Geen toegang

06-10-2015
Excellentie, 
 
Naar aanleiding van uw toezegging om de strijdigheid van de in de wet op deaccountantsorganisaties opgenomen overgangsregeling voor de verplichteroulatie van zgn. OOB-accountantsorganisaties met de in de desbetreffendeEU-verordening' opgenomen overgangsregeling op te heffen, wijzen wij u opeen tweetal andere fricties van de Nederlandse wet met de Europeseaccountantspraktijk die in verband met een gewenst gelijk Europees speelveldoplossing behoeven.
 
In de eerste plaats laat de EU-verordening' toe dat ondernemingen de 10 jaarsroulatietermijn eenmalig kunnen verlengen met 10 jaar wanneer zij deaccountantscontrole tussentijds aanbesteden, of 14 jaar wanneer zij eentweede accountantsorganisatie hebben aangesteld en er sprake is van een zgn. joint-audit. In EU-landen als Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk isvoorgesteld de verlenging met 10 jaar bij tussentijds aanbesteden in te voeren.
Wanneer deze mogelijkheid in Nederland ook zou bestaan, heeft dit voorgrote, internationaal opererende ondernemingen ook als voordeel dat de keuzetussen verschillende accountantsorganisaties groter wordt dan nu het geval is.
Zoals VNO-NCW al eerder heeft gesignaleerd, wordt daarmee invoorkomende gevallen de mededinging op de accountantsmarkt vergroot.
 
In de tweede plaats mogen ondernemingen in andere EU-landen onder de EU-
verordening adviesdiensten van hun controlerend accountants afnemen dieonder de Nederlandse wet verboden zijn. Nederland is in Europa het enigeland dat hier een eigen koers vaart door vrijwel elke adviesdienst door deeigen controlerend accountant te verbieden.
 
EU-Verordening 537/2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controle van financiële overzichten van organisatiés van openbaar belang en tot intrekking van Besluit 2005/909/EG van de Commissie.
 
De strengere Nederlandse eisen hebben geleid tot inefficiënties in debedrijfsvoering van ondernemingen en daarmee tot extra kosten. Aansluitingbij het in de EU-Verordening geformuleerde systeem door middel van eenlijst van verboden diensten voorkomt dat.
 
Nu duidelijk is hoede Nederlandse praktijk zich op deze punten verhoudt totde Europese praktijk en de Nederlandse wetgever gekozen heeft voor eenafwijkende uitwerking in vergelijking met andere Europese landen, zonder datdaar een aantoonbare noodzaak voor is en zonder dat dít tot evidentevoordelen leidt, vinden wij dat de Nederlandse wet op deze punten aanpassingbehoeft.
 
Het concurrentievermogen van Nederlandse ondernemingen is ermee gedienddat ook voor diensten van accountants een gelijk speelveld bestaat. Het doorNederland hanteren van afwijkende regels dan die gelden in andere EU-
Lidstaten leidt tot onnodig hogere lasten voor Nederlandse ondernemingen tenopzichte van hun buitenlandse concurrenten. Het is onnodig omdat deNederlandse wet en de EU-verordening gebaseerd zijnop dezelfdebeginselen, zijnde vergroting van kwaliteit en onafhankelijkheid vanaccountantscontrole en bevordering van de mededinging op deaccountantsmarkt.
 
De praktijk in andere EU-landen laat zien dat ook de uitwerking aldaaradequaat kan geschieden, zonder afbreuk te doen aan die principes. DeNederlandse economie is te verweven met de Europese economie om eenspecifiek en afwijkend accountantsregime te hanteren, gebaseerd op diezelfdeEuropese regelgeving. Dit klemt temeer bij controles van internationaleconcerns, waar bovendien voor onderdelen de normen van andere lidstatenvan toepassing zullen zijn.
 
Wij dringen er derhalve op aan gebruik te maken van de desbetreffendelidstaatopties en de Nederlandse wetgeving op genoemde punten tesynchroniseren met de Europese standaard. Alsdan wordt via het creëren vaneen gelijk Europees speelveld recht gedaan aan de belangen van Nederlandseondernemingen. Dit met instandhouding van de Europese en Nederlandseuitgangspunten om de onafliankelijkheid van controlerend accountants, dekwaliteit van hun werk en de mededinging op de accountantsmarkt tebevorderen.
 
Tot slot merken wij op het belang van kantoorroulatie volmondig teonderschrijven. Een frisse blik van een nieuwe accountant is gezond en hetroulatieproces is voor kantoren en bedrijven een uitdagende en leerzameexercitie. Tegelijkertijd zetten roulaties grote druk op zowel bedrijfsleven alsaccountant. Een eerstejaarscontrole knst immers bijna twee keer zoveel tijdals de controle bij een bekende klant. Dat vraagt veel van de flexibiliteit van
mensen en stelt bedrijfsleven en accountants voor complexecapaciteitsuitdagingen. Daarbij is een accountantskantoor nu eenmaal geenenergiemaatschappij die op piekmomenten een extra energiecentrale kanbijschakelen. Het gaat hier om mensen, vaak met specifieke kennis van éénsector. Ook in dit opzicht is harmonisatie met EU-regelgeving duidelijk geenoverbodige luxe.
 
Het spreekt voor zich dat wij graag bereid zijn deze brief nader toe te lichten.
 
Een afschrift van deze brief is verzonden aan de minister van EconomischeZaken en aan de Tweede Kamer der Staten Generaal.
 
Hoogachtend,
 
 
 
drs J. de Boer
Voorzitter VNO-NCW

' EU-Verordening 537/2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controle van financiële overzichten van organisatiés van openbaar belang en tot intrekking van Besluit 2005/909/EG van de Commissie.