Kim Putters (SER): ‘We mogen positiever denken over bedrijfsleven’

17-01-2023

Het zijn woelige tijden waarin Kim Putters begint als voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER). Lukt het hem om de eenheid te bewaren te midden van alle polarisatie? ‘Er mag niemand achterblijven.’

 

Meneer Putters, het lijkt wel of de crises over elkaar heen buitelen. Is dit een goed of juist een slecht moment om SER-voorzitter te worden?

‘Goed, slecht… Er is in elk geval een hoog urgentiegevoel door de stapeling van verschillende crises. De klimaatcrisis speelde al langer. Daar zijn corona en de oorlog in Oekraïne bijgekomen. De tegenstellingen in de samenleving zijn daardoor op scherp gesteld. Dat schept een extra verantwoordelijkheid voor de SER om aan te tonen dat samenwerking loont, en dat het streven naar een gedeeld belang beter is dan dat iedereen het eigenbelang bevecht. Ik merk ook wel dat mensen een beetje moe worden van al die tegenstellingen, ze willen oplossingen. Daar krijg ik wel nieuwe energie van om het met elkaar aan te pakken.’

Wie is Kim Putters?Na een studie bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam begon Kim Putters (49) in 2000 als docent op die universiteit. In 2003 werd hij docent op de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur. Rond die tijd werd hij ook politiek actief: in 2002 als raadslid voor de PvdA in Hardinxveld-Giessendam, en een jaar later als Eerste Kamerlid. In 2007 keerde hij terug naar Rotterdam als hoogleraar beleid en sturing van de gezondheidszorg. In 2013 werd hij directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau in Den Haag. Dit jaar verhuisde hij naar de Sociaal-Economische Raad. Ook werd hij benoemd tot hoogleraar brede welvaart in Tilburg. 

Wat kan de SER betekenen in crisistijd?

‘Het is een veilige plek om met elkaar in gesprek te blijven: werkgevers, werknemers en kroonleden (onafhankelijke deskundigen, red.). Ik ben in elk geval niet het type om van de tafel weg te lopen. Op die tafel liggen problemen waar geen makkelijke oplossingen voor zijn. Niemand van ons heeft de wijsheid in pacht. Een deel van die problemen kenden we al: het klimaat, de vergrijzing, digitalisering. Daar zijn andere problemen en onzekerheden bijgekomen: wat is ons toekomstige verdienmodel, hoe zeker is mijn baan, hoe groot is het vangnet van de overheid als het tegenzit? Het begrip ‘brede welvaart’ zie ik hier als basis voor onze adviezen. Dat bestaat uit inzetten op verdienvermogen, verduurzaming en sociale gelijkheid.’

 

‘Niet wachten tot de volgende crisis zich aandient’ 

 

Die adviezen zijn bestemd voor de politiek. Hoe kijkt u tegen uw ‘opdrachtgever’ aan?

‘Er zijn veel politieke partijen, en die komen moeizaam tot afstemming. De agenda wisselt snel. In het debat worden kleine problemen groot gemaakt. Je weet ook niet hoelang een kabinet zit. In die situatie zijn vergezichten en een stabiele agenda nodig, en die kan de SER bieden. Ik vind visie wat dat betreft geen vies woord. Maar het moet geen dekmantel zijn om geen beslissingen te hoeven nemen. Er wordt nu bijvoorbeeld gesproken over de waterkwaliteit als de nieuwe stikstofcrisis. Dan moet je niet wachten totdat die crisis zich aandient, maar nu al maatregelen nemen om de kwaliteit te verbeteren.’

Als nieuwe SER-voorzitter wil Kim Putters de polarisatie terugdringen. Oók ten aanzien van het bedrijfsleven. 'Laat zien dat het menens is'
Als nieuwe SER-voorzitter wil Kim Putters de polarisatie terugdringen. Oók ten aanzien van het bedrijfsleven. 'Laat zien dat het menens is'
Foto: Sam Rentmeester

In de politiek, maar ook in de samenleving neemt de polarisatie toe. Geldt dat ook voor de SER?

‘Voor alle instituties geldt dat ze kritisch worden bekeken. Jongeren zeggen: ‘This is the way we do it? Nee, this is the way you did it.’ Daarom ben ik blij met het initiatief van Mariëtte Hamer, mijn voorganger, om een jongerenplatform op te richten bij de SER. Die jongeren volgen en adviseren de raad kritisch, en geven zo belangrijke input. In de raad worden nu ook vertegenwoordigers van de groep zelfstandigen zonder personeel opgenomen, zowel van werkgevers- als van werknemerskant. Zo versterken we de verbinding met de samenleving.’

 

Hoever wilt u gaan met het betrekken van andere groepen bij de SER?

‘Ik ben een voorstander van outside the box-denken. Al eerder zijn natuur- en milieuorganisaties nauw betrokken bij klimaatadviezen, en patiëntenorganisaties bij zorgadviezen.’

 

De politiek en de overheid zijn mikpunt van complotdenkers. Wordt de SER daar ook in mee getrokken?

‘Daar merk ik weinig van. Ik denk dat de gemiddelde Nederlander de SER niet goed kent. Complotdenken is een probleem, maar niet heel Nederland doet het. Er is een grote middengroep in de samenleving die wel kritisch is maar niet in complotten denkt. Mensen die werken, een bedrijf beginnen, actief zijn in en voor de samenleving. Ik vind dat we te weinig stem geven aan die groep van redelijke en genuanceerde burgers. We laten ons meeslepen door incidenten.’

 

Zo’n tien jaar geleden was de stemming in de politiek: laten we ons maar wat minder van de SER aantrekken. Wat is de huidige positie van de SER?

‘Laat ik vooropstellen dat de politiek niet over de polder gaat. Wij geven advies en dat neemt de politiek meestal over. Ik merk wel een open houding bij het kabinet. Dat is ook logisch in een tijd dat het zoeken is naar draagvlak in de politiek. Als wij dan met een advies komen dat draagvlak heeft bij werkgevers en werknemers, moet je daar gebruik van maken. De politiek kan het niet alleen. Als je alleen al ziet wat er allemaal vast loopt in de uitvoering van beleid…’

 

Hoe ziet u de rol van het bedrijfsleven in de samenleving?

‘Die rol mag positiever voor het voetlicht komen. In het maatschappelijk debat wordt het bedrijfsleven vaak in een negatief daglicht gesteld. Terwijl ondernemerschap in onze genen zit. Het bedrijfsleven zorgt samen met burgers en de overheid voor welvaart en welzijn in een land dat altijd een ingewikkelde verhouding heeft gehad tot de natuur – zoals de strijd tegen het water – en de afhankelijkheid van het buitenland. Maar het bedrijfsleven kan zeker ook slagen maken. In verduurzaming bijvoorbeeld, of ten aanzien van IMVO, internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarin wordt nu met convenanten gewerkt, terwijl de overheid meer naar wetgeving zou willen. Ik zou liever zien dat we de kracht van het bedrijfsleven benutten via die convenanten. Bedrijven moeten zich dan wel houden aan de eigen afspraken. Regelgeving is nu vaak te complex. Kijk naar de belastingen, de toeslagenaffaire, het krijgen van vergunningen.’

 

‘Benut de sterke kanten van de overheid en markt en bestrijd de zwarte kanten’

 

U wilt liever zo weinig mogelijk regels?

‘Ik ben zelf ook een Hollander die in de polder woont en zijn zaakjes het liefst zelf aan de keukentafel regelt, zonder al te veel overheidsinvloed. We moeten niet denken dat dingen geregeld zijn als er eenmaal een wet ligt. Maar ik vind ook dat je de sterke kanten van de overheid en de markt moet benutten, en de zwarte kanten ervan moet bestrijden. We moeten er samen voor zorgen dat iedereen de economische ontwikkeling en transities kan meemaken. En daar moeten we duidelijke afspraken en regels over maken, zodat we niemand achterlaten.’

 

Een deel van de politiek denkt een stuk negatiever over het bedrijfsleven.

‘Ja, dat is jammer. Ik denk dat meespeelt dat bedrijven lange tijd minder expliciet zijn geweest over hun ecologische footprint en hun maatschappelijke rol. Daar kunnen bedrijven zich niet aan onttrekken en dat beseffen ze al een tijd. Als ik kijk naar het Next Level-rapport en de agenda ‘Ondernemen voor brede welvaart 2030’ van VNO-NCW en MKB-Nederland: die liepen gewoon voor op regeerakkoorden. Maar de teneur in het debat blijft negatief over het bedrijfsleven. Ik kan alleen maar zeggen: laat zien dat het jullie menens is.’

 

Welk stempel wilt u op de SER drukken?

‘Als ik wegga, wil ik heel graag kunnen zeggen dat we met z’n allen iets tegen de polarisatie hebben kunnen doen. En tegen het beeld dat de instituties van Nederland niet met elkaar oplossingen kunnen aandragen voor de problemen in dit land. Ik wil laten zien dat we in dit land veel meer behoefte hebben aan verbinding dan aan tegenstellingen. De polarisatie moet worden gekeerd. Dat klinkt als Atlas die de wereld op zijn schouders neemt - maar we doen dat met elkaar.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.