Er moest wat ballast overboord, maar wat achterbleef van haar protestants-christelijke opvoeding was een groot plichtsbesef. 'En daar is niet zoveel mis mee', vindt Ingrid Thijssen. Zij is ceo van Alliander en wil het goede doen. 'Het ontroert me altijd als mensen iets voor elkaar willen betekenen.'
Update: 27 februari 2020 | Ingrid Thijssen is per 1 juli 2020 benoemd tot voorzitter van VNO-NCW.
Ingrid Thijssen vraagt zich in menig interview af wat ze straks, in 2050, zal moeten antwoorden als haar kleinkinderen vragen: ‘Oma, wat heb jij er aan gedaan om de energietransitie goed te laten verlopen?’ Het is deels een retorische vraag – want natúúrlijk gaat ze ervan uit dat de verbouwing van de Nederlandse leefomgeving tegen die tijd is geslaagd, dat er overal zonnepanelen liggen, nog meer windmolens staan en alle auto’s op elektriciteit of waterstof rijden – maar hoe zit het met de persoonlijke kant van het door haar gegeven scenario?
‘Of ik ook echt oma ben geworden, bedoel je? Nou, ik heb twee zonen dus eh… ik wil de druk niet onnodig opvoeren, maar ik zou het wel heel leuk vinden als ik dan minstens één kleinkind zal hebben. En ik hoop natuurlijk dat mijn man en ik ook nog samen zijn. Laatst las ik een artikel over Aaltje en Arend, 100 en 102 jaar oud die al 80 jaar en 288 dagen bij elkaar waren. Ze stonden heel knus en pienter samen op de foto. Ik liet de krant aan Joost zien en zei: Kijk, schat, dat lijkt me nou best gezellig!’
Wie is Ingrid Thijssen?Ingrid Thijssen werd in 1968 geboren en groeide op in Bodegraven. Ze studeerde Rechten en volgde een opleiding personeelswetenschappen. Naast haar studie werkte ze bij de NS als schaderegelaar. Ze maakte carrière bij het bedrijf en werd in 2011 directievoorzitter NS Reizigers. In 2014 maakte ze de overstap naar Alliander, waar ze als coo (chief operational officer) aan de slag ging. In 2016 wordt ze gekozen tot Topvrouw van het Jaar. Een jaar later kreeg ze de leiding over het netwerkbedrijf. Ingrid Thijssen is getrouwd en heeft twee kinderen.
Zullen we eerst even terugreizen in de tijd? Laten we zeggen: naar 1980.
‘Toen was ik 12. Een gedisciplineerd, ijverig en sportief kind. Eén oudere zus, gelukkige jeugd, harmonieus en prettig, nul nare herinneringen. Ik kom uit een protestants christelijk gezin en het idee dat je iets moet doen voor de samenleving is mij met de paplepel ingegeven. Mijn moeder heeft haar leven lang vrijwilligerswerk gedaan. Ze ging op haar 80ste, met de rollator, nog voor een praatje op bezoek bij mensen die ze ‘mijn bejaarden’ noemde – ook al was ze zelf een paar jaar ouder. Weet je dat ik tranen in mijn ogen krijg als ik daar aan terugdenk?’
Hoe komt dat?
‘In de eerste plaats omdat ik ontzettend veel van mijn moeder heb gehouden. Ze is drie jaar geleden overleden en ik mis haar nog steeds. Niet elke dag, maar toch… ik denk regelmatig: wat zou ik nu graag even bij haar op de thee gaan. En in een groter verband ontroert het me altijd als ik er aan denk dat mensen iets voor elkaar willen betekenen.’
Als ik denk aan mijn protestants christelijke opvoeding komen er meteen begrippen als schuld en boete naar boven.
‘O, maar dat herken ik helemaal! Een paar jaar geleden had ik het er met mijn zus over hoeveel effect de zwaarmoedige kant van het geloof op me heeft gehad; van al die ge- en verboden die ik elke zondagochtend kreeg ingeprent. Ik wilde dat niet meer. Het hielp al om dit uit te spreken: ik doe dit niet omdat de kerk het mij voorschrijft, maar omdat het mijn eigen keuze is. Je hebt gelijk: je raakt het niet echt kwijt, maar wat overblijft is te vertalen tot een enorm plichtsbesef en daar is op zich niet veel mis mee.’
Het interview gaat verder na de foto