Ingrid Thijssen: 'Vraagstukken wil ik écht oplossen'

12-10-2020

Toen ze als ceo van netwerkbedrijf Alliander werd gevraagd voor het voorzitterschap van VNO-NCW, was dat toch wel even dubben voor Ingrid Thijssen. Wat gaf de doorslag en wat hoopt ze te bereiken? ‘Het kan alleen samen.’

 

Het is een heftige tijd om als VNO-NCW-voorzitter aan te treden. Waarom heeft u ‘ja’ gezegd tegen deze functie?
'Ik heb daar ook best even over na moeten denken. En dat was nog vóór de coronacrisis. Maar ik heb 'ja' gezegd omdat ik heel veel passie heb om Nederland toekomstbestendig te maken. We moeten de wereld straks aan onze kinderen en kleinkinderen overdragen, en het liefst een beetje beter dan die nu is.' 
'Dat betekent dat we aan de slag moeten met een aantal grote vraagstukken. Hoe stoppen we de opwarming van de aarde? Hoe regelen we de energietransitie die daarvoor nodig is? Hoe gaan we om met de toenemende kosten van de gezondheidszorg? Wat kunnen we doen om de veranderingen op de arbeidsmarkt als gevolg van digitalisering in goede banen te leiden? Ik ben ervan overtuigd dat het bedrijfsleven hier een cruciale rol in kan spelen. Dus wat is dan een mooiere plek om daaraan te werken dan hier op deze positie? Ik ben bovendien iemand die het ook leuk vindt om een achterban te vertegenwoordigen. Ik vind het dan ook een eer dat ik dat voor de ondernemers van Nederland mag doen.’

 

Die vraagstukken zijn bepaald niet eenvoudig.
'De uitdagingen zijn inderdaad enorm. Daarom is ook geen enkele betrokken partij in staat om die in zijn eentje aan te pakken. Dat kan alleen maar door het samen te doen. Neem de energietransitie. Burgers en bedrijven staan voor de taak om hun woning of bedrijf te verduurzamen. Maar daar hebben ze waarschijnlijk ook subsidie voor nodig. En er moet misschien nieuwe infrastructuur voor aangelegd worden.'

'Of kijk de gezondheidszorg. Daar zie je de trend naar wearables, bijvoorbeeld horloges die ook meteen je hartslag en bloeddruk meten en technologie die kwetsbare of zieke mensen monitort. Daar liggen enorme kansen om de hele gezondheidszorg anders en beter in te richten. Maar hoe dóe je dat? Waar komt dan die control room om die data te analyseren en te bewaken? Leg je dat bij het ziekenhuis of een verzekeraar, of moet daar een andere instantie voor komen? Wie gaat die investeringen doen en bij wie komen de voordelen terecht? Zo’n systeemtransitie is ongelooflijk ingewikkeld.'

 

En duurt ongelooflijk lang…
'Ja, neem het pensioenstelsel. Daar is geloof ik wel tien jaar over gedaan. En het lukt ook alleen maar omdat iedereen bereid is over zijn eigen schaduw heen te stappen. Dat geldt ook voor de arbeidsmarkt. Als je mensen, in tijden van corona en digitalisering, echt van werk naar werk wilt brengen – dus zonder ze eerst werkloos te laten worden – dan betekent dat ook dat werkgevers in een sector waar tekorten zijn dus open moeten staan voor niet-gediplomeerden.'

Wie is Ingrid Thijssen?Ingrid Thijssen (1968) groeide op in het Zuid-Hollandse Bodegraven. Ze studeerde rechten aan de Universiteit van Utrecht en ging na haar afstuderen aan de slag bij de Nederlandse Spoorwegen. Daar klom ze op tot directievoorzitter van NS Reizigers. In 2014 maakte Thijssen de overstap naar de raad van bestuur van Netwerkbedrijf Alliander, waar ze in 2017 ceo werd. Als voorzitter van de werkgeversvereniging voor afval-, kabel-, milieu- en energiebedrijven was ze ook lid van het dagelijks bestuur van VNO-NCW. Daarnaast was ze commissaris bij Havenbedrijf Rotterdam en Zorgverzekeraar VGZ. Ook zat ze in de raad van toezicht van Hogeschool Utrecht en het bestuur van SchuldenLab NL.
In februari 2020 werd ze benoemd tot opvolger van Hans de Boer als voorzitter van VNO-NCW. Op Prinsjesdag nam zij de voorzittershamer van hem over. Als voorzitter van VNO-NCW is Ingrid Thijssen vicevoorzitter van de SER, covoorzitter van de Stichting van de Arbeid, voorzitter van DECP, voorzitter van de Raad van Toezicht van PUM, voorzitter van de Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk en voorzitter van de Raad van Toezicht van NLinBusiness.

Ziet u die wil om over je schaduw heen te stappen in het bedrijfsleven?
'De wil om bij te dragen aan de grote vraagstukken is er absoluut. Ik heb de afgelopen maanden al met heel veel ondernemers kennis gemaakt en – het is misschien gek om te zeggen – ik ben echt aangenaam verrast en onder de indruk van waar ondernemers allemaal al mee bezig zijn. Nog heel veel meer dan ik al wist.'

 

En in de samenleving en de politiek?
'Bij de vakbonden en ngo’s zie ik die wil om over je eigen schaduw heen te stappen zeker ook. Voor de politiek is het misschien nog wel het lastigst, want die lopen het risico om kiezers te verliezen als ze dat doen.'

 

Het interview gaat na de foto verder

Ingrid Thijssen: ‘Ik zal wat minder vocaal zijn dan Hans (de Boer, haar voorganger; red.). Daar moet de achterban misschien een beetje aan wennen.’
Ingrid Thijssen: ‘Ik zal wat minder vocaal zijn dan Hans (de Boer, haar voorganger; red.). Daar moet de achterban misschien een beetje aan wennen.’
Foto: Robin Utrecht

Wat staat het hoogst op uw agenda?
'In de eerste plaats natuurlijk hoe we uit de crisis komen. Verder moeten we de agenda met elkaar bepalen, we zijn immers een vereniging. Dat gaan we de komende maanden doen. Het vraagstuk van de arbeidsmarkt ligt na de rapporten van de WRR en de commissie Borstlap natuurlijk heel nadrukkelijk op tafel. De discussie over flex versus vast dus onder andere.'

 

Is dit niet een van de moeilijkste onderwerpen?

'Nou, dat weet ik niet. Het voordeel is dat we op dit thema in Nederland al decennialang gewend zijn om samen op trekken binnen de polder. Op andere belangrijke onderwerpen, zoals het klimaat, kennen we die historie niet of nog maar kort.'

 

Er is vertrouwen nodig. En dat is niet zo groot als het gaat om het bedrijfsleven.
'Het bedrijfsleven krijgt niet de populariteitsprijs op dit moment, dat is waar. Daarom is het ook zo belangrijk dat bedrijven laten zien wat hun maatschappelijke bijdrage is. Ik ben geen ondernemer tegengekomen die er niet mee bezig is. Het is ook belangrijk dat bedrijven de dialoog aangaan en in de media optreden. Ik zou willen dat we wat minder in tegenstellingen zouden denken tussen bedrijven en de samenleving. Zonder het bedrijfsleven geen goede samenleving en andersom.'

 

‘ik wil niet alleen maar pleisters plakken’

 

Het imago van het bedrijfsleven wordt ook beïnvloed door allerlei uitwassen.
'Daarom vind ik ook dat waar er uitwassen zijn, we dat ook moeten durven benoemen vanuit de Malietoren. Ik sprak pas een van onze leden in Limburg en die sprak zich erover uit dat het niet oké is om arbeidsmigranten in containers te huisvesten. Hij veroordeelde dat ook. Maar hij zei ook dat hij – zolang die goede huisvesting er gewoon niet is – wel de hulp van de overheid nodig heeft om dat op te lossen.’
'Als je kijkt naar de historie van onze vereniging, dan kom je uit bij twee verlichte ondernemers: Stork en Van Marken, die allebei eind 19de eeuw al werk maakten van sociale voorzieningen in hun bedrijven. Je mocht ook geen lid worden van de vereniging als je die uitgangspunten niet onderschreef. En wist je dat de Limburgse Werkgeversvereniging LWV is opgericht door een Benedictijner pater? Ook dat was vanuit het gevoel: wij hebben een verantwoordelijkheid. Dat is het Rijnlandse model: als ondernemer ben je niet alleen maar bezig met de aandeelhouders maar met álle stakeholders.'

 

Is die Rijnlandse cultuur de afgelopen decennia dan een beetje zoekgeraakt?
'Het is nooit weg geweest, maar misschien waren we ons er wat minder bewust van. Ik vind het knap dat we het in Nederland nog steeds rechtop hebben staan. Dat geldt voor grote bedrijven, maar juist ook voor het mkb. Kijk maar eens wat die allemaal betekenen voor lokale sportverenigingen, cultuur, jongeren. Dat zit gewoon in het DNA van onze samenleving en van onze bedrijven.'

 

Waarom denkt u dat het bestuur bij u uitkwam voor deze post?

'Dat moet je aan hen vragen. Maar ik denk dat ze een combinatie zochten van oog voor de maatschappelijke opgaven en de wil om verbinding te maken.'

 

Waar komt die passie om Nederland vooruit te helpen vandaan, denkt u?
'Het zal aan de ene kant de aard van het beestje zijn, en aan de andere kant mijn opvoeding zijn. Ik ben opgegroeid in een degelijk Christelijk gezin en kreeg met de paplepel ingegoten dat je je moet inzetten voor de samenleving. Het idee van rentmeesterschap: echt een CDA-gezin.'

 

Zelf bent u lid van D66.
'Voormalig VNO-NCW-voorzitter Alexander Rinnooy Kan zei: ik ben een snurkend lid. Dat geldt ook voor mij.'

 

Én de allereerste vrouwelijke voorzitter.
'Dat zegt mij persoonlijk niet zoveel. Maar het is natuurlijk wel belangrijk voor jonge vrouwen om voorbeelden te zien van vrouwen op dit soort posities. Zodat ze zien dat dat normaal en bereikbaar is.'

 

Ziet u niet op tegen de stroperigheid van de politiek?
'Ja. Dat is wel een van de dingen waar ik enorm over heb zitten dubben. Ik ben resultaatgericht en kan best ongeduldig zijn. Ik wil dingen écht oplossen, en niet alleen maar pleisters plakken. Dus ja, dat wordt een uitdaging. Maar ik spring er met open vizier en met de handen uit de mouwen in.'
'Overigens werd ik in De Telegraaf laatst omschreven als bedachtzaam. Dat klopt denk ik wel. Ik ben ook reflectief. Dat gaat me wel helpen. En ik heb leiding gegeven aan grote bedrijven die ook nog eens veel te maken hadden met de publieke sector. Ik vind het leuk om met een tanker toch je doel te bereiken.'

 

Waarin gaat uw aanpak verschillen van die van uw voorganger?
'Ik zal misschien wat minder vocaal en wat minder op de bühne staan dan Hans. Daar moet de achterban misschien een beetje aan wennen. Maar dat wil niet zeggen dat ik achter de bühne niet keihard aan het werk ben. Ik ga sowieso iedere vrijdag het land in om ondernemers op te zoeken en te horen wat voor hen belangrijk is. Dat is ongelooflijk leuk om te doen, want ondernemers zijn gewoon inspirerende mensen. Altijd optimistisch, creatief en met bakken vol energie.'

'Ik zie VNO-NCW ook niet alleen maar als een lobbyclub. Ik zie de vereniging als een schakel tussen de werkelijkheid van ondernemers en die van de Haagse politiek. Die vertaalslag – zodat je elkaar beter begrijpt – is heel belangrijk en gaat beide kanten op. En de vereniging is natuurlijk ook een schakel tussen ondernemers onderling. Wat ik ook hoop dat we als organisatie zélf vaker proactief met goede oplossingen voor vraagstukken komen. Daar kunnen we nog in groeien.'

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.