Zo zet je de circulaire economie in de turbostand

02-11-2017

Grondstoffen hergebruiken? Er zijn genoeg ondernemers die dat wel willen doen. En toch komt de circulaire economie maar moeizaam van de grond. 4 tips voor Eric Wiebes om een beetje snelheid te maken.

 

Kopen, gebruiken, weggooien. Zonde toch? Nou inderdaad. Want in al die afgedankte spullen zitten grondstoffen die gewoon opnieuw gebruikt kunnen worden. Dus waarom zouden we dat dan niet doen? En toch komt de circulaire economie maar moeizaam van de grond. Vier tips voor de kersverse minister van Klimaat, Eric Wiebes, waarmee hij de circulaire economie in de turbostand kan zetten:

 

Circulair ondernemen: ook iets voor jouTip #1

Koop anders in

Jaarlijks koopt het Rijk voor maar liefst 10 miljard euro aan goederen en diensten in (en met de decentrale overheden erbij gerekend gaat het zelfs om 60 miljard euro). Dat varieert van kantoorartikelen en catering tot de aanleg van nieuwe wegen. Er wordt gelet op kwaliteit en prijs. Maar ook op duurzaamheid en innovatie, beloofde het Rijk bij ondertekening van het Grondstoffenakkoord. Alleen of dat ook echt gebeurt... ‘De praktijk is dat ambtenaren risicomijdend zijn’, zegt Guido Braam, initiator van NL Circular Hotspot. ‘En dus niet snel kiezen voor een nieuwe technologie die duurzamer is. Want tja, er kan natuurlijk iets fout gaan als je iets anders kiest dan je normaal doet. Daar kan zomaar gedoe van komen. Dus is er veel aarzeling om dit soort risico’s te nemen, merk ik.’

 

voor 10 miljard kun je behoorlijk wat duurzaam inkopen

 

Toch zou het heel goed zijn als een grote inkoper als de overheid juist wel voor dit soort nieuwe duurzamere technieken kiest. ‘Tot nu toe zijn er vooral veel pilots gestart om circulair werken van de grond te krijgen. Maar om hele ketens te verduurzamen is er meer nodig dan een pilotprojectje hier of daar.’ Met andere woorden we hebben schaal nodig, anders komt de circulaire economie nooit van de grond. En daarbij kan de overheid dus een handje helpen met haar inkoopbeleid. Om te beginnen door tenminste de beloofde 10 procent duurzaam in te kopen. 

 

Tip #2

Investeer in doorbraaktechnologie

Voor veel investeerders, zegt Braam, is investeren in circulaire producten of technologie te risicovol. Daar lopen overigens alle innovatieve ondernemers tegenaan en niet alleen degenen die circulair willen werken. Niet onlogisch natuurlijk: investeerders worden afgerekend op het rendement dat ze halen op een investering. Daar moet je bij innovaties wel eens even wat geduld voor opbrengen. En een vernieuwing kan natuurlijk ook uitlopen op een mislukking. De overheid heeft over het algemeen een wat langere adem dan ‘gewone’ investeerders, stelt Braam. ‘Maar ook op dit gebied is de overheid te voorzichtig. En durft nauwelijks te investeren in doorbraaktechnologie. Terwijl we die wel hard nodig hebben. Bedrijven kunnen dat eerste risico vaak niet nemen. Dus ik zou zeggen: overheid, help.’

 

als je investeert, kijk dan ook eens naar de impact op mens en milieu 

 

Daar kan Tonnis Hooghoudt van het Eindhovense Ioniqa over mee praten. Zijn bedrijf heeft een methode ontwikkeld om met een magnetische katalysator alle soorten en kleuren PET Polyester – wat wordt verwerkt in flessen, verpakkingen, kleding en tapijten – volledig te recyclen tot ontkleurde, pure grondstoffen. Het bedrijf is zover dat het een PET-grondstof kan terugleveren aan de industrie van dezelfde kwaliteit als originele virgin grondstof uit olie. Daarmee heeft het bedrijf volgens eigen zeggen een circulaire oplossing gevonden voor bijna een kwart van het plastic afval in de wereld. ‘We zijn van plan de eerste 10 kilotonfabriek in 2018 te realiseren, het ultieme bewijs dat we op industriële schaal en rendabel kunnen produceren. Daarvoor zijn we momenteel met diverse partijen – zowel investeerders als PET-marktpartijen – in gesprek. Ook dit is een doorbraaktechnologie met een potentieel grote impact die om durfinvesteerders vraagt.’

 

Nieuwe PET maken uit oude PET: zo doet Ioniqa dat

 

‘Het helpt als investeerders hun afweging niet alleen maken op basis van risico en rendement’, zegt Patty Zuidhoek, directeur Zakelijke Relaties bij Triodos Bank. ‘Natuurlijk kijken wij daar bij investeringen goed naar, maar deze tweedimensionale afweging is niet voldoende. Als je – zoals wij doen – ook de impact van een bedrijf op samenleving en milieu meeweegt, zouden veel investeringsbeslissingen van nu wel eens anders kunnen uitpakken. Kijk maar naar de financiering van kantoorpanden: banken kijken nu ook naar het energielabel van die panden. Op termijn zijn energieverslinders namelijk onverkoopbaar.’

Israël en Amerika hebben investeringen in doorbraaktechnologie overigens goed geregeld: lees dit verhaal er maar eens op na.

 

Tip #3

Zorg dat je ‘afval’ ook echt mag hergebruiken

‘Kijk’, zegt Arjen Wittekoek van recycler Coolrec, ‘we weten allemaal dat we de CO2-uitstoot omlaag moeten krijgen. En als ondernemer vind ik het ook heel erg belangrijk daar iets aan te doen. For a better world zeg maar. Dat klinkt misschien hoogdravend, maar dat zie ik echt zo. Hergebruik draagt daaraan bij. En ik kan er met mijn bedrijf dus wat aan doen. Mooi zou je denken. Maar ja, dat wordt dus onmogelijk gemaakt. Volgens Europese regels worden sommige stoffen nu als verdacht aangemerkt. Brandvertragers bijvoorbeeld die in televisies zitten. Die stoffen moet je er dus uithalen als je de grondstoffen van de tv opnieuw wilt gebruiken. Maar hoe weten wij nou precies welke fabrikant wat in welk product heeft gestopt? En waarom mag iets wel in een kant-en-klare tv zitten, maar niet in de grondstof die is bedoeld om er een nieuwe van te maken?’ Wittekoek (en zijn collega recyclers overigens ook) zou wel een beetje steun kunnen gebruiken van de politiek. Misschien kunnen er wel goede afspraken gemaakt worden met fabrikanten over een soort grondstoffenpaspoort bij elk product, dat ook meegaat als dat product wordt hergebruikt. ‘Het is nu te zwart-wit. Een stof is verdacht en bam, dan mag je er niets meer mee doen. Terwijl gebruik gewoon goed is.’

 

Tv's, koelkasten: Coolrec wint uit heel veel afgedankte spullen grondstof terug

 

Ook Tonnis Hooghoudt van Ioniqa heeft met regels te maken die hergebruik in de weg staan. ‘Wij kunnen uit een oud T-shirt nieuwe PET-grondstof maken voor een transparante frisdrankfles. Alleen dat mag dus niet: de regelgeving is daar niet op afgestemd. Als je een verpakking voor voedsel wilt maken van gerecycled materiaal mag dat alleen als dat materiaal ook ooit is gebruikt voor voedsel. Wat wij doen is geen recycling oude stijl waarvoor de wet ooit is gemaakt. In tegenstelling tot de traditionele mechanische recycling, breekt Ioniqa het PET-afval af tot de oorspronkelijke, zuivere bouwstenen. Dat is dus dezelfde grondstof die nu uit olie komt, en voor elke nieuwe toepassing geschikt is. Het zou echt helpen als de politiek dat begrijpt en ons helpt.’

 

Tip #4

Geef incentives voor duurzaamheid

‘Niet iedereen wordt hier blij van natuurlijk’, zegt recycler Arjen Witteboek (Coolrec) er maar meteen bij. ‘Maar het zou heel goed zijn als de incentives om duurzamer materiaal in te kopen groter zijn. Bijvoorbeeld door een hoger btw-tarief voor nieuw materiaal en op die manier het gebruik van gerecycled materiaal aantrekkelijker te maken. Bovendien zijn de productiekosten voor gerecycled materiaal heel anders dan voor nieuw materiaal.’ Daarmee moet een bedrijf als Coolrec wel concurreren. Oude producten verzamelen, demonteren, schadelijke stoffen eruit halen, verwerken en er korrels van maken die weer gebruikt kunnen worden voor nieuwe plastics. Dat is behoorlijk arbeidsintensief, maar levert wel een prijs op die stabieler is dan die van nieuw plastic dat de olieprijs volgt.

 

'eigenlijk is het vreemd dat in de prijs van producten de milieukosten niet verwerkt zijn'

 

En wie met allerlei fabrikanten afspraken wilt maken over afvalstromen, loopt het risico van kartelvorming beschuldigd te worden. Afspreken hoe je die afvalstromen beheerst, hoe je zorgt dat de kwaliteit van herwonnen grondstoffen zo is dat een fabrikant er weer iets nieuws mee kan maken, dat mag dus niet zomaar, zegt Wittekoek. ‘Maar het is de enige manier om ervoor te zorgen dat je de keten helemaal sluit van begin tot eind zonder dat er grondstoffen verloren gaan die hergebruikt hadden kunnen worden. Zorg nou dat dit kan.’

‘En weet je’, zegt Tonnis Hooghoudt van Ioniqa, ‘eigenlijk is het ook heel vreemd dat in de prijs van producten de milieukosten niet verwerkt zijn. Dat zou in mijn ogen wel moeten. Het zou de concurrentie tussen grijze en groene producenten eerlijker maken.’

 

Tot slot

Heb wel een beetje geduld

Circulair werken betekent voor bedrijven vooral: alles heel anders gaan doen. En dat gaat niet zo snel. Niet alleen omdat vernieuwing op weerstand stuit. ‘Deze wedstrijd levert ook veel verliezers op. Bedrijven die in de omschakeling niet mee kunnen komen’, zegt Guido Braam (NL Circular Hotspot). ‘Je stelt als ondernemer je eigen brood niet zomaar in de waagschaal. Dat is logisch natuurlijk. Het betekent ook dat de omschakeling naar circulair gewoon niet zo snel kan gaan als iedereen wel hoopt.’

En dan is het ook nog zo dat een ondernemer zijn machinepark niet van de ene op de andere dag kan vervangen. Dat zou veel te grote investeringen vergen en leiden tot kapitaalvernietiging. Daar komt bij, zegt Braam, dat niet alle bedrijven genoeg geld op de plank hebben liggen om hele nieuwe manieren van werken te ontwikkelen. Zeker als dat nieuwe werken pas na heel wat jaren winstgevend gaat worden. ‘De dominante factor voor bedrijven is toch omzet draaien.’

 

Dit is de circulaire ambitie van NederlandWist u dat? Per inwoner gebruiken we in Nederland bijna 14 ton ruwe grondstoffen. Dat is het gewicht van zo’n veertien middenklassers. Best indrukwekkend nietwaar? Denk aan metaalerts, biomassa, mineralen, olie, gas. Dat zijn de ruwe grondstoffen die we in Nederland veel gebruiken. Voor een aanzienlijk deel gaat dat op aan energieproductie. Maar deze soort grondstoffen zit ook in alle auto’s, televisies, computers, telefoons, potten, pannen en het voedsel dat we kopen. En weer (in elk geval voor een deel) weggooien. In al die afgedankte spullen zitten grondstoffen die gewoon opnieuw gebruikt kunnen worden. En we zouden zelfs een stapje verder kunnen gaan en alles wat we maken zo ontwerpen dat het aan het einde van zijn levensduur makkelijk weer gemaakt of uit elkaar gehaald kan worden. Op een manier die zo min mogelijk energie kost – want dat zorgt voor de uitstoot van CO2 – en waarbij grondstoffen niet verspild worden. Die raken namelijk op. Kortom: een circulaire economie.Er zijn steeds meer ondernemers die daar mee bezig zijn. En die nieuwe manieren ontwikkelen om duurzamer te produceren, grondstoffen te hergebruiken en stapje voor stapje toe te werken naar die circulaire economie. Begin dit jaar werd er met de overheid daarom ook een Grondstoffenakkoord gesloten om te zorgen dat Nederland over dertien jaar de helft minder ruwe grondstoffen gebruikt. En over 33 jaar zelfs een circulaire economie heeft.

Praktisch boek over circulair ondernemenWaarom zouden bedrijven als Auping, Canon, DSM en Philips circulair gaan ondernemen? Is grondstoffenschaarste de belangrijkste drijfveer? Of zijn er ook andere motieven? Het afgelopen jaar heeft een team van onderzoekers voor Stichting Management Studies van VNO-NCW onderzoek gedaan onder 31 bedrijven. En zij ontdekten dat circulair ondernemen ook een manier is om geld verdienen en duurzaamheid te combineren. Vandaag is het resultaat van dit onderzoek gepresenteerd in de vorm van een boek: Route Circulair. Het laat niet alleen zien waarom ondernemers kiezen voor circulair, maar geeft ook praktische tips om stapje voor stapje aan de gang te gaan met een meer circulaire inkoop, meer samenwerking in de keten en meer radicale vormen van circulaire vernieuwing. En die kunnen helpen om strategische keuzes te maken in de transitie naar een circulair bedrijfsmodel.Belangstelling voor het boek Route Circulair? Klik dan hier.