Innovatie verdient betere plek in doorrekening partijprogramma’s

12-10-2023

BBB-lijsttrekker Caroline van der Plas werd uitgelachen in de Tweede Kamer toen ze onlangs zei dat ze haar partijprogramma niet door liet rekenen door het Centraal Planbureau (CPB) omdat dat alleen naar de kosten kijkt. Daardoor viel weg wat zij verder zei: ‘Het CPB berekent niet wat goed beleid uiteindelijk oplevert.’ En dat klopt.

 

Model says no

Zo heeft het CPB onlangs laten weten dat het nog steeds niet mogelijk is om de baten van kennis en innovatie – van fundamentele wetenschap tot het bedenken en maken van nieuwe machines, producten en diensten – in de macro-economische modellen op te nemen. Modellen die onder meer gebruikt worden om de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen door te rekenen. Dat betekent dat als partijen willen investeren in innovatie, het CPB niet kan aangeven wat dat oplevert.

 

Verder zoeken

Dat vind ik teleurstellend. Natuurlijk kan iedereen op zijn vingers natellen dat innovatie iets oplevert in termen van economische groei, welvaart en welzijn. Alleen levert het niets op voor het ‘rapportcijfer’ dat het CPB geeft. Daarom moet er verder worden gezocht naar een methode waarmee dat wél lukt, en die voldoet aan de wetenschappelijke eisen. Zo gebruikt de Europese Commissie economische modellen om de impact van het zogenoemde Horizon-programma in kaart te brengen. Dat programma heeft tot doel om het Europese concurrentievermogen te vergroten door het stimuleren van wetenschap en innovatie.

 

Meer innovatie nodig

En er is niet voor niets in Europees verband afgesproken om een 3-procentnorm te gebruiken voor de innovatie in lidstaten. Die 3 procent staat voor de R&D-intensiteit van een land: de totale investeringen in research & development als deel van het bruto binnenlands product (bbp). Veel politieke partijen hebben die (minimum)norm in hun verkiezingsprogramma opgenomen. Hopelijk laten zij het daar niet bij en investeren zij meer in innovatie. Ook al levert dat op het papier van het CPB niets op. Want als ze dat niet doen en de innovatie vervolgens achterblijft bij die in andere landen, zou het lachen ons weleens kunnen vergaan.

 

Reineke Timmermans

Beleidssecretaris innovatie en industriebeleid