Bob Kaptein (Maison Kelder): 'Je leeft maar een keer'

16-03-2020

Een lawine gaf Bob Kaptein het laatste zetje om zijn droom na te jagen: een eigen bedrijf met een écht product. Hij verliet de bankwereld en nam de Haagse banketbakkerij Maison Kelder over. Werken met mensen in plaats van cijfers.

 

‘Dit is het dan, flitste het door me heen. Ik was in gedachten al afscheid aan het nemen van mijn vrouw, zag voor me hoe ze me in de deuropening had uitgezwaaid. Toen dacht ik: nee, dit wil ik niet.’ Bob Kaptein (47), directeur-eigenaar van banketbakkerij Maison Kelder in Den Haag, keert terug naar de eerste momenten na een lawine die hij in 2008 meemaakte. Hij was off-piste aan het skiën met een toergroep onder leiding van een gids. ‘Honderden meters boven ons kwam een stuk sneeuw los. Tot die tijd dacht ik altijd dat je bij een lawine snel kunt weg skiën. Maar voor ik het wist, begon alles te schuiven. Daarna een grote witte golf die over je heen komt, als een branding die maar voort lijkt te duren.’ Toen die golf langzaam tot stilstand kwam en hij zijn bijna dood-moment had gehad, nam de ratio het over. ‘Ik moest eerst weten hoe ik lag: wat was boven en onder? Ik liet wat slijm uit mijn mond lopen, maar dat lukte niet. Ik lag dus met mijn gezicht naar boven. Met mijn arm voelde ik hoe diep: een halve meter. Vervolgens heb ik mezelf uitgegraven. Dat viel niet mee, want compacte sneeuw is net beton.’

Wie is Bob Kaptein?Bob Kaptein werd in 1972 geboren in Losser. Hij studeerde technische bedrijfskunde in Enschede. En ging na zijn afstuderen aan de slag bij NEC Industrial Computers tot hij in 2001 de overstap maakte naar ABN AMRO. Daar bekleedde Kaptein diverse managementfuncties. Zes jaar later besloot hij voor zichzelf te beginnen en startte it-bedrijf Value of Contact. In 2011 nam hij Maison Kelder over en werd daar directeur-eigenaar. Inmiddels is hij ook eigenaar van banketbakkerij Brokking in Dordrecht en chocolaterie Lekkers in Zoetermeer.
Kaptein is getrouwd en heeft drie kinderen.

Kaptein komt als eerste boven. Een vriend van hem ligt onder de sneeuw, maar eerst haalt hij de gids naar boven. Die had hij zwaar horen ademhalen en had dus gebrek aan zuurstof. Her en der steken ski’s en stokken boven de sneeuwlaag uit. Een jongen uit de groep zoekt in paniek naar zijn vader, een ander begint lukraak te graven. ‘De gids was groggy, dus die kon de leiding niet nemen. Toen heb ik de verantwoordelijkheid voor de groep op me genomen en de terugtocht naar een skihut georganiseerd.’ Er zijn verwondingen en niet genoeg ski’s, en een tweede lawine mist hen net, maar het lukt om de hut te halen, waarna de groep met een helikopter wordt opgehaald.

Nee, off-piste toertochten doet Kaptein sindsdien niet meer. Maar hij gaat jaarlijks nog steeds zo’n vijf keer skiën met zijn gezin of met vrienden. ‘Skiën is voor mij vrijheid, alles loslaten. In de tijd van de toertochten was ik ook letterlijk onbereikbaar.’

‘Geef je medewerkers vertrouwen!’

 

Wat heeft die lawine met u gedaan?

‘Je leert relativeren wat nou werkelijk de grote problemen zijn. Ik bedoel: je kunt overal over piepen, maar je leeft nog wel! Ik had toen al besloten dat ik alleen nog maar wilde doen wat ik écht leuk vind, en de ervaring met die lawine heeft me daarin gesterkt. Je leeft maar één keer. Ga je droom achterna. In mijn geval was dat dus een eigen bedrijf en werken met mensen. Een andere les was: als iets je irriteert, los het dan op. Blijf er niet mee rondlopen.’

Kaptein was in die tijd al voor zichzelf begonnen met een it-bedrijfje dat banken bijstond. Daarvoor had hij 5 jaar bij ABN AMRO gewerkt. Niet als bankier, maar als manager van een van de contactcenters. Op een gegeven moment had hij het wel gezien in de bankwereld. De bonuscultuur en het belang van cijfers stonden voorop, niet mensen. ‘Er was ook een kloof tussen een management en de werkvloer. Terwijl de werkvloer het moet doen. Ik voelde mij  als manager niet belangrijker dan een ‘gewone’ medewerker. Een bedrijf hoort één grote machine te zijn. Bij de bank ging het erom wie het slimste antwoord gaf. Bij Maison Kelder heb ik geleerd dat je verder komt als je het samen doet.’

 

Op het spoor van Maison Kelder

De eerste stap naar een eigen onderneming ging niet ver genoeg. Kaptein zat nog steeds in de wereld van de cijfers. Hij wilde met anderen een echt product maken. Zo kwam hij op het spoor van Maison Kelder, dat op zoek was naar een nieuwe directeur-eigenaar. Het kostte hem de nodige moeite om de toenmalige eigenaar te overtuigen, want wat had die bankenman nou in een bakkerij te zoeken? Maar uiteindelijk had het bedrijf juist iemand nodig met verstand van financiën en management. Dus hij mocht het bedrijf (bakkerij en vijf winkels, met inmiddels zo’n honderd medewerkers) overnemen.

Zijn kantoortje kijkt uit op de werkvloer, waar medewerkers de in Den Haag en omstreken beroemde hazelnootschuimtaarten maken. De gordijntjes die de vorige eigenaar dicht had, zijn bij Kaptein juist open. Hij begint elke dag met een ‘rondje vloer’: iedereen een hand geven. In het begin draaide hij, net als zijn voorganger, mee in de productie, juist om te laten zien dat hij geen luie bankier was. Dat betekende om 4 uur opstaan in zijn woonplaats Utrecht, om een uur later in Den Haag te beginnen. ‘Die inzet werd wel gewaardeerd, maar op een gegeven moment besefte ik dat mijn medewerkers een veel grotere productie hadden. Voor mijn salaris kon ik op een andere manier productiever zijn.’

 

Tekst gaat verder na de foto

 

Met Marit van 3. ‘Ik ben thuis de flexibele schil’
Met Marit van 3. ‘Ik ben thuis de flexibele schil’
Foto: Jeroen Poortvliet

Bralaap met een brilletje

Die zakelijke instelling heeft hij van zijn vader, die oplagemanager bij De Telegraaf was. Net als de tomeloze energie waar Kaptein om bekend staat. Zijn moeder hield hem voor dat hij het uiterste uit zijn kennisniveau moest proberen te halen. Zelf had ze niet mogen studeren en was ze verpleegster geworden.

Kaptein groeide op in Twente en werd als jongste kind losser opgevoed dan zijn broer en zus. Wat zij deden wilde hij ook. Dat leidde tot een bepaald soort bravoure. Toen zijn latere vrouw hem voor het eerst zag op de universiteit, vond ze hem dan ook een typische corpsbal, een ‘bralaap’. Kaptein beaamt dat. ‘Alle vooroordelen zijn waar. Ik had zo’n klein brilletje en een opgeblazen hoofd van de alcohol’, zegt hij met een licht corporaal accent, zonder een spoortje Twents.

 

'ik kan niet stilzitten. het was: leef bij de dag'

 

In zijn studententijd moesten huisgenoten hem regelmatig tot de orde roepen als hij weer aan het ‘toinken’ – stuiteren – was. Dan hield hij zich een paar dagen in. Vooral een kwestie van energie, zegt hij zelf. ‘Ik kan niet stilzitten. Het was: leef de dag, en dan af en toe hard studeren.’ Maar hij toonde gaandeweg ook een andere, zorgzame kant. Het hielp daarbij dat koken een hobby van hem was en is. ‘Tijdens een gezamenlijke ski-trip met een groep haalde ik ’s ochtends broodjes en maakte ik ’s avonds een driegangendiner. ‘Doe mij later ook zo’n man’, heeft mijn vrouw toen tegen vriendinnen gezegd.’

 

Poolse uitzendkracht

Dat zorgzame komt ook tot uiting in het bedrijf. Hij wil als werkgever het verschil maken voor zijn medewerkers door ze niet als nummer te zien. Als ze om wat voor reden ook vastlopen, kunnen ze bij hem terecht voor hulp. Een medewerkster die met grote schulden bij DSB kampt, probeert hij juridisch bij te staan. ‘Ik heb een fundamenteel rechtsgevoel, kan niet tegen oneerlijkheid. Je moet niet alleen naar de regeltjes kijken, maar ook naar de geest van de wet.’ Hij kwam erachter dat een Poolse uitzendkracht 6 euro kreeg van de 25 euro die Kaptein aan het uitzendbureau betaalde. ‘Ik heb hem toen een vast contract aangeboden. Dat leverde hem veel meer op dan een hoger salaris: hij kon een huis kopen en eindelijk zijn vrouw over laten komen die hij alleen tijdens vakanties zag. Natuurlijk is zo’n medewerker loyaal aan het bedrijf, maar daar gaat het me niet om.’

Kaptein wil weten wat zijn medewerkers nou echt ‘triggert’. Om daar achter te komen, voert hij functioneringsgesprekken op locatie, te kiezen door de medewerker. Een ideetje dat hij heeft opgepikt van zijn vrouw, die manager van een distributiecentrum is. Vandaag gaat hij met een medewerker een stuk rijden in diens camper, en naar de zee kijken. ‘Het zijn de meest leuke gesprekken, waarbij hun eigen interesses worden gekoppeld aan de toekomst van het bedrijf. Ik word er waanzinnig blij van.’

 

'Ik heb een fundamenteel rechtsgevoel, kan niet tegen oneerlijkheid'

 

Hij wil in elk geval het 100-jarig bestaan van Maison Kelder in 2034 meemaken, of dat nu als directeur is of op afstand als aandeelhouder. Misschien gaat hij er nog iets naast doen. En dromen van dat huisje in de bergen, als de kinderen groot zijn. Hij heeft twee zoons van 7 en 5, en een dochter van 3. Kaptein is de ‘flexibele schil’ thuis, omdat hij zijn agenda makkelijker zelf kan indelen dan zijn vrouw. De donderdag is in elk geval voor hen. Werknemers die ook tijd aan hun gezin willen besteden, vinden bij hem een gewillig oor. Onlangs heeft hij twee bakkers vijf weken betaald ouderschapsverlof gegeven. ‘Nog voordat dat wetgeving was in Nederland. En dat betekent toch wat, voor een mkb-bedrijf als het onze. Ik doe het omdat ik weet dat ze dat heel erg waarderen. En als ze dan na die vijf weken met een glimlach terugkeren, voel ik me trots.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.