L.S.,
VNO-NCW maakt graag van de gelegenheid gebruik te reageren op het voorontwerp van de Wet eerlijk delen ('Voorontwerp'), waarbij aanbeveling verdient deze consulatiereactie in samenhang te lezen met de reactie van VNO-NCW op het voorontwerp van de Wet eerlijk beslissen.
Doel Voorontwerp
De initiatiefnemer van het Voorontwerp betoogt daarmee de economie in Nederland eerlijker te laten functioneren en het tijdperk van het doorgeschoten aandeelhouderskapitalisme te beëindigen. Maatregelen zijn zijns inziens nodig om de gerealiseerde winsten eerlijker te delen met de mensen op de werkvloer. Alle medewerkers van grotere bedrijven zouden, aldus de initiatiefnemer, als collectief meer te zeggen moeten krijgen en standaard moeten meedelen in de winst, zodat zij een stukje mede-eigenaar worden van de werkvloer waarop zij hun dagen (en soms nachten) doorbrengen. Met dat doel wordt voorzien in de mogelijkheid voor de ondernemingsraad van vennootschappen in wie haar ondeneming ten minste 100 personen werken, de ondernemer te verzoeken een stichting administratiekantoor ('STAK') op te richten. Deze STAK heeft uiteindelijk minimaal 10% van het uitstaande aandelenkapitaal in administratie. Zij certificeert die aandelen en geeft daarvoor aan alle medewerkers met een tijdelijk of vast dienstverband certificaten van aandelen uit. Dit wordt wettelijk verankerd.
Standpunt VNO-NCW
VNO-NCW stelt het volgende voorop:
- Resultaatdeling kan een manier zijn om werknemers te laten delen in de performance van een bedrijf: belangrijk is het dat alle stakeholders meeprofiteren in de winst, niet alleen de aandeelhouders.
- Resultaatdeling gaat om meer dan alleen financiële aspecten; zij kan ook de betrokkenheid van werknemers bij het bedrijf doen vergroten.
- Het moet gaan om resultaatdeling. De uitkomst moet symmetrisch zijn: niet alleen winsten, ook het delen in verliezen is geboden.
- Belangrijk is ook dat de deling past binnen het profiel van de onderneming. Voor veel MKB-bedrijven kan dit, gelet op omvang of bedrijfsmodel, te uitdagend blijken.
- Er zijn verschillende vormen denkbaar van resultaatsafhankelijke beloning op basis van vooraf afgesproken doelstellingen in de cao of met de ondernemingsraad. Een en ander moet ook bezien worden in relatie tot wat in de cao als structureel wordt afgesproken.
Het Voorontwerp is naar de mening van VNO-NCW niet de goede manier. Daarvoor kan een aantal argumenten worden aangevoerd.
In de eerste plaats wordt het gepercipieerde 'probleem' van de kortetermijngerichtheid niet opgelost met het Voorontwerp. In de kern komt dat doordat het Voorontwerp gaat over het delen in de winst, maar eigenlijk de deur open zet naar het kunnen maken van (vlugge) winst. Er is op voorhand namelijk geen reden om aan te nemen dat verwijten die nu aan het adres van aandeelhouders worden gemaakt, niet straks ook aan het adres van werknemers zouden kunnen worden gemaakt. Er staat de werknemers immers niets in de weg hun certificaten om te wisselen voor aandelen en deze vervolgens te verkopen als, in geval van een beursvennootschap, de koers piekt.
In de tweede plaats roept het Voorontwerp op tal van terreinen vragen op. Te denken valt aan vragen die verband houden met (i) de oprichting/ontbinding van de STAK, (ii) de uitgifte van de certifiaten, (iii) de verkoop van de certificaten, (iv) de royeerbaarheid van de certificaten, (v) het bestuur van de STAK, (vi) het verstrekken van inlichtingen door de STAK, (vii) de stortingsplicht, (viii) het voorkeursrecht, (ix) vergaderrechten en (x) concernverhoudingen en joint ventures.
In de derde plaats roept het Voorontwerp vele praktische problemen over zichzelf af. Ter illustratie kan genoemd worden de benodigde verklaring van geen bezwaar indien de STAK een 10%-belang – die drempel moet blijkens het Voorontwerp naar verloop van tijd minimaal worden gehaald wil de vennootschap kunnen stoppen met het uitgeven van aandelen aan de STAK – in bijvoorbeeld een statutair alhier gevestigde bank of verzekeraar wil verkrijgen. Maar wat als de STAK die verklaring niet krijgt?
In de bijlage worden deze technische en praktische punten uitgewerkt en toegelicht.
VNO-NCW roept op het Voorontwerp niet in te dienen c.q. niet in behandeling te nemen.
Tot nadere toelichting is VNO-NCW graag bereid.
Hoogachtend
Guusje Dolsma
Waarnemend directeur Beleid
L.S.,
VNO-NCW maakt graag van de gelegenheid gebruik te reageren op het voorontwerp van de Wet eerlijk delen ('Voorontwerp'), waarbij aanbeveling verdient deze consulatiereactie in samenhang te lezen met de reactie van VNO-NCW op het voorontwerp van de Wet eerlijk beslissen.
Doel Voorontwerp
De initiatiefnemer van het Voorontwerp betoogt daarmee de economie in Nederland eerlijker te laten functioneren en het tijdperk van het doorgeschoten aandeelhouderskapitalisme te beëindigen. Maatregelen zijn zijns inziens nodig om de gerealiseerde winsten eerlijker te delen met de mensen op de werkvloer. Alle medewerkers van grotere bedrijven zouden, aldus de initiatiefnemer, als collectief meer te zeggen moeten krijgen en standaard moeten meedelen in de winst, zodat zij een stukje mede-eigenaar worden van de werkvloer waarop zij hun dagen (en soms nachten) doorbrengen. Met dat doel wordt voorzien in de mogelijkheid voor de ondernemingsraad van vennootschappen in wie haar ondeneming ten minste 100 personen werken, de ondernemer te verzoeken een stichting administratiekantoor ('STAK') op te richten. Deze STAK heeft uiteindelijk minimaal 10% van het uitstaande aandelenkapitaal in administratie. Zij certificeert die aandelen en geeft daarvoor aan alle medewerkers met een tijdelijk of vast dienstverband certificaten van aandelen uit. Dit wordt wettelijk verankerd.
Standpunt VNO-NCW
VNO-NCW stelt het volgende voorop:
Het Voorontwerp is naar de mening van VNO-NCW niet de goede manier. Daarvoor kan een aantal argumenten worden aangevoerd.
In de eerste plaats wordt het gepercipieerde 'probleem' van de kortetermijngerichtheid niet opgelost met het Voorontwerp. In de kern komt dat doordat het Voorontwerp gaat over het delen in de winst, maar eigenlijk de deur open zet naar het kunnen maken van (vlugge) winst. Er is op voorhand namelijk geen reden om aan te nemen dat verwijten die nu aan het adres van aandeelhouders worden gemaakt, niet straks ook aan het adres van werknemers zouden kunnen worden gemaakt. Er staat de werknemers immers niets in de weg hun certificaten om te wisselen voor aandelen en deze vervolgens te verkopen als, in geval van een beursvennootschap, de koers piekt.
In de tweede plaats roept het Voorontwerp op tal van terreinen vragen op. Te denken valt aan vragen die verband houden met (i) de oprichting/ontbinding van de STAK, (ii) de uitgifte van de certifiaten, (iii) de verkoop van de certificaten, (iv) de royeerbaarheid van de certificaten, (v) het bestuur van de STAK, (vi) het verstrekken van inlichtingen door de STAK, (vii) de stortingsplicht, (viii) het voorkeursrecht, (ix) vergaderrechten en (x) concernverhoudingen en joint ventures.
In de derde plaats roept het Voorontwerp vele praktische problemen over zichzelf af. Ter illustratie kan genoemd worden de benodigde verklaring van geen bezwaar indien de STAK een 10%-belang – die drempel moet blijkens het Voorontwerp naar verloop van tijd minimaal worden gehaald wil de vennootschap kunnen stoppen met het uitgeven van aandelen aan de STAK – in bijvoorbeeld een statutair alhier gevestigde bank of verzekeraar wil verkrijgen. Maar wat als de STAK die verklaring niet krijgt?
In de bijlage worden deze technische en praktische punten uitgewerkt en toegelicht.
VNO-NCW roept op het Voorontwerp niet in te dienen c.q. niet in behandeling te nemen.
Tot nadere toelichting is VNO-NCW graag bereid.
Hoogachtend
Guusje Dolsma
Waarnemend directeur Beleid