Branchevereniging aan het woord: FME

17-04-2024

In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Dit keer: Willem Wensing, MT-lid en manager partnerships bij FME, de ondernemingsorganisatie voor de technologische industrie.

 

Vertel eens over uw branche(vereniging).

‘Bij FME zetten we ons met een team van 160 medewerkers in voor 2.200 leden en partnerbranches. Onze lidbedrijven zijn heel divers: van technostarter tot multinational, van producenten van staal en zink tot hoogtechnologische bedrijven. We hebben grote leden, maar 85 procent van onze achterban bestaat uit mkb-bedrijven. Die combinatie biedt een uniek en krachtig ecosysteem binnen de technologische sector. Bij onze leden werken 220.000 medewerkers. Ze zetten samen jaarlijks 139 miljard euro om en exporteren voor 59 miljard euro.

Maar onze sector is groter dan dat. Vorige week heeft onze voorzitter samen met FNV een rapport aangeboden aan minister Adriaansens van EZK. Daaruit blijkt dat de metalektro – de technologische en metaalindustrie – werkgelegenheid biedt aan 360.000 mensen en zorgt voor nog eens 319.000 indirecte banen. Dat is zo’n 7 procent van het bbp. De arbeidsproductiviteit in de sector is bijna anderhalf keer hoger dan gemiddeld en metalektro draagt meer bij aan innovatiekracht dan enige andere sector: ruim een derde van alle R&D-uitgaven in Nederland.’

 

Hoe lang zit u al in het managementteam, en wat is uw achtergrond?

‘Ik ben in november 2023 toegetreden als manager partnerships. Ik zet me in voor ledenbinding en onderhoud de relaties met de vijf regio’s en 34 partnerbranches. Hiervoor was ik verantwoordelijk voor public affairs bij Tata Steel Nederland in Den Haag.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Het belangrijkste op dit moment is de politiek onzekere situatie. Het gebrek aan stabiliteit vormt een groot probleem voor al onze bedrijven. Dat betekent voor ondernemers ook onzekerheid in de investeringen die ze doen. De vraag is dan ook hoe we in Nederland een sterk bedrijfsleven, een sterke industrie en sector houden die bijdragen aan de maatschappelijke kwesties van morgen. De technologische industrie is onmisbaar voor de transities waar we voor staan.

Recente ontwikkelingen op het gebied van vestigingsklimaat, infrastructuur en innovatiebeleid werken daarin niet mee. Iedere negatieve beleidsaanpassing is al uitdagend, maar de opeenstapeling is een grote dreun voor de innovatiekracht van Nederland en voor Nederlandse ondernemers. De gevolgen zul je vandaag nog niet direct merken, maar over tien jaar wel. Een collega omschrijft het wel eens als een Jenga-toren. Je kan best een blokje weghalen, maar als dat het verkeerde blokje is, stort het hele bouwwerk in elkaar.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘De technologische industrie heeft vooral een overheid nodig die nadenkt over de lange termijn en zorgt voor voorspelbaar en stabiel beleid. We hebben net onze strategie voor 2024-2030 geformuleerd met drie focusthema’s. Met de huidige strijd om talent is arbeidsmarkt en onderwijs een essentieel punt. Samen met andere brancheorganisaties en vakbonden hebben we daarom het Aanvalsplan Techniek gelanceerd om het grote tekort aan technische vakmensen aan te pakken.

Ons tweede thema is duurzaamheid. Dat gaat over de energietransitie en circulaire economie. Bedrijven moeten de ruimte krijgen om te vergroenen én ondernemen. Problemen met netcongestie, hoge energiekosten en een gebrek aan een gelijk speelveld verhinderen dat. Nederland moet meer gelijk optrekken met buurlanden en binnen de EU, bijvoorbeeld bij energieprijzen.

Het derde focusthema is digitalisering. Denk aan robotisering en automatisering in de industrie, zorg en landbouw. De ontwikkelingen van AI en quantumtechnologie zijn een race tegen de klok. Als je niet bijblijft, dan verlies je het op de lange termijn.

Met deze thema’s gaan we aan de slag in de marktsegmenten industrie, gebouwde omgeving, energie, grondstoffen en materialen, gezondheid en zorg, landbouw water en voedsel, defensie en mobiliteit. De oplossingen komen uiteindelijk van de werkvloer, uit de regio en door goede samenwerking met partnerbranches waarvoor FME zich inzet. Maar daar is ook een overheid voor nodig als strategisch partner, die vooruitdenkt en een ambitieus industrie- en innovatiebeleid voert.’

 

Hoe ziet u de toekomst?

‘Onze sector heeft een belangrijke rol bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Zoals gezegd, FME verbindt het hele ecosysteem van basismetaal tot technostarters; de een kan niet zonder de ander. Natuurlijk begeven we ons in een Europese en mondiale markt, maar het feit dat al deze bedrijven in Nederland nauw samenwerken biedt een groot voordeel. Er zijn in onze sector heel veel brancheverenigingen en dat is ook goed. FME fungeert als koepel en richt zich op de algemene thema’s. Uiteraard weten onze partnerbranches zelf alles tot in detail en dat versterkt elkaar.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branchevereniging in het algemeen?

‘Elkaar opzoeken in brancheverenigingen zal altijd belangrijk blijven. Om te sparren en om samen te werken. Daardoor kan je van elkaar leren. Ik ben ervan overtuigd dat intensievere samenwerking bij gedeelde belangen steeds belangrijker wordt.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Als ik me niet vergis, zijn wij na AWVN het grootste lid van VNO-NCW. De samenwerking biedt ons en onze achterban meer slagkracht. We versterken elkaar in onze eigen disciplines.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Ik ben hier pas in november begonnen en heb bij FME nog veel te ontdekken. Voorlopig wil ik alle focus daarop houden. Mijn hart ligt bij de industrie, een omgeving waar iets gemaakt wordt. Daarom zou ik wel willen ruilen met Gerrit Jan Koopman van de VNP, de papier- en kartonfabrieken. Dat is een deel van de maakindustrie dat ik nog beter wil leren kennen.’