De Tweede Kamer heeft op 12 april via een motie de regering verzocht de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet en aanverwante wet- en regelgeving definitief te bepalen op 1 januari 2023. Een motie om uitstel juist niet uit te sluiten werd verworpen. De wet- en regelgeving van het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht is afgerond meent de kamer. Het stelsel van de Omgevingswet bevat geharmoniseerde instrumenten voor een samenhangende aanpak van de fysieke leefomgeving, waaronder urgente maatschappelijke opgaven zoals de woningbouwplannen en energietransitie. Door de datum van inwerkingtreding vast te stellen krijgen betrokken partijen duidelijkheid bij de voorbereidingen.
Testen, oefenen, inregelen
Inwerkingtreding op 1 januari 2023 biedt voldoende tijd en ruimte voor het testen, oefenen en inregelen van de DSO-LV en de implementatie door de betrokken overheden. De Kamer is van mening, dat de tijd die resteert tot 1 januari 2023 voor betrokken overheden voldoende moet zijn voor het afronden van de implementatie van het nieuwe stelsel.
Verder is een motie aangenomen, die de regering verzoekt voldoende middelen te reserveren om een goede kennis en kunde bij de omgevingsdiensten te bevorderen om adequaat uitvoering te kunnen geven aan de basistaken onder de Omgevingswet.
Pilots
Voor een goede start is het kunnen werken met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) voor gebruikers, waaronder burgers, bedrijven en overheden, van belang. De behoefte om (meer) met het DSO te kunnen oefenen is groot bij mkb-bedrijven en hun branches, aldus een andere motie. De regering wordt verzocht in samenspraak met ondernemersorganisaties het aantal pilots met het DSO voor mkb-bedrijven op te schalen en uit te breiden naar zo veel mogelijk sectoren, om zo veel mogelijk ondernemingen in staat te stellen tijdig met het DSO te kunnen oefenen. Ook verzoekt de motie de regering om in de maandrapportages Aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet over de resultaten van deze pilots te informeren
