Commentaar op pakket Belastingplan en Liquidatie- en stakingsverliesregeling, brief aan de VC voor Financiën uit de Tweede Kamer

28-09-2020

Hoogedelgestrenge dames en heren,

 

Bijgaand sturen wij u onze reactie op de wetsvoorstellen die gezamenlijk het pakket Belastingplan 2021 vormen. Ons commentaar op dit pakket treft u – per wetsvoorstel – in de bijlage aan. Dat omvat ook onze reactie op het Wetsvoorstel Wet beperking liquidatie- en stakingsverliesregeling dat vooralsnog geen onderdeel uitmaakt van het pakket Belastingplan maar waarvan de beoogde inwerkingtreding 1 januari 2021 is.

 

Inleiding
Het coronavirus zorgt voor een ongekende wereldwijde gezondheids- en economische crisis. Nu een deel van de contactbeperkingen is opgeheven, veert de economie deels terug. Nederland doet het daarbij iets minder slecht dan de meeste andere landen. Toch is de schade fors en zal deze zich grotendeels nog manifesteren: om de continuïteit te waarborgen, zullen veel ondernemingen alsnog moeten saneren en reorganiseren. Het aantal faillissementen zal toenemen en de werkloosheid zal oplopen. De zwaarste klappen zijn nu terechtgekomen bij (mkb-)ondernemers, zzp’ers en flexwerkers. De verwachting van het CPB is dat de Nederlandse economie in 2020 krimpt met 5%. De wereldwijde recessie zorgt voor een sterke afname van de export (-5%), de consumptie (-6%) en de investeringen (-8%). Volgend jaar zou de economie iets kunnen herstellen maar de werkloosheid loopt op naar 6% in 2021, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2019. Deze verwachting gaat ervan uit dat er geen grootschalige nieuwe uitbraken van het virus optreden. Voorts is er de reële dreiging van een harde Brexit per 1 januari wat een zware impact zal hebben op ondernemers en de economie. Dat de cijfers iets gunstiger zijn dan eerder verwacht komt vooral door het steunpakket dat het kabinet met sociale partners heeft gemaakt. Dat steunpakket helpt werkenden en de bedrijven waar zij werken door deze moeilijke tijd heen. Door in te zetten op investeringen kunnen we de duur en scherpte van de recessie matigen. Als we nu investeren in ons toekomstig verdienvermogen dan kunnen we verder bouwen aan een sterke, inclusieve samenleving met kansen en welvaart voor iedereen.

 

Aanjagen van de private investeringen
Het kabinet kondigt aan dat bij Nota van Wijziging een Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) zal worden voorgesteld. De BIK laat ondernemers een percentage van de gedane investeringen in mindering brengen op de loonheffing. Het kabinet wil deze korting tijdelijk invoeren per 2021 als crisismaatregel. Hoewel de details van de regeling nog niet bekend zijn achten VNO-NCW en MKB-Nederland dit een verstandige maatregel in het huidige economische tijdsgewricht. Zoals gezegd lopen de investeringen hard terug en dat heeft gevolgen voor het toekomstige verdienvermogen en daarmee werkgelegenheid op lange termijn. Zo’n 80-85% van de investeringen in Nederland is afkomstig uit de private sector. Maar de solvabiliteit van bedrijven is door coronacrisis fors afgenomen. Ondernemingen zijn verzwakt en hebben minder ruimte om te investeren. Er lijkt daardoor een groot investeringsgat te ontstaan dat over de periode 2020-2022 ten opzichte van het pre-corona groeipad kan oplopen tot € 45-50 miljard, ruim 5% van het BBP.

 

Als we ons uit de crisis willen investeren zijn overheidsinvesteringen belangrijk, maar moet het echte volume vanuit de markt komen. Dat is niet alleen voor de korte termijn relevant maar ook om op langere termijn succesvol te kunnen zijn. Het opbouwen van productiecapaciteit is noodzakelijk voor het verdienvermogen op langere termijn. Doen we dat niet dan treedt hysterese op; met verouderde kennis en productiemiddelen zal de welvaart afnemen. We moeten ervoor zorgen dat we de nationale productiecapaciteit in stand houden zodat er ook in de toekomst voldoende banen zijn voor Nederlanders. Alleen dan kan sneller economisch herstel optreden en wordt de staart van de coronacrisis korter. Graag verwijzen wij naar het rapport Investeren in herstel en groei van het mkb van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap waarin wordt gepleit voor een tijdelijke fiscale investeringskorting van 10-20% het investeringsbedrag. De maatregel scoort hoog op impact en haalbaarheid. Er wordt in dat rapport ook verwezen naar de nieuwe investeringspremie die Oostenrijk in juli 2020 aankondigde. Behalve de positieve lange termijneffecten leidt de maatregel ook tot lagere lasten op arbeid wat op korte termijn de loonkosten verlaagd en een positief effect zal hebben op de werkgelegenheid. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Bij de vormgeving moet ervoor worden gezorgd dat het mkb goed toegang heeft tot het geheel aan investeringsregelingen zoals naast de BIK, ook de KIA, MIA en EIA.

 

Beperking verrekening verliezen
Het kabinet wil de verliesverrekening ingrijpend herzien vanaf 2022. Verliezen kunnen in de tijd onbeperkt worden verrekend maar per jaar slechts verrekenbaar tot 50% van de winst. Temporisering van verliesverrekening kan ertoe leiden dat al winstbelasting moet worden betaald terwijl er per saldo nog geen winst is gerealiseerd. Dit voorstel levert dan ook een omvangrijke lastenverzwaring op voor het bedrijfsleven. In het rapport van de Adviescommissie Ter Haar (geschreven voor de crisis) wordt gewezen op het negatieve effect op reële investeringen in Nederland. Juist nu zou goed moeten worden nagedacht over de vormgeving zodat de economische schade wordt beperkt:

  1. de parameters moeten internationaal competitief zijn (zie tabel), dus verrekening van verliezen tot 60-70% van de winst en een mkb-drempel van € 1-3 miljoen;
     
  2. temporisering moet niet zien op achterwaartse verliesverrekening (carry back), zodat liquiditeit in de onderneming blijft;
     
  3. alle verliezen moeten gelijk behandelen volgens de nieuwe regel, dus ook liquidatieen stakingsverliezen, alsmede houdsterverliezen. Temporisering kan zo dienen als financieringsbron voor een liquidatieverliesregeling zonder geografische beperking;
     
  4. er moet een passende regeling komen voor de overgang naar het nieuwe systeem.

 

   Begrenzing winst  Drempelwaarde  Verrekeningstermijn
Italië  80%    Onbeperkt
VS  80%    Onbeperkt
Oostenrijk  75%  € 1 miljoen  Onbeperkt
België  70%  € 1 miljoen  Onbeperkt
Duitsland  60%  € 1 miljoen  Onbeperkt
VK  50%  £ 5 miljoen  Onbeperkt
Frankrijk  50%  € 1 miljoen  Onbeperkt
Nederland (voorstel)  50%  € 1 miljoen  Onbeperkt

 

Versobering zelfstandigenaftrek
Het voorstel om de zelfstandigenaftrek verder te verlagen kan niet op onze steun rekenen. Het kabinet wil het verschil in belastingheffing tussen werknemers en zelfstandigen verkleinen. Door alleen te versoberen wordt echter niet aangesloten bij het advies van de Commissie Borstlap. Die adviseert om de fiscale faciliteiten beter te richten op het in de onderneming aanwezige kapitaal. Ondernemerschap is en blijft van cruciaal belang voor onze welvaart. Als we daar invulling aan willen geven is enkel bezuinigen op de zelfstandigenaftrek niet de oplossing. Het gaat om de vraag hoe faciliteiten beter kunnen worden gericht op de positieve spill-over effecten van ondernemerschap (investeren, innoveren, werkgeverschap).

 

Differentiatie tarieven overdrachtsbelasting
VNO-NCW en MKB-Nederland menen dat, hoewel de voorgenomen afschaffing van de overdrachtsbelasting voor jongeren de kansen voor starters op de woningmarkt vergroot en vanuit dat perspectief positief is, de maatregel niet direct leidt tot verhoging van de woningproductie. Verruiming van het budget voor startersleningen heeft dat positieve effect wel. In het verlengde daarvan wijzen wij op de negatieve gevolgen voor de nieuwbouw van het verhogen van de overdrachtsbelasting naar 8% voor woningcorporaties en beleggers, waar eigenlijk een lastenverlichting nodig is om tot meer betaalbare nieuwbouw en transformatie te komen. Wij achten het van belang de effectiviteit van dergelijke maatregelen te bezien, vooral waar het gaat om de kansen van starters op de woningmarkt, op het prijsniveau op de woningmarkt en op de investeringscapaciteit van partijen die essentieel zijn voor de bouw van woningen in het gereguleerde segment en in het middensegment.

 

Tariefstijging Opslag Duurzame Energie
De almaar oplopende ODE tarieven tasten de investeringsruimte van ondernemers voor verduurzaming en CO2-reductie aan. Wij zouden graag zien dat het kabinet de beschikbare middelen inzet om de liquiditeitspositie van de getroffen mkb-ondernemingen in sectoren zoals voedsel, bouwkeramiek (bakstenen, dakpannen en tegels), papier, chemie en glastuinbouw te verbeteren zodat ze in staat worden gesteld de voor verduurzaming noodzakelijk investeringen te doen.

 

CO2-heffing industrie
VNO-NCW en MKB-Nederland stellen de volgende aanpassingen voor:

 

a. een optimale aansluiting van de CO2-heffing op de European Green Deal
Het moment hiervoor zou kunnen zijn: (1) direct bij invoering van de reductie doelstelling door de EU of (2) per 2023 omdat er dan een herijking van het tarief plaatsvindt en dus een logisch moment om bij de Europese aanpak aan te sluiten.

 

b. Noodventiel
Voor een groot aantal bedrijven is er op de korte termijn geen infrastructuur beschikbaar om de energietransitie in te zetten. Het gaat hier bijvoorbeeld om bedrijven die niet in de 5 regionale hoofdclusters gevestigd zijn, maar in perifere gebieden. Ondernemingen in sectoren zoals voeding, papier en bouwkeramiek en glas; mkb-bedrijven zonder toegang tot infrastructuur, geen toegang tot subsidies zoals de SDE++ of niet de benodigde vergunningen krijgen. Voor hun leidt dit voorstel tot een onvermijdbare last en vragen wij om een uitzondering op het betalen van CO2-heffing (noodventiel).

 

Liquidatie- en stakingsverliezen
VNO-NCW en MKB-Nederland pleiten voor een gebalanceerde regeling rond liquidatie- en stakingsverliezen waarbij oneigenlijk gebruik en kunstmatig uitstel wordt bestreden maar tegelijk de internationale actieradius van het bedrijfsleven niet wordt beperkt. Het wetsvoorstel beperkt de aftrek van liquidatie- en stakingsverliezen boven € 5 miljoen als geen sprake is van doorslaggevende zeggenschap. Dat raakt situaties in binnen- en buitenland. En alleen al in het buitenland zien we dat 85% van de opgebouwde investeringen door mkb meer is dan € 5 miljoen, en dat in 30% van de gevallen sprake is van een minderheidsbelang, bijvoorbeeld via joint ventures. De maatregel raakt dus niet alleen grote bedrijven maar weldegelijk ook mkb. Wij begrijpen niet wat de economische logica is om reële verliezen alleen in aanmerking te nemen als sprake is van doorslaggevende zeggenschap. Voor ondernemers is het net zo belangrijk om een geleden verlies te kunnen verrekenen dat volgt uit een minderheidsbelang als een verlies uit een meerderheidsbelang. De verwachting is dan ook dat de maatregel niet bijdraagt aan de internationalisering van het Nederlandse bedrijfsleven, inclusief de investeringen in ontwikkelingslanden.

 

Daarom verzoeken wij de voorgestelde vormgeving te heroverwegen en de verrekening van liquidatie- en stakingsverliezen vorm te geven langs de lijnen van de voorgenomen temporisering van de algemene verliesverrekening. Temporisering (verrekening tot een percentage van de winst) biedt extra voordelen ten opzichte van onderhavig voorstel:

 

  • Er ontstaat een effectiever systeem dat een bodem legt in de Vpb. Via temporisering ontstaat een robuust systeem waarbij alle liquidatie- en stakingsverliezen (binnenlands, buitenlands, EU of non-EU) de Nederlandse Vpb-grondslag nog maar beperkt verlagen en resteert altijd belastbare winst.
     
  • Er hoeft geen geografisch onderscheid te worden gemaakt tussen verliezen en Nederland sluit beter aan bij wat gebruikelijk is in andere landen.
     
  • Er is geen aanscherping nodig voor de bezitseis waardoor het mkb wordt ontzien.
     
  • Bedrijfseconomisch is deze vormgeving minder schadelijk zolang verliezen conform de hoofdregel onbeperkt voorwaarts verrekenbaar blijven. Enerzijds zal dan niet altijd volledige verrekening van verlies mogelijk zijn, anderzijds behouden de resterende verliezen commercieel hun volledige waarde naar de toekomst.

 

Wij verzoeken u onze reactie bij uw beschouwingen over genoemde wetsvoorstellen te betrekken.
Een afschrift van deze brief met bijlage is gestuurd naar de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

 

Hoogachtend,

 

Ingrid Thijssen
Voorzitter VNO-NCW
Jacco Vonhof
Voorzitter MKB-Nederland

 


 

Bijlage: Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland op:
1. Wetsvoorstel Belastingplan 2021 (Kamerstuk 35 572)
2. Wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen (Kamerstuk 35 573)
3. Wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting (Kamerstuk 35 576)
4. Wetsvoorstel ODE-tarieven 2021 en 2022 (Kamerstuk 35 579)
5. Wetsvoorstel Wet CO2-heffing industrie (Kamerstuk 35 570)
6. Wetsvoorstel Wet beperking liquidatie- en stakingsverliesregeling (Kamerstuk 35 568)