Branchevereniging aan het woord: KVNR

27-11-2023

In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week directeur Annet Koster van de KVNR, de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders.

 

Vertel eens over uw branche(vereniging).

‘Onze vereniging behartigt de belangen van ondernemingen die onderdeel zijn van de Nederlandse zeescheepvaart. Wij hebben 115 reguliere leden, bedrijven die eigenaar zijn van een of meerdere schepen. Daarmee vertegenwoordigen we ruim 90 procent van alle reders die onder Nederlandse vlag varen. Nog eens 88 geassocieerde leden hebben een indirect belang, zoals trainingsinstituten en financiers. Tel je alleen het goederenvervoer, dan heeft onze sector een omzet van 8 miljard euro.

Op ons kantoor werken twintig mensen, van wie het grootste deel beleidsspecialisten zijn op het gebied van bijvoorbeeld klimaat & milieu, sociale zaken, operationele zaken maar ook data en communicatie. We hebben een bestuur met een voorzitter uit de eigen sector. Naar buiten toe ben ik het boegbeeld, wat wij logischer vinden omdat ik de dagelijkse gang van zaken onder me heb.’

 

Hoe lang bent u al directeur?

‘Ruim 5,5 jaar. Daarvoor heb ik in de Malietoren gewerkt bij VNO-NCW en MKB-Nederland als projectdirecteur. Ik kom zelf dus niet uit de maritieme sector, maar ben er in de afgelopen jaren wel verknocht aan geraakt.’

 

Wat zijn actuele kwesties en lobbypunten?

‘Als eerste is dat de energietransitie. De scheepvaart is verantwoordelijk voor zo’n 3 procent van alle CO2-uitstoot wereldwijd. Als je bedenkt dat 90 procent van alle goederen vervoerd wordt per schip, dan is dat nog betrekkelijk weinig. Maar, het is ook 3 procent te veel. Daarom hebben we onder meer met Nederland Maritiem Land (NML) gewerkt aan het Maritiem Masterplan. Het doel is om in 2030 veertig emissieloze schepen te hebben varen.

Een tweede kwestie is de arbeidsmarkt. Er werken wereldwijd 23.000 mensen op schepen die onder Nederlandse vlag varen, onder wie meer dan 5.000 Nederlanders. Hoe blijven we zorgen voor kundige mensen in onze sector? Voor zeevarenden is een gedegen opleiding belangrijk. De Nederlandse zeevaart is een kraamkamer voor de maritieme sector in ons land. Eenmaal uitgevaren gaan zeevarenden aan de slag als loods, als docent, op een departement of zelfs bij onze branchevereniging.

Het derde punt is het vestigingsklimaat. Het moet attractief zijn om onder Nederlandse vlag en daarmee Nederlands beleid te varen. De Nederlandse vlag staat voor kwaliteit, maar de dienstverlening hapert nog weleens. Om dat te verbeteren, hebben wij een oproep gedaan in Den Haag voor het instellen van een maritieme autoriteit.’

 

Hoe ziet u de toekomst van de branche?

‘Die zie ik wel rooskleurig in. Wij hebben een unieke positie en ik zie kansen om die positie vast te houden en te versterken. In de verduurzaming kan onze sector een grote rol spelen. Daarvoor hebben we wel een overheid nodig die ons faciliteert en de seinen op groen zet. Financiering is een enorme uitdaging op dit moment, en dat is nodig als je wilt gaan voor innovatie in de energietransitie. Daarnaast hebben we ter ondersteuning vooral een betrouwbare overheid nodig. Een schip is met gemak een investering van 10 miljoen voor een ondernemer met een klein schip, zo niet 80 tot 150 miljoen voor grote en meer complexe schepen. Zo’n investering moeten ze doen met niet meer dan een glazen bol. We willen kunnen vertrouwen op een overheid die niet tussendoor de spelregels verandert, want het kost jaren om de investering terug te verdienen.’

 

En van de branchevereniging?

‘Onze branche consolideert. Ik zie dat kleine ondernemers ervoor kiezen om te verkopen aan grote reders. Dat baart me wel zorgen. Innovatie zie je toch vaak bij het mkb. Verder moeten we ons als branchevereniging sterk blijven maken voor ons imago. Ons belang voor Nederland en de economie zichtbaar blijven maken.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW en MKB-Nederland?

‘Onze achterban is voor een groot deel mkb. Het mkb-financieringsakkoord is bijvoorbeeld echt iets waarvoor we bij MKB-Nederland zijn aangesloten. Tegelijkertijd bevinden onze opdrachtgevers zich vooral bij VNO-NCW. Wij zijn een schakel van een grotere keten, en daarin is ons lidmaatschap belangrijk. Kijk naar de totstandkoming van de IMVO-wetgeving. Wij hebben daarin als vervoerder maar een kleine rol. Maar de impact op onze leden is gigantisch. Via VNO-NCW kunnen we onze stem op dit soort dossiers laten horen.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen en waarom?

‘De directeur van de Nederlandse Vereniging van Banken. Zij zijn de sleutel als het gaat om financiering en daarmee ook de transitie. Ik ben heel benieuwd hoe daar intern over wordt gedacht en gesproken. Wellicht zorgt een dagje meekijken voor meer wederzijds begrip.’