Branchevereniging aan het woord: NVP

15-01-2024

De Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP) is de branchevereniging van participatiemaatschappijen in Nederland. Directeur Tjarda Molenaar vertelt.

 

Vertel eens over uw branche en branchevereniging.

‘De NVP vertegenwoordigt private equity en venture capital-investeerders in Nederland. In de 40 jaar dat we bestaan, is de sector gegroeid in professionaliteit en kapitaal. Onze 130 leden zijn goed voor 95 procent van de investeringen van participatiemaatschappijen. Sinds 2007 hebben we zo’n 77 miljard geïnvesteerd: 10 procent in start-ups en scale-ups en 90 procent in volwassen bedrijven, vaak in het mkb. De combinatie van kapitaal, kennis en netwerk van investeerders laat bedrijven harder groeien. Ze maken ook meer slagen in digitalisering en verduurzaming dan bedrijven zonder zo'n actieve aandeelhouder.

We behartigen belangen van de leden, doen onderzoek en hebben een academy waar experts uit de sector hun kennis delen met sectorgenoten. Op het bureau zijn we met z’n negenen, maar er zijn wel honderd medewerkers van leden betrokken bij belangenbehartiging, onze academy en andere activiteiten. We doen onderzoek naar investeringen en de sociaaleconomische effecten daarvan. En ook steeds meer naar de verduurzaming van onze sector.’

 

Hoelang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Al meer dan twintig jaar. Ik ben met de NVP in de Malietoren begonnen. Later zijn we verhuisd naar Amsterdam om dichter bij onze leden te zitten. Ik ken de praktijk, omdat ik eerder bij een van onze leden heb gewerkt, Gilde Investments. Daarvoor hielp ik als consultant bedrijven hun financieel rendement en ontwikkeling verbeteren. Maar ik heb ervaren dat een betrokken aandeelhouder daar ook veel kan bijdragen.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Met stip op één staat het bewaken van ons investeringsklimaat. Nederland stond altijd bekend om een stabiel investeringsklimaat. En dat beeld staat momenteel onder druk. Om het te herstellen, moet ons land weer stabiliteit gaan uitstralen. De ad-hocbesluiten in de kabinetsformatie en in de Tweede Kamer terugbrengen tot doordachte beleidsvorming.

Het is niet meer vanzelfsprekend dat internationaal actieve bedrijven ook investeren in Nederland. En we zijn enorm geschrokken van de beslissing om de 30 procent-maatregel voor expats in te perken. Dat signaal zorgt voor onzekerheid. Onze leden en hun portefeuillebedrijven voelen al dat het nog moeilijker wordt om talent uit het buitenland aan te trekken. Gelukkig gaat staatssecretaris van Rij van Financiën onderzoeken wat hij daar nog aan kan veranderen.

Dit soort besluiten wordt genomen op basis van onderbuikgevoel, zonder dat er goed wordt nagedacht over de consequenties. We doen onszelf enorm tekort. Dus onze oproep is om meer te kijken naar feiten, cijfers en onderzoeken. In Europees verband zijn veel onderzoeken gedaan die laten zien dat investeerders bijdragen aan groei, innovatie en werkgelegenheid.

Op het Europese speelveld is verdere verbetering van de kapitaalmarktunie een prioriteit. Nederland heeft veel baat bij investeren over de grens en investeringen uit het buitenland. Wij worden door de Europese Commissie uitgenodigd om mee te denken, terwijl het onderwerp in Nederland weinig aandacht krijgt. Het gaat om een gelijk speelveld, behapbare duurzaamheidsregels en een antwoord op de Amerikaanse Inflation Reduction Act. Dat is een enorme marktverstoring voor Europa.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Voor het investeringsklimaat en de kapitaalmarkt zijn we op pad in Den Haag en Europa. We doen oproepen aan de informateur. We praten met de permanente vertegenwoordiging in Brussel.

Ook werken we aan het versterken van het start-up- en scale-up-ecosysteem. We proberen meer pensioengeld naar venture capital te krijgen. Daarover hebben we met start-up-programma TechLeap rapporten gemaakt, aan ronde tafels deelgenomen en aan pensioenfondsen laten zien dat drempels uit het verleden grotendeels zijn opgelost. Met meer kapitaal voor start-ups en scale-ups kun je een belangrijke bijdrage leveren aan de grote transities waar we voor staan. Want daarvoor moet er niet alleen kennis uit de universiteiten komen, maar moeten bedrijven er ook producten en diensten van maken. Daarvoor is kapitaal, kennis en ondernemerschap nodig, want het moet naar de markt gebracht worden, er moeten risico’s voor genomen worden.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘We denken dat onze sector een belangrijke bijdrage gaat leveren aan de transities en daardoor aan de groei en toekomstbestendigheid van bedrijven. Participatiemaatschappijen kunnen een belangrijke rol pakken als ondernemingen moeten veranderen. Ze leveren een ander type kapitaal dan banken. Daarom zijn ze voor het mkb een belangrijke financieringsbron om mee te komen in de transities en te concurreren in Europa.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘De brancheorganisatie is ooit opgericht door een werkgroep van investeerders met een secretaris van VNO-NCW. Nog steeds vinden we het belangrijk om bij VNO-NCW samen te werken met andere vertegenwoordigers van ondernemingen en zoveel mogelijk met één stem te spreken. We zitten in de Expertcommissie Financiële Sector en hebben regelmatig overleg met verschillende beleidsmedewerkers op het gebied van ondernemerschapsklimaat, innovatie- en technologiebeleid en fiscale zaken. Daar zijn we heel enthousiast over.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Met de directeur van Energie-Nederland. Zonder energie komt alles tot stilstand, dus het is een sector met een groot maatschappelijk belang. Maar ook fascinerend om de belangen te behartigen van zowel nieuwkomers als grote spelers van weleer die zelf in transitie zijn. Ondanks verschillen en tegenstellingen moeten ze er toch samen voor zorgen dat Nederland in beweging blijft.’