Als je werkt in het groen, zit je met je neus op de gevolgen van klimaatverandering. Hoveniersbedrijf Herman Vaessen wil daarom zelf zo duurzaam mogelijk werken. ‘Ik wil het liefst alle onderhoudsploegen aan de stekker’, zegt directeur Ralf Vaessen.
‘Zo’n klassieke motorheggenschaar of een kettingzaag loopt op benzine’, zegt Ralf Vaessen. ‘Maar je hoort ze en je ruikt ze behoorlijk.’ Het alternatief: overgaan op elektrisch. In 2012 stond elektrisch werken op accu’s nog in de kinderschoenen. Maar de drie broers Vaessen, tweede generatie in het hoveniersbedrijf dat is vernoemd naar vader Herman, besloten toen: we gaan er toch mee beginnen.
Door een ondernemersprijs over duurzaamheid in de gemeente Peel en Maas, waar Herman Vaessen Tuin | Boom | Groen (100 medewerkers) is gevestigd, raakte het denken over duurzaamheid in 2012 in een stroomversnelling. We moeten de wereld leefbaar houden, realiseerde Ralf Vaessen (51) zich. ‘De wereld kan ik niet redden, niet in mijn eentje’, zegt hij. ‘Maar als ik lees dat het over 25 jaar wel 50 graden kan worden in Nederlandse steden, denk ik: we moeten die hitte-eilanden stoppen!’ En als groenbedrijven geen duurzame bedrijfsvoering hebben, staat het gek om bij je klanten klimaatadaptieve ontwerpen met wadi’s (een verzamelplek voor water waar het de grond in kan zakken) en groene gevels aan te leggen.
‘Medewerkers vochten tot in de kantine om stopcontacten’
Elektrificeren dus. Maar een bladblazer die op een accu werkt, moet je opladen. ‘In het begin vochten medewerkers tot in de kantine om de stopcontacten’, herinnert Vaessen zich. ‘Toen heeft een van onze medewerkers een mooi systeem ontwikkeld: alle zeven à acht gereedschappen van een onderhoudsploeg worden opgeladen met één stekker. En de jongens hoeven ook niet te sjouwen met de machines, opladen gebeurt in de bus.’ Die óók elektrisch is. Ze kunnen 300 kilometer rijden, mét aanhangwagen, best bijzonder.