Frank Heemskerk (European Round Table for Industry): ‘’Premier Rutte heeft helaas geen gelijk, Nederland is geen magneet voor het aantrekken van internationale investeringen’’

Sinds 1 januari jl. zijn de Zweden, voor een periode van 6 maanden, voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Traditiegetrouw zijn er door de voorzitter een aantal hoofddoelstellingen geformuleerd. Kantoor Brussel van VNO-NCW en MKB-Nederland heeft Frank Heemskerk van de European Round Table for Industry gevraagd om een vooruitblik te geven op de doelstelling met betrekking tot het concurrentievermogen van de Europese Unie.

Het gesprek met Heemskerk vindt plaats in een zeer bewogen periode. Premier Rutte en Boskalis-topman Peter Berdowski hebben onlangs achtereenvolgend een interview gehad met het Financieel Dagblad waarin zij beiden, vanuit een andere invalshoek, een compleet tegenovergestelde visie op het Nederlandse investeringsklimaat uiteenzette. Heemskerk begint met het benadrukken van het belang van het concurrentievermogen van Nederland en Europa.

‘’Concurrentievermogen klinkt altijd een beetje kil, maar het gaat over de vraag hoe we er met z’n allen voor gaan zorgen dat de investeringen die bijvoorbeeld gedaan moeten worden in duurzame energie, door investeerders worden gedaan die ervoor kiezen om dat in Europa te doen. Het gaat daarmee om de uitdagingen en de werkgelegenheid van morgen en overmorgen.’’

Het gevoel overheerst dat concurrentievermogen laag op de agenda stond. Het is voor een deel verklaarbaar, aldus Heemskerk: ‘’In Europa zijn er de afgelopen periode ongelooflijk grote politieke uitdagingen (geweest). Met Covid, de oorlog in Oekraïne, daarvoor met de euro- en migratiecrisis. Dat zijn hele grote crises, daar was natuurlijk veel aandacht voor.’’

Het vertrouwen van CEO’s in de economie is sterk gedaald, dat concludeert een rapport van de European Round Table for Industry in samenwerking met de denktank The Conference Board. Als reden voor het pessimisme worden onder meer de oorlog in Oekraïne en de Inflation Reduction Act (IRA) genoemd. Heemskerk is dan ook zeer verheugd dat de Zweden een topprioriteit van het verbeteren van het concurrentievermogen van de Europese Unie hebben gemaakt: ‘’Het is echter wel een kwestie van de lange adem. We moeten als Europa meer aandacht besteden aan om- en bijscholing van alle medewerkers. Ook het versterken en verdiepen van de interne markt zou bovenaan het lijstje moeten staan. Hoe kan het nou zo zijn dat het nog steeds niet mogelijk is om hetzelfde potje witte verf in alle 27 lidstaten te verkopen?’’

Het bedrijfsleven moet echter ook naar zichzelf kijken, aldus Heemskerk: ‘’Onze voorzitter zei een keer in een overleg: wij hebben als Europese multinationals Europa verwaarloosd omdat we heel druk bezig waren met het globaliseren. Hetzelfde geldt voor politici, die hebben Europese bedrijven en de concurrentiekracht van Europa veronachtzaamd. Dat kunnen wij ons allebei niet meer permitteren.’’

Het gesprek eindigde met een verwijzing naar het interview van premier Rutte: ‘’Je kunt alleen maar strategisch autonomer worden als je je concurrentievermogen op orde hebt. En helaas, premier Rutte heeft geen gelijk, Europa en Nederland zijn geen magneet voor het aantrekken van internationale investeringen.’’