Gehaktdag 2016: waar ondernemers het kabinet op afrekenen

24-05-2016

Nederland heeft er wel eens belabberder voorgestaan. Dat zal de minister van Financiën deze week  voorhouden aan de Tweede Kamer tijdens het Verantwoordingsdebat. Maar heeft het kabinet wel werk gemaakt van de tips die ondernemers hem meegaven in 2014?

Ga voor groei! Dat adviseerden ondernemers minister Dijsselbloem in 2014 in de aanloop naar Prinsjesdag. Knijp innovatieregelingen niet af, geef bedrijven financieel lucht, kom met een goed toekomstfonds, help ‘onder water’ huishoudens, houd op met die accijnsverhogingen, sorteer voor op lagere inkomstenbelasting en laat werkgeverslasten dalen, waren de dringende adviezen voor de begroting van 2015. Vorige week werden tijdens Verantwoordingsdag de jaarverslagen gepresenteerd over afgelopen jaar, deze week debatteert de Kamer hierover. Een goed moment om te bepalen wat er terecht is gekomen van de groeiambities van het kabinet in 2015.

Wat is Verantwoordingsdag?
Op Verantwoordingsdag, de derde woensdag in mei, leggen alle ministeries verantwoording af over de financiën en het gevoerde beleid van 2015. Het kabinet presenteerde op 18 mei het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2015, het Rijksjaarverslag 2015 (jaarverslagen van alle ministeries) en de Verantwoordingsbrief aan de Tweede Kamer. Op 26 mei wordt in dezelfde Kamer het debat hierover gehouden.

Geen Dafne Schippers
De overheidsschuld is voor het eerst sinds 2006 gedaald en het begrotingstekort is sinds 2009 nog niet zo klein geweest. De Nederlandse economie was in 2015 voor het eerst weer groter dan in 2008’, juicht het persbericht van het ministerie van Financiën. ‘De overheidsfinanciën hebben nog niet de topconditie van Dafne Schippers, toen ze vorig jaar wereldkampioen sprint werd. Het vergt tijd om dat niveau te bereiken. Maar al met al laat het jaarverslag 2015 de opbrengst zien van de lastige maatregelen van de afgelopen jaren’, aldus minister Dijsselbloem vorige week bij de aanbieding van de stukken aan de Tweede Kamer. 
De cijfers lijken minister Dijsselbloem gelijk te geven. Het begrotingstekort is in 2015 2,2 miljard euro minder groot dan werd verwacht. De overheidsschuld in euro’s daalde zelfs voor het eerst in jaren. De economie is ondanks de lagere gasproductie met twee procent gegroeid en het begrotingstekort kwam ondanks de lagere gasinkomsten uit op 1,8 procent van het bruto binnenlands product. Dat is een veel gunstiger ontwikkeling dan van tevoren werd gedacht.

Wat de overheid kan leren van ondernemers
In het bedrijfsleven krijgt de dag waarop de jaarcijfers worden gepresenteerd veel meer aandacht dan bij de overheid. Daar zijn de plannen zelf – Prinsjesdag – het belangrijkst, maar hoeveel is er nou daadwerkelijk bereikt met het uitgegeven geld? En is daar van te voren ook goed over nagedacht? Is er wel goed nagedacht over de doelmatigheid van de bestedingen? Voor ondernemers zijn die vragen de normaalste zaak van de wereld. Ook overheden zouden veel meer moeten werken met wat in het bedrijfsleven value based management wordt genoemd, zegt Paul Claes, docent Accounting aan de Vrije Universiteit. ‘In het buitenland gebeurt dat al. In Nieuw-Zeeland zijn overheidsbedrijven verplicht te sturen op het creëren van waarde voor de belastingbetaler.’ In het bedrijfsleven moet de ondernemer heel bewust omgaan met zijn beschikbare middelen: geld is immers niet gratis en behalve de bank, willen ook eigen vermogensverschaffers zoals aandeelhouders een bepaald rendement halen. ‘Pas als je je vermogenskosten goed maakt – dus je rente bij de bank en je rendement uitkeert – maak je winst. Zo zou de overheid ook naar belastinggeld moeten kijken’, stelt Claes. ‘Door belastingbetalerswaarde te creëren, als alternatief voor aandeelhouderswaarde. Burgers betalen immers ook niet met het grootste plezier van de wereld belasting.’ Het is dan essentieel dat niet alleen bij het nemen van de beslissingen, maar juist ook achteraf wordt gekeken welke waarde een keuze toevoegt. En natuurlijk, zegt Claes, de overheid heeft ook taken die per definitie geen waarde kunnen creëren. ‘Maar die hebben bedrijven als AkzoNobel en Shell ook, bijvoorbeeld in de vorm van safety, health en environment-projecten. Andere projecten moeten het ‘verlies’ daarop dan compenseren.’

Kanttekeningen
Goed nieuws dus, maar er is wel een paar kanttekeningen bij te maken. Zo is het lage begrotingstekort niet zo’n prestatie als je in ogenschouw neemt met hoeveel miljard de lasten voor werkgevers en burgers de afgelopen jaren structureel zijn verzwaard. Met dank aan de herstellende economie, vielen de inkomsten van de overheid (met name uit de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting) in 2015 zelfs nog 4,6 miljard hoger uit dan vooraf verwacht in de Miljoenennota. 
Met meer inkomsten voor de overheid een lager tekort realiseren, is beduidend makkelijker dan hetzelfde doen maar dan met lagere lasten. En juist die hoge lasten maken het voor burgers en bedrijven lastig om de economie verder aan te jagen.
Dat zie je ook terug in de werkgelegenheidscijfers. De werkloosheid daalde in 2015 weliswaar, maar het tempo is te laag. In 2014 was nog 7,4 procent van de beroepsbevolking werkloos oftewel 660 duizend mensen. In 2015 is dit 6,9 procent oftewel 614 duizend mensen. 
‘Goede bedoelingen leiden niet automatisch tot goede resultaten’
Effectiviteitbestedingen
Ook opvallend is dat het kabinet zich op de borst slaat over de rechtmatigheid van de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten. Deze lag ook over 2015 ruim boven de norm van 99 procent. 
Het is natuurlijk geruststellend dat de overheid weet waar het geld blijft dat ze binnen krijgt, maar dit nog niet zoveel over de effectiviteit van de bestedingen. Rekenkamervoorzitter Arno Visser geeft in deze Forum het voorbeeld van de regelingen om werkloze ouderen weer aan een baan te helpen. Volgens Visser zijn er acht regelingen, maar weten de minister noch de Kamer wat ze kosten en wat ze opleveren. ‘Aan goede bedoelingen ontbreekt het niemand, maar die leiden niet automatisch tot goede resultaten. Je moet weten of er politieke keuzes worden gemaakt die niet werken.’ Wat dat betreft kan de overheid nog wel wat opsteken van ondernemers (zie kader Wat de overheid kan leren van ondernemers). Ook om de groeiambities die het kabinet in 2014 had waar te maken.

Wat Dijsselbloem deed met de groeitips van ondernemers:

Tip 1: kom met goed toekomstfonds
Het kabinet komt met een Toekomstfonds, naar Noors voorbeeld gefinancierd met aardgasbaten. Dit fonds moet zich richten op duurzame economische groei door middel van onderzoek, innovatie en een innovatief mkb. Het moet echt wat gaan voorstellen. Als de middelen 1 op 1 weer terug moeten komen, wordt investeren in onderzoek en innovatie bijvoorbeeld lastig.
Wat is ermee gedaan?
Het Toekomstfonds is een verzameling geworden van mkb-instrumenten en de stimulering van onderzoek. Sommige delen zijn helemaal revolverend, sommige deels, waaronder – jammer genoeg – toch ook onderzoek. Het fonds heeft een startkapitaal van 200 miljoen euro en wordt verder gevoed door mogelijke meevallers in de gasbaten. Daarvan is sprake als de gerealiseerde baten in een jaar hoger zijn dan de geraamde baten. Na de vermindering van de gaswinning zijn die ramingen aangepast. Al met al stelt het fonds zeker wat voor, maar het houdt nog niet over.

Tip 2: maat is vol met accijnzen
De accijnsverhogingen op diesel en lpg hebben al laten zien niets op te leveren behalve veel ellende voor ondernemers in de grensstreek. Het alsnog terugdraaien van deze maatregelen, inclusief de nog geplande accijnsverhoging op tabakswaren van 9 cent per pakje, zou het kabinet sieren. Sowieso zou voortaan altijd rekening gehouden moeten worden met de grens- en werkgelegenheidseffecten.
Wat is er mee gedaan?
Ondanks alle voorspelde negatieve effecten voor ondernemers in de grensstreek, zijn de accijnsverhogingen op diesel en lpg niet teruggedraaid. In het financieel jaarverslag is te lezen dat de ontvangen accijnzen uit brandstof 0,1 miljard hoger zijn dan in 2014. Dat is heel wat lager dan 0,5 miljard waarop het kabinet rekende. Daar was al voor gewaarschuwd door ondernemers uit de grensstreek en meerdere Kamerleden: inwoners uit grensprovincies rijden simpelweg naar Duitsland of België om te tanken. Ook de accijnsverhoging op tabakswaren leidde niet tot hogere opbrengsten.

Tip 3: sorteer voor op lagere inkomstenbelasting
De lasten op arbeid zijn te hoog. Daarom is het tijd voor een belastingherziening. Deze moet dan wel tot een echte netto lastenverlichting leiden. Dat betekent: lasten niet verschuiven naar andere belastingen dan de inkomstenbelasting. Als ook de werkgeverspremie voor de zorgverzekeringswet in deze operatie wordt betrokken, is een verlaging mogelijk naar een tarief van 35 procent tot een inkomen van 100.000 euro en een tarief van 45 procent daarboven. 
Wat is er mee gedaan?
De belastinginkomsten voor de overheid zijn in 2015 gestegen. Van een lagere inkomstenbelasting is in dat jaar niets terecht gekomen. Wel is in het Belastingplan voor 2016 een lastenverlichting van 5 miljard euro voor burgers toegezegd. Dat moet leiden tot meer werkgelegenheid en meer koopkracht. In 2016 wordt nog gekeken of en hoe de inkomstenbelasting nog verder naar beneden kan door een verschuiving naar lokale lasten. Zo’n verschuiving mag er niet toe leiden dat de lasten eenzijdig bij het bedrijfsleven terechtkomen, via bijvoorbeeld een hogere ozb. De werkgeverspremie voor de zorgverzekeringswet is in 2015 wél gedaald van 7,5 procent naar 6,95 procent. En is in 2016 verder gedaald naar 6,75 procent.

Tip 4: help ‘onder water’-huishoudens
Bij 1 miljoen huishoudens is de hypotheekschuld hoger dan de waarde van de woning. Dat belemmert doorstroming op de woningmarkt en arbeidsmobiliteit. Het kabinet moet daarom restschulden beter financierbaar maken, eventueel met pensioenvermogen, en de verruimde schenkingsvrijstelling behouden.
Wat is er mee gedaan?
In 2015 (én 2016) is er een overgangsregeling met een schenkingsvrijstelling voor een eigen woning van 53.000 euro. Vanaf 2017 wordt deze structureel verruimd naar 100.000 euro. Die vrijstelling is niet beperkt tot ouders aan hun kinderen. De restschuldproblematiek zal niet zozeer door overheidsbeleid afnemen, wél door stijgende huizenprijzen. Voor inzet van pensioenvermogen om de restschuld af te lossen is een hervorming van het pensioenstelsel nodig. Dat soort operaties wordt normaliter in een regeerakkoord geregeld, dus dat is nog even afwachten.

Tip 5: geef bedrijven financieel lucht
Na zeven magere jaren zitten veel bedrijven krap bij kas. Om te kunnen investeren moet er meer mogelijk worden. De nieuwe Nederlandse Investeringsinstelling (NLII) zal een fonds voor achtergesteld vermogen opzetten, het kabinet investeert in een co-investeringsfaciliteit voor Business Angels en het Dutch Venture Initiative.
Wat is er mee gedaan?
De NLII is van start gegaan met een Achtergestelde Leningen Fonds voor mkb-bedrijven die op eigen kracht niet in aanmerking komen voor een banklening. Het startkapitaal van 300 miljoen euro is ingebracht door institutionele beleggers. Aan de co-investeringsfaciliteit voor Business Angels dragen het kabinet en het Europese Investeringsfonds (EIF) respectievelijk 30 en 15 miljoen euro bij. Ook is het Dutch Venture Initiative 2 gelanceerd, met 100 miljoen euro van zowel het kabinet als het EIF voor de financiering van snelgroeiende innovatieve bedrijven. Het is de bedoeling dat ook institutionele beleggers 100 miljoen inleggen. Het geld is er, nu moet het de bedrijven bereiken.

Tip 6: Knijp innovatieregelingen niet af
Het kabinet heeft nog voor 170 miljoen aan bezuinigingen ingeboekt staan op fiscale innovatie-instrumenten. Deze moeten geschrapt worden. Nog meer bezuinigingen zouden de fundamenten van de innovatieregelingen aantasten en het economisch herstel frustreren. Ook moet de RDA (extra aftrek voor investeringen in apparatuur en andere uitgaven voor r&d-projecten) beter worden vormgegeven. Verrekening via de loonheffing maakt de regeling aantrekkelijker.
Wat is er mee gedaan?
De 170 miljoen aan bezuinigingen die het kabinet had ingeboekt op fiscale innovatie-instrumenten, zijn teruggedraaid. Gelukkig: innovatie leidt tot duurzame economische groei. Daarom is het belangrijk om ook de komende jaren genoeg te investeren in dit soort instrumenten. Het besluit van het kabinet in het Belastingplan om de RDA en de WBSO te integreren, pakt voor de meeste bedrijven goed uit. Er is nu één fiscale regeling voor de aftrek van investeringen in bijvoorbeeld apparatuur en r&d, en die wordt verrekend met de loonheffing. Verder was 2015 het jaar van de startups: zo werd bijvoorbeeld het startupvisum geïntroduceerd.

Dit artikel komt uit de print Forum