28 MRT, 2022 • Achtergrond

Schulden door corona: 'Dacht dat overheid ondernemers zou helpen'

Het beeld van Financiënminister Hoekstra die zegt: ‘Wij gaan ondernemers helpen’. En dat de overheid zulke ‘diepe zakken’ heeft. Het steekt ondernemers die aan het eind van de pandemie met grote belastingschulden blijven zitten. Zoals tentenbouwer Martijn van den Broek en kapper Sieta de Rooij.

 

Anderhalf miljoen euro. Zo groot is de schuld van tentenbouwer Martijn van den Broek (Van Ham Tenten & Podia) bij de Belastingdienst. Binnenkort moet hij gaan beginnen met de aflossing. Dat betekent dat de ondernemer – na de betaling van zijn personeel en zijn vaste lasten – de komende tien (!) jaar tenten en podia aan het bouwen is alleen om zijn schuld te kunnen afbetalen. Van den Broek twijfelt dagelijks of hij zijn bedrijf niet beter failliet kan laten gaan en een doorstart moet maken. Maar ja, hij heeft vijftig man personeel in dienst en wil ook geen onrust in zijn organisatie. ‘Ik hoop echt dat de overheid een gedeelte gaat kwijtschelden. Bij voorkeur grofweg 50 procent van de schulden voor de zwaarst getroffen sectoren.’

 

Van Ham Tenten & Podia regelt in normale tijden de tenten en podia voor grote publieksevenementen in de hele Benelux. Maar die waren er door alle lockdowns de afgelopen twee jaar niet. Echt alternatieve – coronaproof – activiteiten waren niet te verzinnen. En dus dienden de financiële problemen zich al snel aan. Van den Broek: ‘Heel gauw kwam de overheid met het uitstel van belastingen. Dat hielp wel om de liquiditeit op peil te houden. Want aankloppen bij de bank, dat had in 2020 geen enkele zin.’

Martijn van den Broek: 'Alles wat we opgebouwd hadden in de laatste tien jaar is nu weg.'

Martijn van den Broek: ‘Alles wat we opgebouwd hadden in de laatste tien jaar is nu weg.’
Foto: Van Ham Tenten & Podia

Steunmaatregelen waren niet genoeg

Alle steunmaatregelen hielpen wel, maar niet voldoende. ‘In die eerste periode kregen wij 4.000 euro uit de Tozo-regeling: nou, dat verdampt bij ons in een halve dag aan vaste lasten. De TVL, die later kwam, dekte in de eerste periode maar 5 procent van onze vaste lasten.’ En dus moest de tentenbouwer zijn eigen reserves gaan plunderen: een bedrijfspand werd verkocht, al zijn pensioenregelingen en andere reserves werden opgegeten. ‘We staan nu met een lege portemonnee. Alles wat we opgebouwd hadden in de laatste tien jaar is nu weg.’ En met een cynisch lachje: ‘Ik heb nog het geluk dat ik een bv heb, dan heb ik tenminste nog de optie om de werkmaatschappij failliet te laten gaan.’ Je zou van minder depressief worden. ‘Maar ik blijf toch strijdbaar’, vervolgt Van den Broek. ‘Vooral omdat ik nog altijd heel erg in ons bedrijfsmodel geloof, en in de behoefte aan onze producten.’

 

‘WE HEBBEN IN NEDERLAND GEWOON BEDRIJFSTAKKEN OPGEOFFERD’

 

Zoals het er nu uitziet, moet Van den Broek in oktober beginnen om zijn belastingschuld terug te betalen. ‘Ik zou een precies voorstel krijgen van de Belastingdienst, maar ik heb tot nu toe nog niets gehoord. Het eerlijkste zou zijn als men naar solvabiliteit zou gaan kijken, maar dat is natuurlijk niet te doen, het gaat om zoveel bedrijven.’ Als er iets gebeurt, zal dat een generieke maatregel moeten zijn, dat snapt Van den Broek ook wel. En volledig kwijtschelden, dat is niet reëel. Maar de realiteit van de anderhalf miljoen euro schuld, staat wel in schril contrast met de boodschap die ministers bij elke persconferentie afgaven. ‘Die honderden miljarden die de overheid heeft uitgegeven aan coronasteun zijn vooral naar loondoorbetaling gegaan, en naar de GGD’s en de testbedrijven. En loonsteun is eigenlijk helemaal geen steun: anders had de overheid diezelfde mensen via het UWV een werkloosheidsuitkering moeten geven als iedereen zijn personeel was gaan ontslaan om bedrijfseconomische redenen. We hebben in Nederland een paar bedrijfstakken opgeofferd zodat andere branches wel open konden blijven, zo is het toch echt.’

 

Een dichte kapsalon

Terugkijkend op de laatste twee jaar concludeert Sieta de Rooij: ‘Het was kennelijk de bedoeling dat je je huis ging opeten’. Want als je kapsalon dicht is, kun je geen omzet draaien, maar alle kosten lopen wél gewoon door. ‘We zijn met z’n vieren in de kapsalon, inclusief mijzelf. Tijdens de eerste lockdown heb ik gebruik gemaakt van de steunmaatregelen: een lening van 10 duizend euro; de tegemoetkoming in de loonkosten, en de Tozo (tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers). Ik heb gewoon alles aangenomen wat ik kon krijgen. Maar wat ik me toen niet realiseerde, en wat aan het begin ook nog helemaal niet duidelijk was, was dat je alles gewoon weer moest terugbetalen. Dat voelde niet fair: we zijn echt verkeerd voorgelicht. Ik word daar heel moedeloos van.’ ‘Wij steunen ondernemers’, was wat de overheid keer op keer vertelde. Maar toen het omzetverlies van De Rooij niet groot genoeg bleek, bleek ze achteraf geen recht te hebben op looncompensatie. Ze moest terugbetalen. En nu lopen haar schulden op tot een bedrag van 27 duizend euro.

 

‘WE ZIJN ECHT VERKEERD VOORGELICHT’

 

Bij de tweede lockdown had De Rooij helemaal geen recht op Tozo omdat haar partner een inkomen had. ‘In één keer wordt er van je partner verwacht dat hij het huis, het gezin én de zaak draaiend houdt.’ Wat De Rooij ook steekt is dat de omzet steeds op kwartaalbasis werd berekend: het ene kwartaal verdiende ze nauwelijks terwijl ze het volgende kwartaal – toen de lockdown weer was opgeheven – een piek had met het bijknippen van alle coronakapsels. ‘Ze hadden het op jaarbasis moeten bekijken en in elk geval de periode dat we gedwongen dicht waren, moeten compenseren.’

Sieta de Rooij: 'Wat ik me niet realiseerde, en wat ook niet duidelijk was, is dat je gewoon alles moet terugbetalen.'

Sieta de Rooij: ‘Wat ik me niet realiseerde, en wat ook niet duidelijk was, is dat je gewoon alles moet terugbetalen.’
Foto: Niels de Vries

Veel te verstouwen

De lockdowns kwamen voor haar na een periode waarin ze privé al een hoop te verstouwen had gekregen. ‘Ik was net gescheiden, en ik ben in de jaren 2018-2019 ziek geweest, borstkanker.’ Deze periode hakte er financieel behoorlijk in: ziek zijn betekende immers extra personeel inhuren en extra personeelskosten die ze niet had hoeven te maken als ze fulltime in de salon had kunnen staan. Inmiddels heeft ze haar huis verkocht en woont ze in een huurhuis. ‘Met de overwaarde uit mijn huis heb ik nu weer wat meer ademruimte.’ Maar De Rooij loopt ertegenaan dat veel mensen haar situatie niet begrijpen. Klanten die zeggen: ‘jullie zijn toch gesteund door de overheid?’. De Rooij: ‘Veel mensen denken dat ondernemers rijk zijn. Maar de marges in de kapsalon zijn echt heel klein. Ze snappen niet dat ik de komende vier jaar aan mijn schulden vast zit, minimaal. Overal probeer ik nu betalingsregelingen te treffen.’ Wat zou haar kunnen helpen? De Rooij denkt dat een langere terugbetalingsperiode haar problemen wat zou verlichten. ‘Maar het liefst wilde je natuurlijk dat die hele last van je schouders af zou zijn.’ 

‘Ik ben nooit van de luxe geweest, maar de komende jaren kan ik mij zeker geen nieuwe stoelen in de kapsalon veroorloven.’ En als er een keer een droogkap kapot gaat, ze houdt haar hart vast. ‘Zo’n kap kost 1.500 euro. Waar moet ik dat van betalen?’ Soms zakt de moed haar echt in de schoenen. ‘Dan denk ik, gatverdarrie waar doe ik het voor. Maar het is wat het is. Ik blijf hopen op de goedheid van mensen: dat de politiek tóch nog over de brug komt met compensatie voor alle weken die we dicht zijn geweest.’
Om welke ondernemers gaat het?In totaal hebben ondernemers 20 miljard euro aan belastingschuld opgebouwd, veroorzaakt door overheidsmaatregelen die zijn genomen tijdens corona. Omdat het grotendeels onvoorspelbare maatregelen waren, zou je dit op geen enkele manier kunnen scharen onder ondernemersrisico. Gelukkig is in het regeerakkoord ook vastgelegd dat het kabinet deze ondernemers wil helpen. Zodat ze weer gewoon kunnen ondernemen, zonder bang te zijn dat er beslag wordt gelegd op hun privébezittingen. Sommigen willen graag weer investeren, maar kunnen dat niet. Anderen moeten hun schulden saneren om verder te kunnen, en weer een andere groep wil graag kunnen stoppen zonder alles te verliezen. Zelf hebben ondernemers zwaar ingeteerd op eigen vermogens.

Wat willen ondernemers?Zomaar alle schulden kwijtschelden kan niet. Maar er moeten wél maatregelen worden getroffen om ondernemers daadwerkelijk verder te helpen. Zoals langere terugbetaaltijden van belastingschulden, mét een pauzeknop als investeringen in het gedrang komen. Of denk aan regelingen die het aantrekkelijk maken om te investeren in het bedrijf door particulieren, zoals in België de win-win-regeling. Ondernemers die willen stoppen of moeten saneren om verder te kunnen, moeten ook hulp krijgen. De Belastingdienst hoeft hier niet meer bij betrokken te zijn, de gemeente wel, net als het UWV. Het belangrijkste daarbij is dat privébezittingen van ondernemers niet aangesproken kunnen worden, net als hun pensioen. En dat er een landelijke aanpak komt, zodat ondernemers overal precies weten waar ze aan toe zijn.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

bankenbelastingcoronacrisisondernemerschapschulden