functieomschrijvingen, scholing of de lengte van de proeftijd: voor bijna alles blijven werkgevers aangewezen op centraal dichtgetimmerde cao’s. En als het al niet lukt het arbeidsrecht te versoepelen, zal Macron dan wel slagen het tweede en derde hoofdstuk van de hervorming van de arbeidsmarkt – de pensioenen en de WW – voor elkaar te krijgen? Het zou de Franse bonden nieuwe moed kunnen geven. En als de linkse oppositieleider Jean-Luc Mélenchon alsnog de juiste toon vindt, weet hij misschien toch massa’s mensen te mobiliseren tegen ‘het sociale geweld van Macron, de lakei van de liberale technocratie in Brussel’. Het kan best zijn, zegt Mélanchon, dat de werkloosheid in andere landen lager is en dat ze er langer werken. ‘Maar in Frankrijk willen wij de prijs die daarvoor staat, armoede en fopcontracten, niet betalen.’

 

In dat geval dreigt Macron, die hoopt een beslissende rol in de toekomst van de Europese Unie te spelen, de greep steeds meer te verliezen. Hij wil Duitsland  bewegen tot meer solidariteit. Zijn plannen voor een centraal bestuur van de  eurozone met een eigen budget, een parlement, een minister van Financiën die als het slecht gaat kan investeren, zelfs als de tekorten hierdoor oplopen – hij kan het allemaal op zijn buik schrijven als hij niet ‘levert’ en in Frankrijk alles bij het oude blijft.  Want ‘Frankrijk moet zorgen dat het zich aan de regels houdt en dat het zijn economie hervormt’, zo luidde het bitse commentaar van de Bondskanselier na Macron’s laatste bezoek aan Berlijn.

 

Een Frankrijk waarin alles blijft zoals het was: geen reden voor een feestjeHet laat zich raden: ook als Macron er niet in slaagt een transformatie van Frankrijk voor elkaar te krijgen, zal dit door Nederlandse ondernemers met gemengde gevoelens worden bekeken. Negatief is dat de Fransen een risico blijven vormen voor de monetaire stabiliteit. De Franse staatsschuld stijgt als zijn kabinet geen kans ziet te besparen, bijvoorbeeld door de pensioenleeftijd te verhogen en de WW te hervormen – nu de voornaamste oorzaak van de hoge staatsschuld.
Nederlands-Franse bedrijven als Air France-KLM blijven kampen met de starre Franse arbeidsmarkt en het verzet van bonden die geen oog hebben voor de realiteit van de markt. Dat verzwakt hun concurrentiepositie.
En zolang de Franse economie niet op rolletjes draait en de Fransen niet meer geld in de portemonnee krijgen, zal het ingewikkeld zijn meer Nederlandse producten te verkopen in Frankrijk. Al is het goede nieuws wel dat de concurrentie van Franse bedrijven dan ook niet toe zal nemen.

De vraag is vooral: wat is de volgende zet van Macron?

De vraag is of Macron bereid is om meer vijanden te maken en – net als Margaret Thatcher in haar tijd als premier van het VK – lange tijd genoegen te nemen met een lage score in de peilingen. Die gingen vrijwel direct na zijn aantreden al hard naar beneden. ‘If you set out to be liked', zei Thatcher ooit, ‘you would be prepared to compromise on anything at any time, and you would achieve nothing.’ Als hij dat niet is, wordt zijn revolutie er vooral eentje van de softe soort. Deze maand presenteert hij zijn plannen voor de WW, in januari zijn de pensioenen aan de beurt. Van zijn volgende zet hangt veel af.

Macron ontvouwt zijn plannen voor een Europa na de Brexit. In het Engels!