Woedend waren Nederlandse boeren op Kamerlid Tjeerd de Groot (D66) om zijn oplossing voor de stikstofcrisis. ‘Het is een ongemakkelijke waarheid, maar de veestapel in Nederland is veel te groot.’
Sinds vorig jaar is Tjeerd de Groot de kop van jut van de boeren. Van bepaalde boeren althans. Met zijn opmerking dat de veestapel gehalveerd moest worden met het oog op de stikstofcrisis, gooide hij de knuppel in het hoederhok, om in agrarische termen te blijven. ‘Ik had wel een reactie verwacht, maar niet zo heftig’, zegt hij terugkijkend. Niet dat hij persoonlijk bedreigd wordt, maar uitgejouwd worden op een podium, waarbij boeren hun rug naar hem draaien, is ook geen pretje.
Over deze serieWat hebben Kamerleden en europarlementariërs met het bedrijfsleven? Beschikken ze zelf over een ondernemersgeest? In de serie Langs de meetlat in Forum komen Kamerleden en europarlementariërs van alle partijen aan het woord over hun band met en inzet voor het bedrijfsleven en geven ze zichzelf een cijfer. Eerdere afleveringen lezen? Kijk dan hier.
Toch staat hij nog altijd achter zijn woorden. 'Het is een ongemakkelijke waarheid, maar die moet worden uitgesproken om elkaar recht in de ogen te kunnen kijken. De veestapel in Nederland is veel te groot. Iemand moet het zeggen. Als de minister het niet doet, dan ik maar. Veel boeren willen óók een omslag in de landbouw in plaats van het pappen en nathouden van de afgelopen 40 jaar. Het zijn vooral de dreigboeren die het hoogste woord hebben.'
'Het zijn vooral de dreigboeren die het hoogste woord hebben'
De boosheid van de boeren had deels te maken met de vorige functie van Tjeerd de Groot: hij was directeur van de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO). Afkomstig uit de sector dus. Ook al was hij daarvoor jarenlang werkzaam geweest op het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid.
Wie is Tjeerd de Groot?Tijdens zijn studie bestuurskunde in Leiden specialiseerde Tjeerd de Groot (52) zich in milieukunde. Na zijn promotie in 1996 werkte hij kort als onderzoeker bij het Landbouw-Economisch Instituut). Tussen 1997 en 2010 werkte hij op het ministerie van LNV. Van 2005 tot 2009 was hij landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Berlijn. In 2010 werd De Groot directeur van de Nederlandse Zuivel Organisatie. Sinds 2017 zit hij voor D66 in de Tweede Kamer.
Wat heeft u met ondernemerschap?
‘Mijn persoonlijke ervaring is de tuinderij in potplanten die mijn opa had. Die is in de jaren 70 failliet gegaan als gevolg van de oliecrisis. Ik heb toen kunnen zien wat dat doet met een familiebedrijf. Verder heb ik niet zoveel ervaring met ondernemerschap. Mijn vader werkte bij een bank.’
‘Tijdens mijn studie bestuurskunde in Leiden ging ik me verdiepen in milieukunde. Ik was en ben vooral geïnteresseerd in de combinatie economie, natuur en landbouw. Landbouw is het mooiste voorbeeld van produceren mét de natuur. Uiteindelijk ben ik gepromoveerd op het Europese landbouwbeleid tot begin jaren 90. Waarom was dat beleid zo moeilijk te veranderen? Ik vergelijk het wel met een diner waarbij iedereen het duurste gerecht kiest omdat de rekening gedeeld wordt.’
'ik had het gevoel dat de grens was bereikt'
Als je de wereld wilt veranderen, moet je daar zijn waar je invloed kunt uitoefenen: zo kwam De Groot bij het ministerie terecht. Toen hij op een gegeven moment het gevoel kreeg dat het bedrijfsleven verder wilde gaan dan het toenmalige kabinet, stapte hij over naar de NZO. Zijn doel was te komen tot een duurzame zuivelketen. ‘Daar zijn zeker stappen in gezet, maar het waren stappen in het bestaande model. Dat model is eindig, ik had het gevoel dat de grens was bereikt.’ Dus volgde de stap naar de Tweede Kamer.
Het interview gaat verder na de foto