Jacobine van Dijk (Vandyck): 'De onbezorgdheid die ik had is weg'

28-07-2022

Jacobine van Dijk vormde met haar vader en oudste zus een drie-eenheid binnen Vandyck bed- en badgoed. Totdat haar zus ziek werd en overleed. Als algemeen directeur is ze nog in de leer, vindt ze zelf. Aan de andere kant: ‘Ik ben wel een Van Dijk. Wij hebben een natuurlijk zelfvertrouwen.’

 

Op haar twitteraccount noemt Jacobine van Dijk (43) zich nog steeds ‘jongste bediende in een familiebedrijf’, terwijl ze inmiddels algemeen directeur is van bed- en badgoedproducent Vandyck, actief in veertig landen. Dat heeft te maken met haar 76-jarige vader, die nog altijd actief is in het bedrijf. En met haar acht jaar oudere zus Jolien, die twee jaar geleden overleed aan kanker. ‘Zij was tot de diagnose, negen maanden eerder, algemeen directeur én degene die ik altijd opzocht voor raad.’ In de werkkamer van haar vader, waar het interview plaatsvindt (hij is golfen), staat een foto van haar zus in de kast.
Maar goed, ze kan er ook niet omheen dat zij voor het personeel en de buitenwacht nu de directeur is. Al heeft ze nog altijd het gevoel dat ze in de leer is bij haar vader. Want ze was weliswaar al werkzaam in het bedrijf, maar het was niet gepland dat ze op de directeursstoel terecht zou komen.

 

Hoe heeft u die periode met uw zieke zus beleefd?

‘We wisten al snel dat die geen goed einde zou krijgen. Na de diagnose en de eerste periode in het ziekenhuis is mijn zus nooit meer op de zaak geweest. We hebben haar kantoor zo gelaten, niets aangeraakt, tot na haar overlijden. Ze heeft tot het einde toe nog mailtjes doorgestuurd, maar kon het niet meer opbrengen om de zaak en de werknemers te zien. Wij hebben ons naar haar gevoegd. Voor mij was ze alles. Altijd vrolijk en geïnteresseerd. Vaak ging ik even bijpraten, dan aten we koekjes die ze in een la had.’

 

'Mijn zus was alles voor mij'

 

De familie groeide nog meer naar elkaar toe in die periode. Haar ouders ontfermden zich over de drie puberzoons van haar zus. Middelste zus Aliëtte kwam over uit de Verenigde Staten, waar ze werkte en met haar gezin woonde. Ze bleef definitief en woont nu met haar gezin op 500 meter van het ouderlijk huis in Hilversum. Van Dijk zelf woont met haar gezin nóg dichterbij: op 100 meter afstand.
De dood van haar zus heeft haar blik op het leven veranderd, zegt Van Dijk. ‘De onbezorgdheid die ik had, is weg. Vroeger kon ik van huis gaan en me helemaal op de zaak storten, zonder nog één moment aan thuis te denken. Dat is nu niet meer zo, omdat ik besef wat ik kwijt kan raken. Ik laat me ook minder gaan in gezelschap. Normaal ben ik de gangmaker, tegenwoordig blijf ik wat meer op de achtergrond.’

 

U bent gelovig. Bent u hierdoor anders tegen het geloof en God aan gaan kijken?

‘Nee, het heeft mijn geloof juist versterkt. Tijden de begrafenis voelde ik me gigantisch gedragen door de gemeenschap, de woorden in de Bijbel en ja, de aanwezigheid van God. Ik neem God niet kwalijk dat hij dit niet heeft voorkomen. Dat deed Jolien ook niet. Als zij ernaar werd gevraagd, vroeg ze terug of het dan eerlijk zou zijn geweest als iemand anders die ziekte had gekregen.’

‘Vanaf mijn vijfde speel ik viool en mijn kinderen nu ook. Het leren spelen van een instrument, het samenspelen in een orkest, verrijkt je leven'
‘Vanaf mijn vijfde speel ik viool en mijn kinderen nu ook. Het leren spelen van een instrument, het samenspelen in een orkest, verrijkt je leven'
Foto: Jeroen Poortvliet

Het familiebedrijf is er altijd geweest in haar leven. Het begon in 1923 met een overgrootvader die hoogstpersoonlijk naar Istanboel ging om daar Perzische tapijten te halen. Er kwamen meubels bij en ‘naaifournituren’. Haar vader bracht het vervolgens terug tot bed- en badgoed. Hij was in haar jeugd vaak op pad voor de zaak. Ook haar moeder werkte mee: ze ging mee naar beurzen en was actief door het hele bedrijf. ‘Thuis was mijn moeder vader en moeder tegelijk, want mijn vader zat ook in allerlei besturen.’ Toch heeft ze nooit het gevoel gehad dat het gezinsleven in het teken van het bedrijf stond. ‘Thuis werd er bijvoorbeeld niet vaak over de zaak gesproken. Mijn zussen en ik werkten in de vakanties wel in het magazijn of archiveerden dingen. Zo heb ik een stereotoren verdiend, maar verder kregen we geen loon.’ Semi-verontwaardigd: ‘Terwijl mijn vader nu wel mijn dochters betaalt als ze helpen.’ In haar eigen gezin zijn de ouderrollen een beetje omgedraaid. Haar man, consultant op het gebied van medewerkerstevredenheid, zorgt voor hun dochters van 10, 9 en 2 jaar als zij voor het bedrijf in touw is of ’s avonds vergaderingen heeft als CDA-raadslid in Hilversum, wat ze sinds dit jaar is. Laatst was ze een week lang op pad voor een fotoshoot voor het bedrijf. Was ze straal vergeten dat ze op woensdag altijd haar dochters naar vioolles en hockey brengt. ‘Binnen vijf minuten had mijn moeder alles geregeld.’

 

Was het altijd al uw bedoeling om in het bedrijf te gaan?

‘Nee, toen ik jong was wilde ik actrice of schrijver worden, het podium op. Ik speelde met de gedachte om naar de toneelschool te gaan. Maar later realiseerde ik me dat dat niet echt kansrijk voor mij zou zijn. Uiteindelijk ben ik rechten gaan studeren in Amsterdam en had daar een geweldige tijd. Ik onderbrak mijn studie toen mijn vader vroeg of ik een tijdje in wilde vallen omdat er enkele werknemers met zwangerschapsverlof zouden gaan. Ik kreeg salaris, een auto van de zaak en afwisselend werk: na een jaar was ik verkocht.’

Ineens wordt de politicus in haar wakker: ‘In Nederland is een sterke drang van ouders om hun kinderen te laten studeren. Terwijl er een groot tekort is aan praktisch geschoolde vakmensen. Wat is er mis met een goed vak leren?’ Toegegeven: ze heeft zelf na rechten, dat geen succes bleek, even kunstgeschiedenis (‘een overbodige studie’, zegt ze met een glimlach) gestudeerd. Omdat ze na rechten iets wilde doen waar ze wél plezier aan beleefde.
Maar goed, ze kwam als een ‘guppy met een mening’ in het bedrijf en moest in haar rol groeien. En dat proces is nog niet ten einde. ‘Ik ben wel een Van Dijk. Wij hebben een natuurlijk zelfvertrouwen en zijn zeker van onszelf, of kunnen zo overkomen. Dat kan soms overkomen als arrogant.’ Ze probeert beter naar anderen te luisteren, en niet halverwege een zin te zeggen: ‘Ik weet al wat je bedoelt.’

Ze legt de lat hoog voor zichzelf en ook voor anderen. En kan dan oprecht verbaasd zijn als die ander niet alles geeft. ‘Bij mijn ouders hangt op de wc deze spreuk: ‘Een middelmatige geest weet goede ideeën om zeep te helpen.’ Daar ben ik het wel mee eens. Niet meteen met mitsen en maren komen, maar ga ervoor. Kijk, als mensen niet het vermogen hebben, dan kunnen ze er verder niks aan doen. Maar heb je dat wel, dan moet je daar iets mee doen.’

 

'Ik ging altijd in discussie met docenten'

 

De lokale politiek is er nog eens bijgekomen. Als raadslid wil ze haar maatschappelijke betrokkenheid uiten en iets ‘terugdoen’ voor Hilversum, de plek waar ze is opgegroeid. In de praktijk betekent politiek bereid zijn om compromissen te sluiten. ‘Dat kan ik wel, hoor. Ik weet hoe je een deal moet sluiten. In een bedrijf is het ook geven en nemen.’ Ze wil zich ook als ondernemer in de politiek gaan manifesteren, en duidelijk maken hoe politiek beleid op de werkvloer kan uitwerken. Het is wennen aan soms ellenlange raadsvergaderingen, ‘zeker voor iemand uit een bedrijf zonder vergadercultuur’. Ze hoort raadsleden kennis etaleren en putten uit persoonlijke ervaringen, terwijl zij het liever zakelijk houdt. ‘Ik heb niets met beroepspolitici die na een studie bestuurskunde bij een partij aan de slag raken en uiteindelijk Kamerlid worden. Zij hebben geen voeling met de maatschappij. Overigens speelt dat vooral in de landelijke politiek.’

 

Is dat nog een optie? ‘Jacobine for president’?

Lacht: ‘Ja, dat werd vroeger op school wel geroepen. Ik ging altijd in discussie met docenten. Als je jong bent, denk je dat je alles beter weet. Later krijg je meer begrip voor waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Al maak ik me best zorgen over bepaalde zaken in Nederland. Of verbaas ik me over hoe de politiek werkt. Dan wordt er een begroting gemaakt en breekt vervolgens de Oekraïne-oorlog uit. Dan zou ik die begroting dus weggooien en een nieuwe maken. Wat ik ook gek vind: dat de minister van Financiën en Buitenlandse Zaken stuivertje wisselen, zonder een achtergrond in die nieuwe functie te hebben. Als ondernemer vraag ik me dan af: moet je daar geen vakmensen neerzetten?’
Dus ja, in de landelijke politiek ziet ze ook nog wel iets van een roeping. Maar dat valt momenteel niet te combineren met het bedrijf. En dan gaat familie toch voor. 

Wie is Jacobine van Dijk?Jacobine van Dijk (1979) werd geboren in Hilversum. Ze studeerde achtereenvolgens rechten en kunstgeschiedenis, maar heeft beide studies niet afgerond. Sinds 2020 is ze algemeen directeur van familiebedrijf Vandyck bed- en badgoed. Daarnaast is ze ook actief in de lokale politiek. In 2018 wordt ze benoemd tot steunfractielid voor CDA in Hilversum waar ze in 2022 CDA-raadslid werd. 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.