Implementatie richtlijn kleineondernemersregeling, brief aan het ministerie van Financiën, DG Fiscale Zaken

18-01-2022

Geachte dames en heren,

 

Met belangstelling hebben wij kennis genomen van het conceptwetsvoorstel implementatie richtlijn kleineondernemersregeling. Met dit conceptwetsvoorstel wordt beoogd Richtlijn (EU) 2020/285 te implementeren in nationale wetgeving. De implementatie leidt tot wijzigingen in de Wet op de omzetbelasting 1968. De wet treedt in werking op 1 januari 2025.

 

Het doel van deze nieuwe regelgeving is een vereenvoudiging en administratieve lastenverlichting voor kleine ondernemers die binnen de EU grensoverschrijdend actief zijn. Het wordt onder bepaalde voorwaarden mogelijk om ook in andere lidstaten gebruik te maken van de kleineondernemersregeling, mits die lidstaten de regeling eveneens hebben geïmplementeerd. Kleine ondernemers hoeven zich dan niet meer in iedere lidstaat afzonderlijk te registreren voor de btw.

 

Namens het Nederlandse bedrijfsleven informeren wij u over een aantal praktische aspecten en uitvoeringsvraagstukken met betrekking tot het conceptwetsvoorstel.

 

Definitie jaaromzet
In artikel 25 Wet OB wordt in lid 1, onderdelen a en b de jaaromzet in Nederland respectievelijk in de Unie gedefinieerd. Het verdient aanbeveling om daarbij (wellicht ten overvloede) te vermelden dat deze jaaromzet exclusief omzetbelasting is. Deze toevoeging zou ons inziens ook in de Memorie van Toelichting dienen te worden opgenomen. Bij de artikelgewijze toelichting van artikel 25, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 1 is deze vermelding bijvoorbeeld wel toegevoegd.

 

Samenloop regeling afstandsverkopen
Een ondernemer die zich bezig houdt met afstandsverkopen vanuit Nederland naar meerdere EU-landen, kan volstaan met het in rekening brengen van Nederlandse btw, mits de omzet met betrekking tot de intracommunautaire afstandsverkopen onder de drempel van € 10.000 blijft. De betreffende ondernemer kan desgewenst ook gebruik maken van de kleineondernemersregeling.

 

Wanneer genoemde omzet echter de drempel van € 10.000 overschrijdt, dient de ondernemer in de EU lidstaten waar de afnemers wonen, btw te voldoen. De ondernemer kan/zal daarbij gebruik maken van de speciale Unieregeling (One-Stop Shop). Blijft de jaaromzet in Nederland van de ondernemer beneden de drempel van € 20.000 (en die in de Unie beneden de € 100.000), dan zou de ondernemer onder de kleineondernemersregeling kunnen vallen voor leveringen en diensten die zonder toepassing van deze regeling belast zouden zijn in Nederland (volgens artikel 25, lid 1, onderdeel a, subonderdeel 1), maar tegelijkertijd verplicht zijn om btw terzake van de afstandsverkopen aan afnemers in andere EU-landen af te dragen.

 

Dit lijkt ons een complexe situatie. Wij zouden daarom op prijs stellen als in de Memorie van Toelichting een uitleg wordt gegeven over de mogelijke samenloop van beide regelingen.

 

Stroomdiagram
Het verdient ons inziens aanbeveling om deze regeling en de mogelijke samenloop met de regeling afstandsverkopen te verduidelijken aan de hand van een stroomdiagram.

 

Meerdere btw-nummers
Een Nederlandse ondernemer die de kleineondernemersregeling toepast, heeft geen (geactiveerd) Nederlands btw-nummer. Wanneer deze ondernemer vervolgens de kleineondernemersregeling in andere EU lidstaten wil toepassen, krijgt de ondernemer van zijn Nederlandse inspecteur een btw-nummer met de toevoeging 'EX'.

In het geval de ondernemer in Nederland niet meer in aanmerking komt voor de kleineondernemersregeling, maar in de andere EU-lidstaten nog wel, krijgt deze ondernemer dan een tweede btw-nummer?

 

Eerdere ingangsdatum diverse versoepelingen kleineondernemersregeling
De ingangsdatum van de (implementatie van de) Europese kleineondernemersregeling is bepaald op 1 januari 2025. Ons inziens biedt de Richtlijn echter ruimte om bepaalde onderdelen al in een eerder stadium te laten ingaan. Wij denken daarbij vooral aan de minimale toepassings- en uitsluitingsperiode. Deze twee bepalingen zouden wellicht al in 2023 (of met terugwerkende kracht per 1 januari 2022) kunnen worden ingevoerd, al dan niet in de vorm van een beleidsbesluit.
Graag zouden wij van u vernemen of eerdere invoering van deze versoepelingen mogelijk is.

 

Hoogachtend,

 

Dr. Rob J. Mulder
Directeur Beleid