KPMG-baas Stephanie Hottenhuis: ‘Het mag wel een beetje schuren’

11-11-2019

KPMG-baas Stephanie Hottenhuis (54) groeide als kind in Bulgarije op onder het communisme. Met kippenvel las ze ‘1984’ en ‘Animal Farm’. ‘De vraag was niet óf het communisme voorbij zou gaan, maar wanneer.’

 

Je leidt het uit haar naam niet af, maar als Stephanie Hottenhuis begint te praten, hoor je  een licht Oost-Europees accent. En ja, ze oogt ook Oost-Europees. Bulgaars om precies te zijn. Haar eigen achternaam is Zoeva. Meer dan 30 jaar geleden vertrok ze uit Bulgarije voor een studieprogramma in Engeland, om er niet meer terug te keren. Ze kwam in Engeland wetenschappelijk onderzoeker Marcel Hottenhuis tegen, trouwde met hem en vestigde zich hier. Inmiddels voelt ze zich meer Nederlandse dan Bulgaarse. ‘Ik ben na al die jaren vrij direct geworden. In Bulgarije wordt dat geprezen én bekritiseerd als een Nederlandse eigenschap.’

 

Mevrouw Hottenhuis, Hoe Bulgaars bent u nog?

‘De band met familie en vrienden, die zou ik Bulgaars willen noemen. Door de tumultueuze periode met het communisme hebben familie en vrienden een belangrijke rol gekregen in Bulgarije. Binnen die verbondenheid met je naasten kon je vrij zijn in een onvrij land. Dat is gebleven. Je doet veel voor elkaar, probeert de boel bij elkaar te houden.’

Het ‘tumultueuze’ in haar eigen geschiedenis is de nationalisatie van de kaasbedrijven van haar opa door de communisten in 1944. Al wist die een ‘doorstart’ te maken met een transportbedrijf, waardoor de familie relatief welgesteld bleef. ‘Mijn familie had het foute stempel rijk te zijn geweest in de periode voor het communisme. Door een combinatie van competentie, inventiviteit en hard werken wisten mijn ouders toch carrière te maken.’ Haar vader ontwikkelde zich tot topambtenaar, haar moeder begon na de val van de Berlijnse Muur een bedrijf voor de certificering van machines. Trots: ‘Nog op haar 70ste had ze 70 mensen voor haar werken.’

Wie is Stephanie Hottenhuis?Stephanie Hottenhuis werd in 1965 geboren in Sofia, Bulgarije – een land dat toen nog communistisch was. Na haar middelbare schooltijd besloot ze Engels te studeren, eerst in Sofia en later in het Britse Leeds. Daar ontmoette ze haar (Nederlandse) echtgenoot en besloot met hem naar Nederland te vertrekken. Eenmaal in Nederland studeerde Hottenhuis Engels en bedrijfscommunicatie in Nijmegen, waarna ze aan de slag ging als businessunitmanager Oost-Europa en Azië bij Arcadis. Bij Arcadis klom ze uiteindelijk op tot ceo van Arcadis Duitsland, directeur Arcadis Europa en lid van de raad van bestuur. In 2018 werd Hottenhuis bestuursvoorzitter van KPMG. Hottenhuis is gehuwd en heeft samen met haar echtgenoot twee zoons.

Thuis in Sofia was de blik gericht op de wereld. Als kind hield Stephanie Hottenhuis van leren (‘Ik las stiekem tot diep in de nacht in bed.’) en was zij overal wel goed in: schoolvakken, maar ook culturele en sportieve activiteiten. Dat leidde niet tot afgunst. ‘Ik was via een toelatingsexamen in de jaren 80 op een Engelse school in Sofia terechtgekomen waar iederéén heel goed was. Maar we waren geen saaie studiebollen, hoor. Op die school kwamen we in contact met informatie uit het vrije buitenland en kregen we les van Engelse docenten. De vraag was niet óf het communisme voorbij zou gaan, maar wanneer.’

 

‘Ik was geen saaie studiebol, hoor’

 

U had best wel een bevoorrechte positie?

‘Het was dubbel. Zo las ik 1984 en Animal Farm van George Orwell met kippenvel, omdat ik besefte dat die boeken ook over het systeem in Bulgarije gingen. Tegelijkertijd zat ik op die school in een soort bubble waarin we ons vrijuit konden uitspreken. En Bulgarije had en heeft ook wel iets mediterraans, waardoor er een zekere losheid in het communistische systeem zat. Je kon het niet vergelijken met bijvoorbeeld de Stasi in Oost-Duitsland.’

 

Ondanks dat wilde u toch weg.

‘Ik wilde vooral de wereld in, reizen. De keuze voor een studie Engels bood die mogelijkheid. Mijn ouders waren wel verrast: kon ik niet beter iets kiezen waarmee ik geld kon verdienen? In die tijd wilde ik iets met ontwikkelingssamenwerking gaan doen, Engelse les geven in Azië of Latijns-Amerika.’

 

Het interview gaat verder na de foto

Stephanie Hottenhuis: ‘Escher spreekt me aan vanwege de transitie, beweging, verandering in zijn werk’
Stephanie Hottenhuis: ‘Escher spreekt me aan vanwege de transitie, beweging, verandering in zijn werk’
Foto: Jeroen Poortvliet

Voor uw ouders betekende het dat hun enig kind uitvloog. En wegbleef.

‘Ja, maar daar ben je op je twintigste niet zo mee bezig. Het is een thema waarop ik nu vaak reflecteer met mijn ouders’, zegt ze wat formeel. Zoals ze in alles een serieuze, doordachte indruk maakt. Erg van de inhoud.

Hottenhuis: ‘Technologie helpt in het contact met mijn ouders, in de vorm van Skype. Tot voor kort kwamen zij regelmatig naar Nederland. Maar ze zijn nu 80 en worden broos. Al is dat een thema dat zij mijden. Maar ik besef dat ik het, als enig kind, moet oplossen als zij straks meer verzorging nodig hebben.’

Dat zal Stephanie Hottenhuis dan wel moeten combineren met haar baan als bestuursvoorzitter van KPMG, één van de Big Four van de accountants- en adviesbureaus. KPMG lag de afgelopen jaren regelmatig onder vuur. Er was gedoe over het nieuwe hoofdkantoor in Amstelveen, de accountantstak was tekortgeschoten bij het controleren van bedrijven, en twee van haar voorgangers vertrokken voortijdig.

 

Waarom bent u in zo’n ‘wespennest’ gestapt?

‘Ik wil er allereerst op wijzen dat er de afgelopen tijd hard aan een andere cultuur is gewerkt. De meeste affaires zijn van zo’n 10 jaar geleden. Bij KPMG werken veel millennials die die periode helemaal niet hebben meegemaakt. Ik moet zorgen dat KPMG klaar voor de toekomst is. De motivatie van medewerkers om het goed te doen moet van binnenuit komen, niet van de toezichthouder. We moeten het publieke belang dienen, ook als er niemand kijkt.’

 

‘ik moet zorgen dat medewerkers het goed doen, óók als niemand kijkt’

 

‘Daarnaast moet niet worden vergeten dat KPMG óók een adviesbureau is. En dat we ons in een tijd waarin de transities over elkaar heen buitelen, bezighouden met uiteenlopende onderwerpen als energie, klimaat, diversiteit, digitalisering, welvaartsverdeling en de opkomst van China.’

 

U bent zelf geen accountant. Nog getwijfeld?

‘Toen ik voor deze functie werd benaderd, heb ik me natuurlijk afgevraagd of ik daar goed aan zou doen. Uiteindelijk heb ik 17 gesprekken gevoerd voordat ik deze functie kreeg. Ik voel geen weerstand. Partners nemen mij mee naar hun klanten: dat is een teken van vertrouwen. En verder: professionele dienstverlening is mijn vak en mijn passie. Mijn eerste gedachte toen ik werd benaderd, was: ja, dat wil ik, ik was meteen enthousiast. Dat voel je in je buik. Daarna ga je rationaliseren. Maar je moet het eerst in je buik voelen, dan zit het goed.’

 

Daarvoor werkte u meer dan 20 jaar voor ingenieursbureau Arcadis. Had u daar geen bestuursvoorzitter willen worden?

‘Dat was een optie, maar paste niet goed bij de behoefte van Arcadis op dat moment. Na zes jaar als bestuurslid was ik het wel aan mijn stand en mijn omgeving verplicht om iets anders te gaan doen, om te verversen. Ik wil niet te veel op routine varen, houd van een beetje stretch, spanning.’

 

Uw man werd docent zodat u voor Arcadis kon reizen. Een bewuste stap terug?

‘Nee, je moet het niet beschouwen als een opoffering. Hij had het wel gezien in het bedrijfsleven en wilde met zijn lesbevoegdheid iets terugdoen voor de samenleving. Werken met jonge mensen. In die zin was het een stap vooruit die hem veel voldoening geeft. Maar het kwam natuurlijk wel goed uit dat hij daardoor vaker thuis was.’

 

Wat vonden uw kinderen daarvan?

‘We hebben onze twee zoons op jonge leeftijd bij onze carrièrekeuzes betrokken: dit is wat je opgeeft, dit is wat je wint. Zij konden zich verbazen als ze bij vriendjes gingen spelen en moeder thuis was: had die geen baan? Kinderen hebben feilloos door wat een goede balans is voor hun ouders. Zij wisten dat ik happy was met mijn invulling. Dat is mijn weg, maar er is niet één weg die voor iedereen geldt. Niemand mag je vertellen hoe je het moet doen.’

 

‘mijn zoons verbaasden zich als ze bij vriendjes gingen spelen: had díe moeder geen baan?’

 

U bent de eerste vrouwelijke bestuursvoorzitter bij de Big Four. Wat vindt u van een vrouwenquotum?

‘Nou, 10 jaar geleden was ik daar tegen. Toen vond ik dat de overheid niet moest ingrijpen in het primaat van de markt, misschien ook vanwege mijn Bulgaarse achtergrond. Bedrijven zouden vanuit marktmotieven voor meer vrouwen moeten kiezen. Maar mijn mening is verschoven, want het gaat te langzaam. Naast Nederland blijft ook Duitsland achter op dit punt. Dat komt door de luxepositie die we hadden: een gezin kon vaak op één inkomen leven. Vrouwen hoefden niet te werken. Daarnaast heb je de druk van de omgeving en sociale voorzieningen die niet op twee werkende ouders zijn berekend. Dat moet allemaal landen en daarin spelen we allemaal een rol.’

 

U staat bekend als leergierig. Soms zelfs iets té.

‘Ja, perfectionisme is mijn kwetsbaarheid. Dan stel ik te hoge eisen aan mijn omgeving, ook thuis. De keuken hoeft niet blinkend schoon te zijn. Ook in het werk geldt dat goed vaak goed genoeg is. Voor mij is dat niet altijd helder.’

 

‘Af en toe heb je een kopstoot nodig’

 

Leergierig is ze ook in haar privéleven, vooral op cultureel vlak. Ze bezoekt regelmatig musea en toneelvoorstellingen om zich te laten prikkelen. ‘Het mag wel een beetje schuren. Af en toe heb je een kopstoot nodig. Absurd theater, daar houd ik ook van. Juíst omdat dat zo dichtbij de werkelijkheid komt.’ Ze wilde op de foto bij Escher in het Paleis in Den Haag. ‘Zijn tekeningen spreken me aan vanwege de transitie, beweging, verandering in zijn werk. Hij tart je gevoel van de werkelijkheid. Je moet in al die lagen duiken.’

 

Maak kennis met Stephanie Hottenhuis: 

 

Na het interview zegt ze dat ze de ‘anekdote met de auto’ nog wel had verwacht. In een krantenprofiel vertelde een mannelijke collega ooit dat tijdens een zakenreis hun auto vlak voor een pompstation zonder benzine kwam te staan. Hottenhuis aarzelde geen moment en hielp op haar naaldhakken mee met duwen. ‘Die anekdote heb ik inmiddels wel 30 keer teruggehoord. Maar wat had ik anders moeten doen? Ik wilde óók naar huis.’

 

Op de hoogte blijven van onze leukste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.