Ho stop, privacy geschonden. De Autoriteit Persoonsgegevens zit innovatieve ondernemers soms flink dwars. Of is het: zát? Sinds september heeft de privacy-waakhond een nieuwe voorzitter. Dít is hij van plan.
Het ruikt nieuw in de kantine van de Autoriteit Persoonsgegevens. Nieuw gebouw, nieuwe voorzitter. Zelf lijkt oud-burgemeester Aleid Wolfsen er ook nog een beetje aan te moeten wennen. Sinds september is hij in functie en moet zichzelf nog op de kaart zetten: wordt hij voor ondernemers de nieuwe Mister No? En kan geen innovatieve ondernemer nog met nieuwe technologieën aan de slag omdat de waakhond hem of haar dan met privacy om de oren slaat? Of gaat hij er juist voor zorgen dat bedrijven aan de toekomst kunnen werken?
Meneer Wolfsen, u moet er op toezien dat bedrijven zorgvuldig omgaan met gegevens en privacy van burgers. Diezelfde bedrijven hebben nou juist die data nodig voor innovatie. Bent u niet te streng?
'Er is geen maatschappelijke verbetering of vernieuwing meer mogelijk zonder data. Voor het ontwikkelen van medicijnen, voor het doen van wetenschappelijk onderzoek. Daar ben ik me zeer van bewust. Maar bedrijven dénken vaak dat ze tegen blokkades aanlopen, terwijl die er niet zijn. Innovatie en privacy zijn twee kanten van dezelfde medaille. Ik heb laatst een gesprek gehad met de zorgverzekeraars – op hun initiatief. Ook zij willen innoveren en vernieuwen op basis van gegevens. Ik merkte dat ze worstelden met wat er wel en niet mocht. Daar willen wij hen dus bij helpen.'
Wie is Aleid Wolfsen? Aleid Wolfsen (Kampen, 1960) is sinds september voorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens in Den Haag. Hij studeerde rechten in Groningen. Na een juridische carrière, waarin hij onder meer vicepresident was van de rechtbank in Haarlem, was hij van 2002 tot 2008 Kamerlid voor de Partij van de Arbeid. Daarna was hij tot 2014 burgemeester van Utrecht.
Innovatieve bedrijven konden bij uw voorgangers niet altijd rekenen op sympathie of meedenken. Toen ING een paar jaar geleden overwoog om klantprofielen te verkopen, kreeg de bank direct een veeg uit de pan.
'Op het moment dat ik in het FD las dat de bank diensten wilde aanbieden door het verkopen van data van haar klanten, schrok ik. Ik zeg altijd: zoekmachines weten meer van je gezondheid dan je huisarts. Je telefoon weet meer van je dan je partner. En ook banken weten heel veel van je. Ze hebben daarom een grote vertrouwensfunctie. Als bezorgde burger heb ik me ook afgevraagd: wat zullen we nu krijgen? Gaan ze mijn data verhandelen?'
Mét toestemming van de klant. Het helpt toch niet om een proefballon direct lek te steken? Dat schrikt bedrijven af.
'Ik kan me de bezorgde reactie van mijn voorganger voorstellen. Het zou veel effectiever zijn als bedrijven dezelfde stappen zouden nemen als de zorgverzekeraars. Dus bij ons langskomen om hun idee voor te leggen. Dan krijg je ook geen gesprek in de media over wat wel en niet kan. Of stel een gegevensfunctionaris aan. Dat is ook straks verplicht onder de nieuwe Europese regelgeving die in 2018 ingaat. Als die ons belt, nemen we altijd op. Ik wil bedrijven heel graag melden waar ze aan toe zijn.'
'Als je een schat aan informatie hebt, bewaar het dan als goud'
Dat lijkt een breuk met het verleden. Nú kunnen ondernemers met een innovatief idee niet bij u terecht.
'Dat is echt een verandering die ik wil doorvoeren. Ik vind nog steeds dat we geen consultant of persoonlijk adviseur zijn, maar we willen wel actief algemene voorlichting geven over wat mag en wat niet. Op dit moment zijn we heel schaars bezet en we zullen moeten groeien om dat ook te kunnen doen. Nu moeten we woekeren met de middelen die we hebben. Iedereen heeft belang bij innovatie, heeft belang bij een goed functionerend bedrijfsleven. Daar wordt de winst gemaakt. Daar betalen we onze publieke voorzieningen van. Als de politiek ons daartoe in de gelegenheid stelt, denken we graag mee.'
Hoe groot moet u daarvoor worden dan?
'Of we twee, drie keer zo groot worden, dat kan ik niet zeggen. Dat is nu aan het kabinet en de Tweede Kamer. Maar dat we moeten groeien: dat staat voor mij vast.'