6 goede en 5 minder goede (ondernemers)punten uit het coalitieakkoord

17-05-2024

Het coalitieakkoord is bekend. Maar wat biedt het ondernemers? Zitten er dingen in waar ze blij van worden, of zijn er passages die zorgen en vragen oproepen? Van alles wat, blijkt na grondige bestudering. Wij pakken er 6 goede punten bij en 5 punten waar werk aan de winkel is.

 

De fractieleiders van PVV, VVD, NSC en BBB konden donderdagochtend eindelijk dan toch het hoofdlijnenakkoord presenteren. Dat akkoord gaat de basis vormen van een nieuw regeerprogramma. Terwijl de formerende partijen zich nu gaan buigen over de invulling van de regeringsploeg, loopt Forum de belangrijkste afspraken uit het akkoord na. 

  

Dit zijn de 6 positieve punten uit het coalitieakkoord:

  

1. Oog voor regeldruk 

Regeldruk tegengaan krijgt veel aandacht in het hoofdlijnenakkoord. Het kabinet is van plan om het Adviescollege Toetsing Regeldruk eerder te betrekken bij het voorbereiden van nieuwe wetgeving. En met een speciale Europawet moet gewaarborgd worden dat het omzetten van Europese regelgeving in Nederlandse wetten op een meer gestructureerde en eenvoudige manier plaatsvindt. Dat zijn maar twee van de aanbevelingen om de impact van nieuwe regeltjes op de werklast voor het bedrijfsleven in te perken. Op verschillende plaatsen in het akkoord is te lezen dat het nieuwe kabinet zoveel mogelijk af wil van ‘nationale koppen’ op EU-richtlijnen. Dit is jargon voor aanvullende wetgeving, bovenop wat moet ‘van Brussel’. Niet alleen nieuwe regels moeten zonder die extra’s worden doorgevoerd, waar mogelijk moeten ook bestaande nationale koppen op wetgeving worden geschrapt. Dit is natuurlijk goed voor de Europese concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven.  

 

2. Aandacht voor belang van ondernemingsklimaat 

De nieuwe coalitie ziet definitief af van de invoering van een belasting op de inkoop van eigen aandelen door beursgenoteerde bedrijven. Deze maatregel stuitte in de Eerste Kamer ook al op veel kritiek, omdat de maatregel een fors concurrentienadeel zou betekenen. In het buitenland wordt deze belasting namelijk niet geheven. Nu neemt ook de nieuwe coalitie definitief afscheid van dit plan, dat door de vorige Tweede Kamer te elfder ure nog in het Belastingplan was gefietst, en in zou gaan per 2025. Een andere belastingverhoging voor bedrijven, maar dan in het mkb, is ook van tafel: de verlaging van de winstvrijstelling. Een andere plus voor het bedrijfsleven is ruim 400 miljoen euro voor verbetering van de generieke renteaftrekbeperking. Daarmee wordt het financieren van nieuwe investeringen voor ondernemers gemakkelijker.  

 

3. Wijziging pensioenstelsel kan doorgaan  

In het formatieakkoord wordt geen aandacht besteed aan het pensioenstelsel. Hiermee gaan werkgevers ervan uit dat de ingezette modernisering van het pensioenstelsel kan worden voortgezet, en we toe werken naar een toekomstbestendig en eerlijker stelsel. Geen voorstellen dus om die ontwikkeling (deels) terug te draaien. Ook een regeling waarmee mensen met zware beroepen eerder met pensioen kunnen wordt niet genoemd in het akkoord. Dat neemt natuurlijk niet weg dat dit een gespreksonderwerp zal blijven tussen het nieuwe kabinet en de sociale partners. 

 

4. Extra investeringen in woningbouw en infrastructuur  

In Nederland is het al jaren moeilijk om een huis te vinden. De partijen spreken van een ‘historisch woningtekort’, en dat het een ‘topprioriteit’ is om dat terug te dringen. Daarvoor willen ze jaarlijks 1,5 miljard investeren, om het doel te halen om 100.000 huizen per jaar te bouwen. Ook komt er opnieuw een coördinerend minister voor wonen en ruimtelijke ordening die regie houdt op de ruimtelijke inrichting. Ook moeten van kantoren makkelijker woningen kunnen worden gemaakt – laten we er wel op letten dat bedrijfsruimtes nodig blijven (!) - en worden vakantiehuizen permanent bewoonbaar. Er komen huizen in binnensteden én in het buitengebied. Bouwprocedures moeten sneller, er komen meer bouwplekken, en bezwaar maken tegen bouwen wordt beperkt. Maar ook de wegen naar die huizen toe krijgen een boost. Zeventien (vaar)wegprojecten die nu stilliggen, worden weer opgepakt. En ook: de Lelylijn komt er dan eindelijk, de verbinding tussen Groningen en Lelystad. Goede ambities om de (regionale) woningbouw en bereikbaarheid in het land weer vlot te trekken, maar het succes staat of valt bij de uitvoering en dat provincies en gemeenten de nodige vergunningen verstrekken. 

  

5. Door met de energietransitie  

Niemand hoeft meer te worden overtuigd: het is belangrijk om de overstap naar niet-fossiel te maken. Dat kan alleen met een klimaatbeleid dat ‘draagbaar, haalbaar en uitvoerbaar’ is, zo meldt het akkoord. Het kabinet gaat door met de verduurzaming van de industrie en met maatwerkafspraken. De aangekondigde verhoging van de CO2-heffing wordt teruggedraaid, evenals de verhoging van de energiebelasting. Ook komen er geen extra Nederlandse heffingen bovenop beleid dat vanuit Brussel komt. Deze maatregelen zijn belangrijk voor bedrijven, opdat ze niet buitenproportioneel meer betalen dan in het buitenland gebeurt. Zorgpunt is dat in het akkoord geen oplossing wordt aangedragen voor de hoge elektriciteitskosten. Die zijn hier nu drie keer hoger dan in Frankrijk en twee keer hoger dan in Duitsland. Ook is niet meteen duidelijk hoe de aanleg van stroomkabels wordt versneld. Momenteel kampen veel bedrijven met netcongestie: het probleem dat zij geen aansluiting kunnen krijgen op het stroomnet.  

 

6. Meer rendement uit onderwijs

Niet alleen de kwaliteit van het onderwijs moet fors omhoog, maar ook de kwaliteit van de boekhouding van scholen en universiteiten. Aan beide zaken moet  gesleuteld gaan worden door de nieuwe bewindslieden op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Om het onderwijs in rekenen en taal een impuls te kunnen geven, gaat het kabinet een herstelplan inrichten waarbij het aantal kerndoelen (leerstof die elke leerling moet beheersen aan het einde van de schooltijd) fors vermindert. Om de boekhouders weer aan hun kerntaken te krijgen, wordt de manier waarop scholen worden gefinancierd, op de schop genomen. Belangrijk voornemen is om het aantal subsidies fors te verlagen, en dit geld zonder allerlei projectvoorwaarden aan de scholen over te maken. In de plaats daarvan komt een nieuwe norm, die moet zorgen dat het geld voor onderwijs ook echt in de klas terechtkomt. Daar kan niemand tegen zijn. Het hoger onderwijs gaat ook veranderingen tegemoet qua bekostiging: opleidingen die niet veel studenten trekken, maar wel belangrijk zijn voor de (regionale) arbeidsmarkt, krijgen vooraf duidelijkheid over het budget, op basis van een afgesproken capaciteit. Opleidingen die juist heel populair zijn, kunnen niet meer ongecontroleerd groeien omdat voor elke extra student een nieuwe zak geld meekomt. 

 

En op deze 5 punten kan het akkoord nog beter...  

 

1. Afscheid van het Nationaal Groeifonds is onverstandig  

Om de begroting sluitend te krijgen, maakt de nieuwe coalitie een einde aan het Nationaal Groeifonds. Dat was door het vorige kabinet in het leven geroepen om de innovatiekracht van Nederland te versterken. De laatste twee van de vijf financieringsrondes worden geschrapt, dat levert in totaal 6,8 miljard euro minder uitgaven op voor het nieuwe kabinet. Maar daar blijft het niet bij: ook wordt het mes gezet in het Fonds Onderzoek en Wetenschap (ter waarde van 1,1 miljard euro) en verdwijnt er een miljard euro bij verschillende bedrijfssectorplannen. Die bezuinigingen zijn moeilijk te rijmen met een ambitie in het akkoord: ‘de beschikbaarheid van talent, versterking van de kenniseconomie, innovatie en (digitale infrastructuur) krijgen prioriteit.’  Positief is dat InvestNL wordt uitgebouwd tot een daadwerkelijke nationale investeringsinstelling die innovatie en duurzaamheid kan aanjagen. Ook kan de financiering van het mkb in combinatie hiermee worden verbeterd. 

 

2. Going Dutch is not the way forward for universities

Om wat te doen aan de druk die migratie legt op de algemene voorzieningen, wil de nieuwe coalitie de ‘verengelsing’ van het hoger onderwijs terugdringen. Bij meer studies zouden de colleges en werkgroepen voortaan enkel nog in de Nederlandse taal moeten worden gegeven. VNO-NCW en MKB-Nederland is niet tegen het invoeren van nieuwe methodieken om te sturen op beter beheersbare studentenaantallen, maar dit is niet de goede weg. Engelste taalvaardigheid is juist voor een internationaal gericht land als het onze van groot belang. Gericht de instroom beheersen kan ook via instrumenten als een numerus fixus (loting) met een maximaal aantal buitenlandse studenten per studierichting, beperking van de mogelijkheid om een Nederlandse basisbeurs voor studenten aan te vragen en verhoging van collegegeld voor studenten van buiten de EU. Deze maatregelen wil het nieuw kabinet ook inzetten, die verdienen de voorkeur boven het cancelen van Engelstalige opleidingen.   

  

3. Ander stikstofbeleid onzeker en tijdrovend    

De coalitiepartijen bekijken het stikstofdossier met name vanuit de positie van de landbouw, terwijl er ook aandacht voor de gevolgen van het stikstofprobleem voor de woningbouw, de energietransitie, de werkgelegenheid en de mobiliteit nodig is. In het nieuwe natuurbeleid moet de daadwerkelijk gemeten staat van de natuur leidend worden. De coalitie zet daarvoor in op aanpassing van de wet en de vergunningverlening. De partijen willen daarnaast een aanpassing van de Europese natuurrichtlijnen en de Natura 2000-gebieden. Ook dat is een lang, moeilijk en onzeker juridisch traject. Terwijl Nederland zich geen enkele stilstand in dit dossier kan veroorloven. Prioriteit moet zijn: een drempelwaarde in combinatie met een structurele daling van stikstofuitstoot die ruimte oplevert voor industrie, bouw, natuur en boer. Het inzetten van innovatie en de vrijwillige opkoopregeling van boeren blijven overeind. Maar een groot gedeelte van de 20,5 miljard euro die was gereserveerd om landbouwbedrijven, natuurbeheerders en provincies te helpen bij de stikstoftransitie, wordt weggesneden. 

  

4. Personeelstekort verdient meer aandacht   

De krappe arbeidsmarkt blijft de grootste bottleneck. Toch staat het woord ‘personeelskrapte’ maar één keer in het akkoord, en dan gaat het om de zorg. Daar is aanpak van de krapte ‘topprioriteit'; aantrekkelijker werk en minder regeldruk moeten voor meer personeel zorgen. De vier partijen zeggen in hun akkoord wel dat er 2 miljard euro lastenverlichting voor werkenden komt en dat is een goede zaak, want dat maakt werken meer lonend. Deze maatregel zal echter onvoldoende zijn om het arbeidsaanbod of de productiviteit echt te vergroten.  

 

5. Behoud het btw-tarief voor toerisme en cultuur   

We zijn toch trots op Nederland vakantieland? Niet alleen komen er jaarlijks veel toeristen ons land bezoeken, zelf houden we ook van ‘weg in eigen land’. Dan is het wel slim om het verblijf betaalbaar te houden. Hotels en vakantiehuisjes hebben daarom een verlaagd btw-tarief; 9 procent in plaats van 21 procent. De nieuwe coalitie wil dat dit per 2026 komt te vervallen. Door dat lage(re) tarief blijven gasten komen en dat is weer goed voor onze economie. Ook een behoorlijk aantal culturele diensten en goederen kennen dat lage tarief. Het is nog niet helemaal duidelijk, maar het lijkt erop dat het kabinet de btw wil verhogen voor sportwedstrijden, sportaccommodaties en zwembaden, boeken en kranten, uitleen door bibliotheken, musea, theaters, podia en festivals. Zo wordt sport, media, kunst en cultuur minder toegankelijk en dat is onwenselijk. Het huidige lagere tarief blijft overigens gehandhaafd voor dagrecreatie en bioscopen. 

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.