Oekraïne-gezant laat Nederlandse bedrijven helpen met wederopbouw

22-01-2024

Oekraïne kan niet wachten met de wederopbouw totdat de oorlog voorbij is. Speciaal gezant Roderick van Schreven probeert daar zoveel mogelijk Nederlandse bedrijven bij te betrekken. ‘Ik had niet verwacht dat ze zo enthousiast zouden zijn.’

 

Meneer Van Schreven, u was al met pensioen. Waarom dan nu toch speciaal gezant voor Oekraïne?

‘Minister Liesje Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, die nauw betrokken is bij Oekraïne, wilde dat Nederlandse bedrijven meedoen aan de wederopbouw en besloot daarvoor een speciaal gezant te benoemen. Buitenlandse Zaken kende mij nog van mijn tijd op het ministerie. Ze zochten iemand die tijd had, het bedrijfsleven én de diplomatie kent en de grijze haren van het gezag heeft. Ik ben inmiddels zes jaar met pensioen en heb vorig jaar vier maanden met mijn vrouw gezeild. Daarna was ik wel geïnteresseerd om weer iets diplomatieks te doen. Ook al ken ik de regio minder goed dan bijvoorbeeld het Midden-Oosten.’

 

Ja, daar is het nu ook oorlog. Merkt u dat in uw werk?

‘Het viel mij vooral op hoe snel de aandacht in de media kantelde. Eerst ging het voor 70 procent over Oekraïne in de media, daarna over Israël. Oekraïne is nu de ‘tweede’ oorlog. Ik zie het als een waarschuwing om het draagvlak in Nederland voor de strijd in Oekraïne op peil te houden. Want ze strijden daar ook voor ons.’

 

Waarom is de strijd in Oekraïne zo belangrijk voor ons?

‘Het is een oorlog aan de grens van Europa, een agressiedaad van Rusland. Daarnaast speelt de MH17-ramp een rol. De mensen die daarbij zijn omgekomen worden toch als de eerste slachtoffers van de oorlog gezien. Dat schept een band. De directe economische belangen spelen een minder grote rol voor bedrijven die belangstelling hebben om zaken te doen in Oekraïne. Het gaat om bedrijven die al actief zijn in het land of mee willen helpen aan de wederopbouw. Zoals een bedrijf dat noodbruggen bouwt ter vervanging van bruggen die zijn vernietigd. Daarna maakt het bedrijf er permanente bruggen van.’

Wie is Roderick van Schreven?Na een studie economie in Genève begon Roderick van Schreven (69) in 1978 als managing partner bij het Zwitserse bedrijf Exa Nautica. Van 1984 tot 1986 was hij marketingdirecteur nieuwe producten bij Lacoste in Zwitserland. Daarna maakte hij de overstap naar de overheid in Nederland. Tot 2011 werkte hij achtereenvolgens op de ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken, en was hij onder meer directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen en ambassadeur in Damascus (Syrië). Tot zijn pensioen in 2017 was Van Schreven Nederlands ambassadeur bij de VN en de WTO in Genève. In 2023 werd hij benoemd tot speciaal gezant voor Oekraïne.

De één zijn nood is de ander zijn brood?

‘Je hebt altijd cowboys die van een crisissituatie willen profiteren. Maar die willen snel toeslaan en vragen niet om de hulp van de overheid. Ik ben ze nog niet tegengekomen in Oekraïne. De bedrijven die ik spreek hebben serieuze plannen met Oekraïne. Ze willen niet even snel geld verdienen en dan weer weg.’

 

Wat doet u voor die bedrijven?

‘Deuren openen, contacten leggen en bruggen bouwen. Zorgen dat Nederlandse bedrijven die iets met en voor Oekraïne willen doen, bij de juiste instanties en personen terechtkomen. En die bedrijven zijn er voldoende. Ik zie dat Nederlands bedrijven in hun bedrijfsvoering de principes van het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO, red.) proberen toe te passen. En dus vragen zij zich ook af wat zij voor Oekraïne kunnen doen. Dat had ik vooraf niet verwacht. MVO is echt geïntegreerd bij Nederlandse bedrijven. Bij Amerikaanse bedrijven is dat anders. Die doen hun ding als bedrijf, en doneren daarnaast bijvoorbeeld aan een ziekenhuis.’

 

'Ze strijden daar ook voor ons'

 

Is het niet vreemd om aan wederopbouw te doen terwijl de oorlog nog in volle gang is?

‘Dat lijkt misschien zo, maar je kunt niet wachten totdat de oorlog voorbij is. Een elektriciteitscentrale die kapot is geschoten, moet binnen een paar weken in werking zijn. Want het leven gaat door voor de Oekraïners. De industrie moet blijven draaien. Voor de oorlog waren zo’n zestig Nederlandse bedrijven actief in Oekraïne. De meeste daarvan zijn gebleven of teruggekeerd na een tijdelijk vertrek. Zoals een bedrijf dat broedmachines voor kuikens produceert. Daar is veel vraag naar in onder meer Afrika. Dus die productie moet doorgaan. Oekraïne staat bekend om de kwaliteit van industriële en consumentengoederen. Nederland kan helpen om de export daarvan te bevorderen.’

‘Daarnaast moeten huizen en wegen die beschadigd zijn worden vervangen. In het begin van de oorlog zag je een trek van mensen van het oosten van Oekraïne, waar de strijd zich concentreerde, naar het westen. Nu gaan de mensen weer langzamerhand terug. Dus werkgelegenheid is ook belangrijk.’

 

Worden bedrijven ook financieel ondersteund door de Nederlandse overheid?

‘Ja. Ze kunnen een subsidieaanvraag doen als ze samen met een Oekraïense organisatie een project willen doen. In het zogenoemde Partnerschapsfonds zit 25 miljoen euro voor subsidies van vijfhonderdduizend tot vijf miljoen euro voor Nederlandse bedrijven en maatschappelijke organisaties die mee willen werken aan herstel en wederopbouw. Daarnaast is er zestig miljoen euro aan exportkrediet (een exportkredietverzekering dekt het risico af dat een afnemer niet betaalt, red.) beschikbaar. Dat is best wel een doorbraak voor Nederland, aangezien oorlogsgebieden normaliter niet in aanmerking komen voor exportkrediet. Andere Nederlandse bijdragen lopen via de Wereldbank, het IMF en de European Bank for Reconstruction and Development.’

 

'Je kunt niet wachten tot de oorlog voorbij is'

 

Waarom houdt Nederland die financiering niet in eigen hand?

‘Het is efficiënter en zorgvuldiger om dat via internationale organisaties te doen. En ja, via de Wereldbank kan het geld van Nederland bij buitenlandse bedrijven terechtkomen, en niet bij Nederlandse, maar dat geldt ook omgekeerd. Ik denk dat Nederlandse bedrijven genoeg kansen hebben, want op het gebied van landbouw, water, gezondheidszorg en ict hebben ze een voorsprong op buitenlandse concurrenten. Ik wil Nederlandse bedrijven juist helpen om zoveel mogelijk tenders te winnen.’

 

Oekraïne staat bekend om zijn corruptie. Zijn bedrijven daar niet bang voor?

‘Corruptie is zeker aanwezig in Oekraïne. Dat geven ze zelf toe. Nederlandse bedrijven weten dat en zijn toch geïnteresseerd om iets in Oekraïne te doen. Ik hoef het concept ‘Oekraïne’ niet te verkopen. Het streven naar een EU-lidmaatschap werkt overigens als een hefboom om de corruptie aan te pakken.’

 

Bent u zelf al in Oekraïne geweest?

‘Onlangs voor het eerst. Dat is niet gemakkelijk. Je kunt niet vliegen naar Oekraïne, dus ik heb twintig uur in de trein gezeten naar Kyiv. Op de terugweg heb ik de wederopbouwconferentie in Warschau bezocht. Daar was ook een Nederlands paviljoen met vijfentwintig Nederlandse bedrijven. Kon ik mooi tegen gesprekspartners zeggen: ik zag je vorige week nog in Oekraïne.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.