Vivien en Jean L’Ortye staan al 16 jaar aan het hoofd van het Heerlense grondwinning- en transportbedrijf L’Ortye. Voordat ze ‘ja’ zeiden tegen het gedeelde directeurschap, zochten de broer en zus eerst uit of hun persoonlijkheden wel bij elkaar pasten. ‘Zouden we elkaar de tent uitvechten?’
Vivien L’Ortye (48)
‘Op de havo was ik goed in tekenen en handvaardigheid. Daarom heb ik zelfs even met de gedachte gespeeld om naar de kunstacademie te gaan. Ik wil maar zeggen: zelfs met opa’s, oma’s en mijn ouders als ondernemers, lag het helemaal niet vast dat ik in het bedrijf zou stappen. Niemand duwde me die kant op. Ik ben wel als kind veel in de groeve geweest en ik heb als vakantiewerk vrachtwagens gewogen op de weegbrug. Maar ik heb als tiener het familiebedrijf eigenlijk aan de keukentafel echt van binnen leren kennen. Mijn ouders spraken er dan over, ze adviseerden elkaar. En we discussieerden over van alles. Zo heb ik geleerd zelf een mening te vormen.'
'Maar ik was niet bezig om óók in de zaak te stappen. Na de middelbare school koos ik voor technische bedrijfskunde aan de TU in Eindhoven. Uiteindelijk heb ik zeven jaar buiten het familiebedrijf gewerkt. Ik zat bij uitgeverij PCM in het management van het distributiebedrijf toen de vraag kwam of ik geïnteresseerd was om in te stappen bij L’Ortye. Ik zag mezelf niet altijd voor anonieme aandeelhouders werken. Dus zei ik ‘ja’, maar omdat de familieband boven alles stond, heb ik aangedrongen op extern advies.’
‘Ik was bang dat onze band zou veranderen’
‘Mijn broer en ik hadden altijd een goede relatie. We gingen samen stappen en woonden tijdens onze studie ook een tijdje dicht bij elkaar. Zou onze goede band veranderen als we opeens samen het familiebedrijf gaan leiden? Dat was mijn zorg.’
‘Over onze ambities twijfelde ik niet. Ik wilde weten of ik me er bij neer zou leggen als Jean het haantje zou zijn. Of zouden we beiden de baas willen spelen en elkaar de tent uit vechten? We bleken verschillend genoeg om goed samen te werken. Gelukkig ben ik rustiger, meer beschouwend. Jean krijgt er energie van als hij onze boodschap kan uitdragen. Nu hebben we aan een blik genoeg om zaken te regelen. Zo zijn we zowel de Coronacrisis tot nu toe als ook de vorige recessie in 2009 goed doorgekomen. Daar ben ik trots op. We hebben leren anticiperen op wat kán komen. Samen hebben we alle collega’s aan boord gehouden.’
‘Net als mijn ouders bij mij, laat ik ook mijn kinderen vrij in de keuze om het bedrijf in te gaan. Dat hebben we zelfs vastgelegd in het familiestatuut. Maar als de oudste van 8 nu vrachtwagens voorbij ziet rijden waar onze naam op staat, dat vindt hij dat wel erg leuk.’