Deze hovenier wil een einde maken aan hitte-eilanden

04-04-2024

Als je werkt in het groen, zit je met je neus op de gevolgen van klimaatverandering. Hoveniersbedrijf Herman Vaessen wil daarom zelf zo duurzaam mogelijk werken. ‘Ik wil het liefst alle onderhoudsploegen aan de stekker’, zegt directeur Ralf Vaessen.

 

‘Zo’n klassieke motorheggenschaar of een kettingzaag loopt op benzine’, zegt Ralf Vaessen. ‘Maar je hoort ze en je ruikt ze behoorlijk.’ Het alternatief: overgaan op elektrisch. In 2012 stond elektrisch werken op accu’s nog in de kinderschoenen. Maar de drie broers Vaessen, tweede generatie in het hoveniersbedrijf dat is vernoemd naar vader Herman, besloten toen: we gaan er toch mee beginnen.

 

Door een ondernemersprijs over duurzaamheid in de gemeente Peel en Maas, waar Herman Vaessen Tuin | Boom | Groen (100 medewerkers) is gevestigd, raakte het denken over duurzaamheid in 2012 in een stroomversnelling. We moeten de wereld leefbaar houden, realiseerde Ralf Vaessen (51) zich. ‘De wereld kan ik niet redden, niet in mijn eentje’, zegt hij. ‘Maar als ik lees dat het over 25 jaar wel 50 graden kan worden in Nederlandse steden, denk ik: we moeten die hitte-eilanden stoppen!’ En als groenbedrijven geen duurzame bedrijfsvoering hebben, staat het gek om bij je klanten klimaatadaptieve ontwerpen met wadi’s (een verzamelplek voor water waar het de grond in kan zakken) en groene gevels aan te leggen.

 

‘Medewerkers vochten tot in de kantine om stopcontacten’

 

Elektrificeren dus. Maar een bladblazer die op een accu werkt, moet je opladen. ‘In het begin vochten medewerkers tot in de kantine om de stopcontacten’, herinnert Vaessen zich. ‘Toen heeft een van onze medewerkers een mooi systeem ontwikkeld: alle zeven à acht gereedschappen van een onderhoudsploeg worden opgeladen met één stekker. En de jongens hoeven ook niet te sjouwen met de machines, opladen gebeurt in de bus.’ Die óók elektrisch is. Ze kunnen 300 kilometer rijden, mét aanhangwagen, best bijzonder.

In de duurzame tuin rond het Van der Valk hotel in Venlo zijn groene wanden die ’s zomers verkoelen en ’s winters isoleren, het regenwater gaat niet meer het riool in maar naar een wadi, er zijn bijenkasten en een inheemse bloementuin
In de duurzame tuin rond het Van der Valk hotel in Venlo zijn groene wanden die ’s zomers verkoelen en ’s winters isoleren, het regenwater gaat niet meer het riool in maar naar een wadi, er zijn bijenkasten en een inheemse bloementuin

Nu zijn 8 van de 15 onderhoudsploegen volledig elektrisch. ‘Ik wil ze het liefst allemaal aan de stekker’, zegt Vaessen. ‘Maar het moet wel uit kunnen, we moeten concurrerend blijven. We rekenen goed onze kostprijzen uit en hanteren een normale opslag daarop. Een flink deel daarvan investeren we weer in verduurzaming.’

 

Maar zelfs als hij het in één keer kon betalen, dan nog kunnen niet alle ploegen stante pede over op elektrisch. Het stroomnetwerk is een probleem. ‘De eerste dreigmail van netbeheerder Enexis heb ik al binnen: ik had een te hoge piekbelasting, ik moest oppassen anders zou ik afgesloten worden. Dus ik moet balanceren: wanneer gaan de stekkers erin om op te laden, wanneer niet?’ 

 

‘Ik moest oppassen, anders zou netbeheerder Enexis ons afsluiten’

 

 

Duurzaamheid behelst verder terughoudendheid met gif (de kast van 3 bij 4 meter vol bestrijdingsmiddelen is teruggebracht tot 1 bescheiden kast met biologische middelen). Op de bedrijfsgebouwen zitten zonnepanelen, de niet-elektrische voertuigen rijden op deels biologische diesel (voor de fijnproever: HVO30).

 

En dan werken nog zo’n zes mensen met afstand tot de arbeidsmarkt in de onderhoudsploegen. ‘Duurzaamheid speelt ook op het sociale vlak’, zegt Vaessen daarover. ‘Wij kregen in de familie een gehandicapt neefje. ‘O, we vinden wel een plekje voor hem in het bedrijf’, zeiden we altijd tegen elkaar. Ons neefje is helaas jong overleden, maar we beseften: iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt is het neefje van iemand. Of het nichtje. En ook zij hebben een plek nodig om zelfstandig een leuk leven te leiden.’ Leidinggevenden hebben een training gehad om hen te begeleiden, een jobcoach kan bijspringen als er bijvoorbeeld problemen thuis zijn.

 

Het hoveniersbedrijf heeft het tij mee. Natuurinclusief bouwen is de norm geworden, klimaatadaptieve maatregelen worden steeds gangbaarder. En al concurreert Vaessen ook weleens op laagste prijs, opdrachtgevers (80 procent organisaties inclusief gemeenten, 20 procent particulieren) laten steeds vaker de duurzaamheid van een ontwerp en het onderhoud de doorslag geven.

 

In de tuin rond het Van der Valk hotel in Venlo, een bestaande klant, kwam alles samen zoals Vaessen het graag ziet: ‘Ze wilden een nieuwe duurzame tuin maar het mocht niet te duur worden. We hebben een hele trits klimaatadaptieve elementen aangelegd: groene wanden die ’s zomers verkoelen en ’s winters isoleren, het regenwater gaat niet meer het riool in maar naar een wadi, er zijn bijenkasten en een inheemse bloementuin. Kijk, dat doet me deugd.’

OndernemenvoorNLSoms lijkt het of ondernemers zich alleen bezighouden met het runnen van het bedrijf en omzet draaien. In de praktijk doen ze veel meer dan dat. Ze zetten zich in voor een sociaal bedrijf, een groene omgeving of het opruimen van zwerfafval. In de serie #OndernemenvoorNL zoekt opinieblad Forum die ondernemers op met de vraag wat ze drijft. En waarom zij vinden dat ze ook (mede)verantwoordelijk zijn voor hun omgeving. In de vorige aflevering vertelde Jeroen den Hollander hoe hij op zijn vakantiepark jongeren helpt met praktijkonderwijs. 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.