Flexwerk of vast contract? Commissie Borstlap wil alles op z'n kop zetten

27-06-2019

Weg met flexwerk en weg met het vaste contract. Hans Borstlap, voorzitter van de commissie Regulering van Werk, wil de hele arbeidsmarkt overhoop gooien. Niet omdat de commissie-Borstlap dat zo graag wil, maar omdat het keihard nodig is, zegt hij. 'Ik wil het simpeler en eerlijker maken voor iedereen.' Wat betekent dat eigenlijk voor ondernemers?

 

Een kloof tussen flexwerkers en mensen met een vast contract dreigt de arbeidsmarkt in tweeën te splijten. Het moet allemaal veel simpeler en 'eerlijker', zegt een commissie der wijzen onder leiding van Hans Borstlap. Vorige week presenteerde de commissie, aan het werk gezet door minister Wouter Koolmees namens vijf ministeries, een 'tussenrapportage'. Conclusie? Nederland heeft een ingrijpende hervorming van de arbeidsmarkt nodig, de grootste sinds de 19de eeuw. En iedere 'werkende' moet straks dezelfde rechten én plichten krijgen, inclusief een 'universeel fundament' voor arbeidsongeschiktheid. Hoe is dat voor ondernemers?

 

De OESO is enthousiast over Nederland: lage werkloosheid, hoge salarissen. Waarom zouden we iets veranderen?

'Het lijkt goed te gaan, en ook op internationale lijstjes scoren we goed. Maar waar ik bang voor ben, is dat bij de eerste de beste recessie toch zal blijken dat ons fundament niet goed is. En dáár waarschuwt de OESO ook voor. Kim Putters van het SCP noemt dat een veenbrand. Je ziet het niet echt, tot ineens de vlammen tevoorschijn komen. En dan ben je te laat.'
'Er is onrust in Nederland: grote groepen voelen zich onzeker. Groepen die geen zekerheid hebben in hun werk, slecht opgeleid zijn en geen huis kunnen kopen. Er is sprake van een tweedeling op de arbeidsmarkt: mensen met een vast contract die voor alles gedekt zijn, en mensen in flexibele contracten en schijnzelfstandigheid die niet verzekerd zijn voor arbeidsongeschiktheid en geen pensioen opbouwen. Als zij hun werk verliezen, kunnen ze nergens op terugvallen.'

Wie is Hans Borstlap?Hans Borstlap (Amsterdam, 1946) is voorzitter van de commissie Regulering van Werk, ook wel de commissie-Borstlap genoemd. Hij studeerde politicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en heeft een lange ambtelijke carrière achter de rug. Van 2002 tot 2016 was hij lid van de Raad van State. Daarvoor was hij directeur-generaal op het ministerie van OCW. Ook heeft hij gewerkt als medewerker van het wetenschappelijk instituut van de ARP, als sociaaleconomisch adviseur van minister-president Lubbers en als directeur-generaal algemene beleidsaangelegenheden op het ministerie van SZW. Borstlap is lid van het CDA. 

Die tweedeling op de arbeidsmarkt noemt u 'de nieuwe sociale kwestie'. Is het niet wat overdreven om de situatie van nu te vergelijken met die van de 19de eeuw, de vorige sociale kwestie?

'In zekere zin spelen er wel dezelfde mechanismen: het verschil tussen de haves en de have nots. Veel mensen in flexconstructies, die helemaal niks opbouwen en nergens op kunnen terugvallen, zitten aan de foute kant van de streep. En Nederland heeft buitensporig veel flexibele arbeidskrachten ten opzichte van andere landen: gemiddeld twee keer zoveel. Ondernemerschap is prachtig en flexibiliteit blijft natuurlijk nodig. Maar kunstmatig, gesubsidieerd gecreëerd ondernemerschap: dat moeten we niet hebben. Inmiddels heeft maar 60 procent van de mensen nog een vast contract. De rest is een kluwen van allerlei flexibele constructies.'

 

Daar zitten ook de echte zelfstandig ondernemers bij en mensen met een tijdelijk contract. De groep mensen die in schijnconstructies zit, is klein afgezet tegen het totaal aantal werkenden. Kun je niet beter iets voor die groep regelen?

'Ten eerste is die groep helemaal niet zo klein. De meest conservatieve schatting gaat uit van enkele honderdduizenden mensen, afhankelijk van de definitie die je hanteert. Nu hebben ze werk, maar ze zijn de klos bij de volgende recessie. En zonder verzekering belanden ze in de bijstand. Waar we allemaal aan meebetalen, maar zij niet. Ten tweede, met alle respect, uw reactie is de klassieke reactie van de afgelopen 10, 20 jaar. Laten we nou eens afstappen van al die verschillende schotjes, groepjes en categorieën. En kijken hoe lek het fundament is dat werkenden – met wat voor flexcontract dan ook – nu moet beschermen. Volgens mij zitten daar twee gaten in, namelijk arbeidsongeschiktheid en persoonlijke ontwikkeling. En daar moeten we wat aan doen, uit sociale én economische overwegingen.'

 

Het interview gaat verder na de foto. 

Hans Borstlap: 'Veel mensen in flexconstructies zitten aan de foute kant van de streep. Die kunnen nergens op terugvallen'
Hans Borstlap: 'Veel mensen in flexconstructies zitten aan de foute kant van de streep. Die kunnen nergens op terugvallen'
Foto: Jeroen Poortvliet

Er zitten allemaal knappe juristen in de commissie, maar hoe zorgt u er nou voor dat de realiteit van de ondernemer wordt meegenomen?

'Ik heb genoeg mkb'ers gesproken en die zeggen allemaal hetzelfde: dat ze dolgraag mensen in vaste dienst willen nemen. En in hen willen investeren. Het zou ook heel goed zijn als sommige eenpitters mensen in dienst willen nemen. Dat vergroot hun productiviteit enorm. Maar werkgeverschap wordt op dit moment ontmoedigd in dit land. Voor iemand in vaste dienst betalen werkgevers immers veel meer dan voor een flexkracht. En kijk alleen al naar loondoorbetaling bij ziekte. Nederland is het enige land ter wereld waar dat zo werkt.'

 

Dan is het toch niet zo gek dat werkgevers massaal naar flex grijpen?

'Wat mij betreft moet dat vaste contract dan ook minder vast. Eigenlijk wil ik af van de extremen in dit land: extreme flex, en extreem vast. Hoe we het precies gaan oplossen, dat weet ik nog niet. Hoe bijvoorbeeld de ontslagbescherming eruit moet zien. Het werkgeverschap moet in elk geval minder zwaar opgetuigd worden. En kunstmatig ondernemerschap moet verdwijnen. Je bent geen ondernemer als je zwaar afhankelijk bent van één, slecht betalende, opdrachtgever.'

 

'je bent geen ondernemer als je zwaar afhankelijk bent van 1 slecht betalende opdrachtgever'

 

Er moet een universeel fundament komen zegt u in het rapport, waarin arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden geregeld is. Maar hoe gaan we dat betalen?

'Daar moeten we naar gaan kijken met behulp van het CPB. Misschien wel via particuliere verzekeraars. Er moet in elk geval wat veranderen. Zzp'ers krijgen nu fiscale voordelen zoals de zelfstandigenaftrek, om zo hun eigen premies voor arbeidsongeschiktheid te betalen. Maar slechts 18 procent van de zzp'ers heeft daadwerkelijk zo'n verzekering. Als we arbeidsongeschiktheid collectief regelen, heeft dat ook gevolgen voor de huidige zelfstandigenaftrek.'
'We vinden het heel normaal dat iedereen AOW krijgt. Dat is een groot sociaal goed. En het is een risico dat je in kunt schatten, want dat je ouder wordt, is een feit. Maar arbeidsongeschiktheid kun je niet voorzien, dat overkomt je. Kan iemand mij nou uitleggen dat we een voorzienbaar risico wél dekken, maar een onvoorzienbaar risico niet? Dat begrijp ik niet. En niemand kan het me uitleggen.'

 

Hoe wilt u gaan bepalen welke zzp'er nou een echte ondernemer is, en welke niet?

'Dat wordt nog aardig ingewikkeld. Zelfs rechters zijn het er niet over eens of iemand die voor Deliveroo fietst nou wel of geen zelfstandige is. Dat is toch erg voor een rechtsstaat? Wij moeten een formule gaan bedenken om te bepalen wie ondernemer is en wie werkende is. Kijk, bedrijven in bijvoorbeeld de platformeconomie willen ook geen cowboyeconomie. Ze willen duidelijkheid en een gelijker speelveld. En dat krijgen ze op dit moment niet.'

 

Bedrijven moeten toch ook wendbaar blijven?

'Dat schept verplichtingen aan beide kanten. Soms worden werknemers gedwongen naar 'ondernemerschap' omdat bedrijven niet willen meebewegen naar wensen om werk en privé te combineren. Tegelijkertijd snap ik ook dat seizoensbedrijven niet altijd werk hebben. Ook daar moet wat op bedacht worden.'

 

'hoe kan het dat we een onvoorzienbaar risico als arbeidsongeschiktheid voor ondernemers niet dekken?'

 

Wendbaarheid aan de kant van de werknemer betekent ook dat die af en toe naar school moet. 

'Laatst sprak ik een ondernemer, die vertelde dat zij haar 20 man personeel had verteld dat er over een aantal jaar nog maar 5 mensen nodig waren. En ze bood iedereen cursussen en opleidingen aan en om die te betalen. Maar niemand maakte van het aanbod gebruik. Want ze dachten allemaal wel bij die 5 te zitten. Dat is nou een klassiek prisoner's dilemma. Werknemers denken: dat overkomt mij niet.'

 

Maar hoe maak je zoiets verplicht?

'Je zou bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering kunnen koppelen aan de mate waarin werkgever én werknemer actie hebben ondernomen om (bij) te scholen. Belangrijk is ook om zoiets bovensectoraal te regelen en iemand niet in zijn sector op te sluiten. Ik zie ook wel wat in een individueel budget voor scholing. We hebben met het mbo een prachtige infrastructuur, die lokalen staan 's avonds en in het weekend leeg.'

 

Wat is nu de volgende stap?

'Er ligt een voorlopig rapport, en we nodigen iedereen, dus ook ondernemers, nadrukkelijk uit om erop te schieten. En dan is er politieke moed nodig. Ook de OESO zegt: we naderen een point of no return. En voor de keurige economen van de OESO is dat opmerkelijk taal. De geest gaat anders niet meer in de fles.'

 

'we kunnen geen 10 jaar meer wachten op hervorming van de arbeidsmarkt. dan zijn we te laat'

 

Wat hoopt u dat ondernemers doen?

'Kijk naar het Pensioenakkoord: daar hebben werkgevers én de vakbeweging hun nek voor uitgestoken. Maar dit mag geen tien jaar duren, dan zijn we te laat. Hans de Boer pleitte onlangs voor een Balansakkoord, en ik denk zomaar dat de vakbeweging dat ook wel wil.'

 

Op de hoogte blijven van onze interessantste en leukste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.