Branchevereniging aan het woord: Emballage- en Palletindustrie Vereniging (EPV)

15-01-2024

De EPV is de branchevereniging van producenten, handelaren en reparateurs van houten verpakkingen. Algemeen secretaris Rick Bollen vertelt.

 

Vertel eens over uw branche en branchevereniging.

‘De EPV, opgericht in 1950, verenigt bedrijven die houten verpakkingen produceren, repareren of verhandelen. Het gaat om pallets en droog- en bewaarkisten (voor bijvoorbeeld fruit of bollen), maar ook om industriële exportverpakkingen voor hightechmachines. We zijn niet het meest zichtbaar in de waardeketen, maar heel belangrijk voor de Nederlandse economie: zonder onze verpakkingen zouden transportketens stil komen te staan. Met onze veertig leden dekken we ongeveer 80 procent van de productiecapaciteit in Nederland. Het zijn deels grote concerns, maar ook regionale bedrijven. Op ons bureau in Tilburg werken vijf mensen aan belangenbehartiging en arbeidsvoorwaardelijke zaken.’

 

Hoelang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Sinds december 2023, nadat ik al vijf jaar strategisch beleidsadviseur bij de EPV was. Daarvoor heb ik gewerkt als accountmanager bij een producent van geur- en smaakstoffen. Ik ben ook algemeen secretaris van onder meer Stichting Markering Houten Verpakkingen en Stichting Kringloop hout.

Ik heb geen juridische, maar een bedrijfskundige achtergrond. Dat past bij de trend dat een algemeen secretaris niet meer alleen het bestuur adviseert, maar ook kijkt naar hoe de branchevereniging zich verhoudt tot marktonwikkelingen.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Onze leden werken met de grondstof hout. En dat is eeuwig hernieuwbare grondstof, mits afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Het is minder bekend dat houten verpakkingen ook een opslagvehikel van CO2 zijn. Bomen halen via fotosynthese CO2 uit de lucht. Je kunt houten verpakkingen in transportketens dus zien als dynamische en gedecentraliseerde CO2 -reservoirs.

In het licht van de circulaire economie en de verduurzaming promoten we dan ook graag onze producten en stimuleren we hergebruik. Hout past perfect in verschillende strategieën voor circulariteit: hergebruiken, repareren en recyclen van houten producten is al lang een goed gebruik. Daar denken we de komende jaren meer mensen van te kunnen overtuigen. Ook vanwege wetgeving die duurzaamheidsrapportages verplicht. Zo gaat de Europese richtlijn CSRD – Corporate Sustainability Reporting Directive – gelden voor de grotere bedrijven. Maar die gaan dat weer in hun ketens uitvragen. We krijgen de eerste vragen al binnen.’

 

En nog meer?

‘Tegelijkertijd spelen er andere thema’s zoals de Europese Deforestation Regulation over ontbossing en bosedegradatie. Wij verbinden ons aan FSC- en PEFC-ketens waar bossen verantwoord beheerd worden bij de houtwinning. Dan is er nog allerlei verpakkingswetgeving. De wetgever koppelt daar targets aan. Beleidsmakers scherp houden is dan essentieel, omdat die vaak als eerste aan kunststof denken en niet aan houten verpakkingen. Daar moeten we dus aandacht voor vragen.’

 

Wat zijn belangrijke lobbypunten?

‘Op nationaal en Europees niveau proberen we de unieke eigenschappen van hout voor het voetlicht te brengen, ook via onze Europese federatie. Die lijntjes zijn gelukkig kort. Naar ons verhaal wordt ook geluisterd, maar het is soms wel moeilijk om het bij de juiste beleidswerkers en ambtenaren scherp te krijgen. Er zijn ook successen te vieren. In 2022 werd 88 procent van alle verpakkingen gerecycled of hergebruikt. Dat plaatst ons in de Europese voorhoede, wat ook geregeld publiciteit krijgt. We zetten ons er wel voor in dat de kortetermijnambities realistisch zijn. Het streven blijft CO2-neutraliteit en een volledig circulaire economie in Nederland in 2050. Houten verpakkingen zijn daarvoor onmiskenbaar gunstig. Ze worden al vaak hergebruikt. Resthout is heel geschikt voor recycling en verwerking tot bijvoorbeeld spaanplaat of houtsnippers voor de tuin. De EPV kan op deze onderwerpen veel kennis en expertise mobiliseren. Gelukkig krijgt dat steeds meer aandacht.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘We zijn erg blij met de belangstelling voor hout en houten verpakkingen. We zien meer toepassingen, ook in sectoren als houtbouw. Daarmee zien we de toekomst dan ook positief in. Wel zal de branche afhankelijk blijven van internationale markteconomische trends. Nederland is namelijk geen land met grote productiebossen. Ook komt de focus te liggen op nauwere banden met allerlei andere belanghebbende partijen om samen waardeketens verder te verduurzamen door langdurig gebruik van houten verpakkingen.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘VNO-NCW is natuurlijk welbekend en gerenommeerd. En het is fijn dat ze ons op het grotere speelveld kunnen vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld in de COVID-periode, toen we via VNO-NCW lieten weten dat we onderdeel van de essentiële bedrijvigheid zijn. Zo’n boodschap kunnen we zelf moeilijker overbrengen.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Ik zou weleens een dag met een branche willen ruilen die business-to-consumer gefocust is. Om te zien hoe het overbrengen van een boodschap daar afwijkt van wat wij ervaren. Of er een andere wind waait als er op consumentenniveau een beeld ontstaat van wat je als branche produceert. Dan denk ik bijvoorbeeld aan INretail. Dat zijn ook gebruikers van onze houten verpakkingen.’