Het wordt tijd om financiële sector weer als groeisector te erkennen

05-03-2015

Zwart-witdenken. Het lijkt wel of we er steeds beter in worden in Nederland. Iets is goed of fout, iemand deugt of deugt niet en klaar is Kees. Deurtje dicht en verder niet meer over hebben graag, want anders weet de publieke opinie er wel raad mee. Pleidooien in de trant van ‘laten we het kind niet met het badwater weggooien’ passen maar lastig in dat frame.

Een voorbeeldje: nog geen tien jaar geleden twijfelde niemand eraan dat de financiële sector een topsector was. Een sector met een rijke traditie, waar heel Nederland van links tot rechts trots op was. Een groeisector ook, met de ambitie om met sterke dienstverlening de internationale markten te bedienen. De financiële crisis haalde daar een fikse streep doorheen. Met grote impact op economie en maatschappij. En niet te vergeten op de sector zelf die – volkomen terecht – flink leergeld heeft moeten betalen voor de fouten en onevenwichtigheden in het systeem.

Sindsdien is het echter not done om ook maar met enige vorm van trots naar de Nederlandse financiële sector te kijken. In het zevende jaar na de val van Lehman Brothers mag de vraag of onze banken, verzekeraars, pensioeninstellingen, private equity en trustsector niet van té grote waarde zijn om voor altijd in het verdomhoekje te blijven zitten, nog amper gesteld worden.

In realiteit is Nederland op het gebied van agro&food-financiering nog steeds een partij waar je wereldwijd niet omheen kunt. Ook levert Nederland nog altijd zeer hoogwaardige kwaliteit op het gebied van private banking, handelsfinanciering en high frequency trading. We hebben bovendien het beste en goedkoopste betalingsverkeer ter wereld en een enorm veelzijdige verzekeringssector, die in staat is om risico’s bij bijna elke economische activiteit af te dekken. Onze trustkantoren horen tot de top en Nederland kent ook een van de beste pensioenstelsels van de wereld, met veel kennis en hoogwaardige werkgelegenheid.

Uiteraard moeten meer ondernemerschap en groei ook in dienst staan van een optimale bediening van binnenlandse klanten. Maar is het geen masochisme om al die sterke punten níet internationaal uit te buiten? Maken we niet pas écht een fout wanneer we de zelfstandige groeikracht van de financiële sector niet meer op waarde weten te schatten? Als je de ambitie koestert om van Nederland het meest welvarende land ter wereld te maken, dan kan het antwoord alleen maar bevestigend zijn. Tijd voor een nieuw beleid.