'Zonder robotisering had ik het niet gered'

30-11-2022

Robots zijn eng, pikken banen in en nemen straks de wereld over. Jaja. Bij het Limburgse ENBI weten ze hoe het écht zit met robotisering. Directeur Jaap Thomassen wil juist meer automatisering en digitalisering. ‘Dat betekent minder fouten én het is beter voor de medewerkers.’

 

Het is alsof Diana van Marwijk aan een ronde speeltafel staat. In het midden van de tafel draait een kunststof arm van links naar rechts om zilveren plastic schijven te verplaatsen. Als een croupier die kaarten uitdeelt en wegpakt bij blackjack. En Van Marwijk die haar fiches telt. Maar dit is geen casino, dit is het spuitgietbedrijf ENBI Plastics & Silicones in Echt. En de ‘croupier’ is een zogeheten cobot: een robot die samenwerkt met Van Marwijk. Zij controleert dat alles precies goed ligt. Mens en machine maken hier honderden, duizenden stofzuigeronderdelen per dag. ‘Het is een fijne collega’, lacht Van Marwijk, wijzend op de cobot. ‘Je hebt er nooit ruzie mee en ik kan lekker naar muziek luisteren.’

 

Voor Jaap Thomassen is het al lang geen bijzondere aanblik meer. Coby de cobot, zoals de arm heet, is maar één van de robots die in zijn fabriek de productie draaien. Hij heeft net een tweede cobot binnengekregen. En hij heeft op een beurs ook nog recent een nieuwe robot besteld. Daar tik je al snel dertig- tot vijftigduizend euro voor af. De 37-jarige ENBI-eigenaar heeft het ervoor over: hij wil juist meer robots en cobots. Minder handen aan het product betekent stabielere productie, minder fouten en dus minder afkeur. ‘Voor mensen betekent het ook dat ze niet meer die repeterende handelingen hoeven te doen. Dat is voor iedereen beter. Personeel blijft altijd nodig, alleen het werk verandert.’

Voor wie even een 'kijkje' wil nemen bij ENBI:

  

Hoe de robots in de praktijk functioneren, is in de centrale hal van ENBI te zien. De fabriek oogt opgeruimd, geordend. Er zijn brede gangpaden en in rekken liggen schier oneindig veel kratten en kartonnen dozen gevouwen en gestapeld. Te wachten op nieuwe producten; doppen, verbindingsplaatjes, tuitjes, wat de klant maar nodig heeft. ENBI maakt vooral veel onderdelen voor medische en voor huishoudelijke apparatuur. Vaak kleine dingetjes die je niet eens ziet in het apparaat, maar die onmisbaar zijn.

 

Het sist en zoemt er. Dat zijn de spuitmachines die op luchtdruk werken en ook de grondstoffen die, eenmaal gedroogd in de naastgelegen hal, door buizen worden gestuwd. Die buizen gaan naar het hart van ENBI, waar een grote blauwe en iets kleinere gele robot de blikvangers zijn. Thomassen kijkt toe hoe de gele robot zes producten tegelijk oppakt en sorteert: ‘Als we bezoek krijgen en mensen zien die robot bewegen, zeggen ze ‘wow, wat gebeurt hier?’, maar echt, dit is al 25 jaar zo. Alleen is het nu gemakkelijker om processen aan elkaar te koppelen. Robots zijn eenvoudiger te programmeren en je gaat gewoon elke keer een stapje verder.’

 

‘Door robotisering houd je geld over om leuke dingen mee te doen’

 

Dat is precies wat Thomassen doet, elke keer bezien waar het nog beter, nog meer gestroomlijnd kan. Hij kent uiteraard elke centimeter van zijn eigen fabriekshallen en de kantoren, maar toch kijkt hij er elke keer onderzoekend naar. ‘Ik ben heel veel bezig met de vraag hoe het slimmer kan, dat het soepeler loopt. Bijna elke dag word ik wakker met die vraag. Het is ook gewoon tof om te zien wat robots voor je kunnen doen; een continu proces, ook ’s nachts, zonder dat je eraan hoeft te komen, zonder dat er storingen zijn.’ Niet harder werken, maar slimmer, is het motto van Thomassen. Zo kunnen de robots bijvoorbeeld nachtdiensten draaien, als de vraag groot is, en daar hoeft niemand bij te zijn. ‘Uiteindelijk houd je door robotisering meer geld over en daar kunnen we met z’n allen weer leuke dingen van doen.’

 

Momenteel denkt hij na over het transporteren van de producten. ‘In de huidige opstelling belanden producten ’s nachts automatisch op de transportband. ’s Ochtends komt dan iemand die de transportband weer leegmaakt en het in dozen doet. Nou, die stap wil ik sowieso weghebben’, legt Thomassen uit. ‘Er zijn van die robotkarretjes die zelfrijdend zijn, daar kijk ik nu naar. De transportbanden moeten weg, alles meteen in de dozen en laat zo’n karretje maar de hele dag door rijden om doosjes op te halen. Dan hoef ik daar niet meer met mijn handen aan te komen. Het gaat voor ons wel heel belangrijk worden om die stap te zetten.’

Samen met 'Coby de cobot' wordt er gewerkt aan het maken van stofzuigonderdelen. 'Het is een fijne collega waar je nooit ruzie mee hebt'
Samen met 'Coby de cobot' wordt er gewerkt aan het maken van stofzuigonderdelen. 'Het is een fijne collega waar je nooit ruzie mee hebt'
Foto: Roger Dohmen

Zo denkt Thomassen al sinds 2016 na over de robotisering in zijn bedrijf. Hij begon bij ENBI als stagiair en deed er zijn afstudeerproject voor de hbo-studie industrieel productontwerpen. ‘Ik kon vervolgens aan de slag als project engineer. Daar werkte ik de nieuwe aanvragen van klanten uit. Later schoof ik door naar de commercie.’ Tot zijn eigen verbazing werd Thomassen al na een jaar of drie gevraagd of hij adjunct-directeur wilde worden. ‘Ik dacht ‘why not’. Zeker, ik was kort in dienst en had weinig ervaring, maar ik had ook niks te verliezen. Dit is een supermooi bedrijf met mooie producten en processen. Dat sprak me toen ook al aan.’ Niet veel later kreeg de ondernemer de vraag of hij misschien het bedrijf wilde overnemen. Op 1 jan 2016 mocht hij zich de nieuwe eigenaar noemen.

 

Hoe heeft hij het bedrijf zien veranderen? ‘Assemblage gebeurde nog veel met de hand toen ik hier begon, daar gebruiken we nu bijna volledig robots voor. En afvalstromen, zeg maar het plastic dat overblijft nadat we spullen spuitgieten, dat gaat meteen weer terug in het proces. Ook geautomatiseerd.’

 

Het is allemaal te zien in de centrale hal. Een van de machines ‘spuugt’ kleine plastic balletjes uit – het eindproduct – en de ‘takjes’ waar ze aan zitten worden opgevangen om opnieuw te worden gebruikt. Zo zijn er overal machines en robots aan het werk, allemaal op hun eigen plek, afgezonderd door hekken. ‘Cellen’ heten die plekken. Want ja, met een cobot kun je dichtbij werken, die slaat af als je ermee botst, met de grotere robots is afstand geboden.

 

Robots in cellen? En dan ook nog een opvallende grote blauwe ‘Yaskawa’ die witte, honingraatvormige, stukken plastic uit een machine pakt en netjes op een band stapelt. Op de kop van de arm zit een kastje met een lampje dat verdacht veel op een oog lijkt. Het is bijna onmogelijk er niet iets menselijks in te zien. Maken ze mensen overbodig? De ENBI-eigenaar kent de kritiek. Je hoeft echter maar in de kantine te kijken om te zien dat hij echt niet robotiseert om personeel de deur uit te werken. Hier staat een tafelvoetbal, er hangt een dartbord, overal zijn zitjes en aan de wand hangt een inspirerende tekst. Dat doe je niet voor robots; ENBI heeft 25 mensen in vaste dienst en ook nog vijf flexwerkers.

 

‘Het vervelende werk willen we juist meer door robots laten doen’

 

‘Natuurlijk verschuift het werk’, weet ook Thomassen. ‘Ik denk juist dat het een toevoeging is. Je gaat samenwerken met robots. Het vervelende werk, het repeterende werk, dat proberen we steeds meer door robots te laten doen. Waar je dan de mensen voor wil inzetten, is waar ze goed in zijn. Waar ze na moeten denken. Het is niet dat je daardoor helemaal geen handjes meer nodig hebt, want de robot vullen is bijvoorbeeld nog mensenwerk. We hebben daarnaast ook mensen van de sociale werkplaats hier werken. Dat gaat ook niet veranderen.’

 

Hij wil maar zeggen: robots zijn géén bedreiging. ‘Ik vind het tof wat er allemaal mee kan. Niet alleen in fabrieken als deze. Je wordt tegenwoordig ook geopereerd met robots. Ook de kwaliteit van dat werk gaat omhoog en het aantal fouten neemt af. Ik denk dat we er alleen maar voordeel van kunnen hebben. Zo verschuift alles. Vroeger waren we met een pikhouweel het land aan het bewerken, dat doen we nu niet meer. Dit is gewoon de volgende fase in de industrialisering.’ Maar de voordelen van robots boven ‘handjes’ zijn ook duidelijk: ‘Nu we met corona en andere virussen zitten, mogen of willen mensen met een snotneus niet meer komen. Dat heeft meteen veel impact op je output. Met robots ben je daar van af. En neem de arbeidsmarktkrapte waar iedereen nu last van heeft. Als ik nu nog veel mensen voor dat repeterende werk nodig zou hebben, had ik het niet gered.’

 

Het vraagt om aanpassing, van leveranciers, van klanten, en ook van Thomassen zelf. Zo moest hij nieuwe functies creëren en daar mensen voor vinden. Zoals Pim Schoeber, de automation engineer. Net als Thomassen heeft hij bij ENBI stage gelopen en is er zo ingerold. ‘Ik ontwerp het functionele deel van de robot. Dat noemen ze de end-of-arm tool. Op school, ik heb hbo-werktuigbouwkunde gestudeerd, deden we niks met robots. Maar ik had persoonlijke interesse in robots, in code schrijven, in zaken als 3D-printen.’ Het zijn dat soort mensen die Thomassen nu zoekt, die kunnen sleutelen en programmeren en zich op hun gemak voelen rond robots. Schoeber: ‘Veel mensen weten niet wat robots doen in een fabriek, die kennen dat alleen van de film. Maar als ik ze vertel wat ik doe, zijn ze toch wel onder de indruk.’ Als Schoeber vooruitkijkt naar de toekomst van robots, weet hij wel: ‘Het wordt alleen maar makkelijker om ze in te stellen en ze worden slimmer. Ik vermoed dat AI in de toekomst robots gaat programmeren.’

 

Thomassen blijft de ontwikkelingen volgen, want voor hem is digitalisering een continu proces. Ja, daar horen meer en betere robots bij, maar ook het oude papierwerk komt wat hem betreft te vervallen. ‘Je koopt eens je eerste nieuwe machine en dan wil je er een robot bij, en een transportband, en een maalmolen om mijn afval meteen in te kunnen zetten. Zo beginnen de kleine zaken. En dan wil ik meer van het proces weten, wat gaan we dan doen? Ja, dan schaffen we een systeem aan waarmee we ons proces online kunnen monitoren. Data kunnen opslaan, digitaliseren in productie. Stapje voor stapje ga je daarin verder. Nu doe ik nog veel vanuit een onderbuikgevoel van wat er beter kan, straks heb ik de data die precies aangeven waar het nog beter kan.’

Nemen robots de wereld over? Pikken ze alle banen in en worden mensen overbodig? Dat is niet het verhaal bij ENBI. In het jaar dat Thomassen eigenaar werd, werkten er 11 personen in het bedrijf, waarvan er 1 engineer (sales) was. Momenteel zijn er 25 mensen in dienst, waarvan er 5 engineer (sales, tooling, automation) zijn. Thomassen: ‘Het laat zien dat het werk verschuift, je ziet dat we meer moeten nadenken over hoe de producten uit de machines komen en hoe de robots vervolgens stapelen, sorteren, assembleren en verpakken. Vroeger was je minder bezig met het optimaliseren van het proces, want er waren toch altijd genoeg handjes die in konden grijpen als iets misging. Maar we willen juist dat alles ook ’s nachts kan draaien, zonder dat er mensen aan te pas komen.’ Hoeveel schelen die robots eigenlijk in de kosten? ‘Het hangt erg van het product af hoe groot de voordelen zijn, maar neem een van onze nieuwste assemblagecellen met cobot; die kostte 150.000 euro. Daarmee doen we het werk met 1,5 fte, in plaats van 4 fte en dat betekent dus een terugverdientijd van minder dan twee jaar.’ Thomassen weet het zeker: ‘Als ik morgen alle robots weer moet vervangen door mensen, dan halen we het einde van de dag niet.’

RoboHouseENBI hoort bij de groeiende groep bedrijven die investeren in robots en cobots. Bijna de helft van de industriële bedrijven zegt al met cobots te werken en bijna een derde is van plan die de komende twaalf maanden aan te schaffen. Dat blijkt uit een marktonderzoek van OnePoll in opdracht van online retailer Reichelt Elektronik.
Wie als ondernemer geïnteresseerd is in robotisering kan in Delft terecht, bij het fieldlab RoboHouse van de TUDelft. Studenten en bedrijven kunnen bij RoboHouse cursussen en workshops op het gebied van robotica volgen. Er staan ook robots op industriële schaal voor demonstraties en experimenten en bedrijven kunnen zelf nieuwe toepassingen voor robots testen. De nadruk van RoboHouse is om ‘dicht op de werkvloer’ te staan. De experts van RoboHouse/TU Delft betrekken daarom vooral proces operators bij dit ‘fieldlab’. Ondernemers kunnen een robot ook huren om mee te werken. 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.