Waarom wordt deze jongeren niets gevraagd?

18-06-2015

Het zijn de usual suspects die de cao-problematiek vooral met hun eigen stokpaardjes in de hand aanpakken en dat loopt op niets uit, vinden de jongerenorganisaties van werknemersorganisaties FNV, CNV en VCP en werkgeversorganisatie AWVN. Zij hadden in een paar weken een akkoord op tafel voor duurzame vernieuwing. ‘Begin met kijken waar je het eens bent.’

Het eerste succes is al voor de helft binnen: de linkse partijen in de Tweede Kamer en D66 willen dat het minimumjeugdloon wordt afgeschaft, schreven ze in een brief aan . Geen opmerkelijk standpunt, maar toch. Het is wel één van de speerpunten waarover de vier jongerenclubs van werkgevers en werknemers het eens zijn. In mei tekenden de vier een ‘jongerenakkoord’ over hoe cao’s er in de toekomst uit zouden moeten zien. Daarin stellen ze ook dat jong en oud evenveel vrije dagen moeten hebben, dat salaris onafhankelijk moet zijn van leeftijd en werktijden veel flexibeler ingevuld moeten kunnen worden. De jonge werkgevers en werknemers pleiten verder voor het invoeren van meebewegende lonen. Werknemers kunnen dan in goede tijden meeprofiteren, en in slechte tijden leveren ze iets extra’s in zodat het bedrijf kan overleven. ‘Wij hebben het niet specifiek over jongeren in ons cao-voorstel’, zegt Elwin Wolters van VCP Young Professionals. ‘Het gaat om álle werknemers. We willen geen jong tegen oud-discussie.’

Op 27 mei was er in de Tweede Kamer een hoorzitting over de toekomst van de cao’s. Jullie waren niet uitgenodigd. Dat is toch een beetje raar.
‘Ik ben daar echt een beetje narrig over’, zegt CNV-er Michiel Hietkamp. ‘Het was echt een domper. Juist áls er een debat is over de toekomst van de cao, worden we niet uitgenodigd. Het was een beetje ouwe-jongens-krentenbrood. Ik vind het eigenlijk heel erg dat het zover gekomen is dat de politiek zich er mee moet bemoeien.’ Jolanda Lekkerkerk (AWVN): ‘Dat is een stuk onvermogen van de sociale partners.’

Esther Crabbendam, FNV Jongeren: ‘Het waren de mensen die al meepraten. Dat hadden ze kunnen doorbreken door er iemand met een frisse blik bij te halen. En vergeet niet, wij zijn de werkgevers en werknemers van de toekomst.’ Over wie hebben ze het eigenlijk gehad, vraagt Elwin Wolters (VCP) zich af. ‘Politici vinden van alles van de cao en van jongeren die er geen belangstelling voor zouden hebben. Maar over welke jongeren hebben ze het? Ik kom ze niet tegen.’

Oude reflexen
Terwijl FNV-voorzitter Ton Heerts de gemoederen opschudt met zijn aanklacht in tegen het inhuren van zzp’ers (en van zzp’ers stevig weerwoord krijgt) in plaats van vaste krachten, zitten vertegenwoordigers van de vier jongerenafdelingen eendrachtig bij elkaar in het kantoor van AWVN. Elwin Wolters van VCP (vroeger vakcentrale MHP) Young Professionals, schuift wat achterover op zijn stoel. ‘Wat mij betreft zijn die tegenstellingen tussen werkgevers en werknemers precies waarom wij het akkoord hebben afgesloten. De standpunten aan beide kanten zijn een voorbeeld van reageren met oude reflexen.’

CNV-jongeren voorzitter Michiel Hietkamp is het met Wolters eens. ‘De cao bestaat nu 100 jaar en de partijen staan nog steeds verbeten tegenover elkaar. In feite zeggen wij hier: Doe eens normaal man. Dit is de ergste crisis die wíj hebben meegemaakt. Kijk eens om je heen naar het aantal werklozen. Waarom al die stokpaardjes? Stop zzp’ers in een duurzaam kader als de cao, maar maak wel meer keuzevrijheid mogelijk.’

Dat Heerts de voorzitter van AWVN in een gladjakker noemde, heeft de verhoudingen niet aangetast. Esther Crabbendam, voorzitter van FNV Jongeren, vertrekt haar gezicht als ze ermee wordt geconfronteerd. Beetje gênant tegenover een goede samenwerkingspartner wellicht. Maar ze reageert vooral laconiek. ‘De verhoudingen zijn ook weer niet zo dat ik Heerts meteen op hoge poten bel’, lacht ze. ‘Af en toe moet hij een statement maken. Dat hoort ook bij het proces.’ Wolters vult aan: ‘Nu is het Heerts, volgende keer is het een werkgeversvoorman.’

Hetzelfde spoor
Het initiatief voor het akkoord komt van CNV-jongeren en AWVN Young HR. ‘Wij zagen dat jongeren van beide kampen steeds meer naar elkaar toe komen’, zegt Michiel Hietkamp. Een telefoontje leerde dat de jongeren van FNV en VCP op hetzelfde spoor zaten. Toen was er vrij snel een gezamenlijk document. Jolanda Lekkerkerk (AWVN Young HR): ‘Het was volgens mij een kwestie van een paar weken. Wij vinden dat je moet kijken waar je het wél over eens bent. Zoek naar de dingen waar je samen wél een visie over kunt vinden.’

Afschaffing van het minimumloon, meer flexibiliteit, afschaffen van ‘ouwelullendagen’, meebewegende lonen. Het zijn behoorlijke drempels die jullie slechten. Wat vonden jullie ‘grotemensenafdelingen’ daarvan?
Michiel Hietkamp: ‘Ik vond het wel leuk dat tijdens de ronde tafel over cao’s in de Tweede Kamer een vakbondsvertegenwoordiger voorstelde om weekeinden individueel te laten regelen door werknemer en werkgever. Ik had een beetje het idee dat het door ons geïnspireerd was.’ ‘Toen ik er bij ons in de VCP over sprak, was het eerste dat ik hoorde: Wat goed dat jullie er samen iets van willen maken’, zegt Elwin Wolters. Esther Crabbendam vult aan: ‘Ik vind dat jongerenafdelingen voor vernieuwing moeten zorgen. Ze verwachten dit misschien ook wel een beetje van ons.’

Stokpaardjes
Het minimumjeugdloon is geregeld in de wet en niet in de cao, maar wel van belang voor werkgevers en werknemers. Alle vier de partijen zijn het er over eens dat het te laag is met zo’n 800 euro per maand. Dat ze jonge onervaren werknemers een makkelijke introductie op de arbeidsmarkt willen ontnemen, zien de vier anders. Wolters: ‘Worden ze te duur? Waarom? Je neemt toch mensen aan op kwaliteit? Je moet mensen betalen wat ze waard zijn. Goedkoop is duurkoop. Trouwens, jongeren komen nu ook moeilijk op de arbeidsmarkt, dat heeft weinig te maken met het loon.’ Esther Crabbendam vult aan: ‘Dit is typisch zo’n stokpaardje. Afschaffing is deel van een totaalpakket. Daar moet ook in dat oudere werknemers niet automatisch meer salaris krijgen dan jongeren.’ Voldoende mogelijkheden voor uitruil, denken de jongerenorganisaties. ‘Oudemannendagen afschaffen, lijkt me ook een mooie ruil’, zegt CNV-er Hietkamp.

Krijg je dan geen enorme discussie in bedrijven over waarom de ene collega meer verdient dan de ander?
Elwin Wolters haalt zijn schouders op: ‘Tja’. Dan: ‘Ga als werkgever en werknemers gewoon in gesprek over wat je van elkaar verwacht. Laat weten wat je van elkaar wilt, ook in de toekomst. Dat soort gesprekken wordt te vaak naast de koffieautomaat gevoerd.’ Michiel Hietkamp: ‘Het lijkt me gek dat iemand die net in dienst is, meer gaat verdienen dan iemand die tien jaar bij het bedrijf werkt en hetzelfde werk doet.’

Fundamentele fouten
Wat de vier jongerenafdelingen betreft, hebben de huidige cao’s een aantal fundamentele fouten. Ze zijn ingedeeld op basis van leeftijd en met een baan voor het leven in het achterhoofd. Het eerste is oneerlijk, het tweede is niet realistisch meer, zeggen ze. Werkgevers en werknemers moeten zich aanleren om regelmatig te praten over de toekomst. Jolanda Lekkerkerk (AWVN): ‘We denken bijvoorbeeld aan een vijfjarig functiecontract. Na die vijf jaar kijk je met je werkgever eens goed naar de volgende periode.’ Dan gaat het om wensen van de werknemer (andere functie, deeltijd werken, moeten er zorgtaken worden verricht), maar ook naar die van de werkgever (bestaat de functie over een paar jaar nog wel? Is er elders in het bedrijf menskracht nodig?). Veel meer aandacht voor scholing en meer vrijheid voor de werknemers om daar zelf keuzes in te maken. Michiel Hietkamp: ‘We moeten naar een lerende economie. In alle clubjes waarin ik zit, is dat hét onderwerp. En demotie moet bijvoorbeeld een mogelijkheid worden. Wij moeten tot ons 72ste werken. Ik weet zeker dat ik dan veel minder kan dan op mijn 56ste.’

Waarom zouden we nog moeite doen voor de cao?
‘Als ik naar mezelf kijk: ik wil het gewoon niet allemaal zelf regelen’, zegt Elwin Wolters. ‘Als ik spreek dan willen ze weinig van de vakbond weten, maar wat ze willen, komt heel erg overeen met wat een vakbond kan regelen.’ Dat de cao niet leeft is maar gedeeltelijk waar, vinden de jongerenorganisaties. ‘Het voordeel van een cao is dat afspraken veel sneller te regelen zijn dan met wetgeving’, meent Michiel Hietkamp. ‘En een cao is veel minder star.’ En daarmee is ook een belangrijk kenmerk van de cao-nieuwe stijl aangeroerd. Meer keuzevrijheid binnen de regels. ‘Veel jongeren willen flexibel werken, maar dat wil niet zeggen dat ze een flexibel contract willen’, zegt Crabbendam. Elwin Wolters vult aan: ‘Ons plan is ook nog eens goed voor de economie. Op een flexibel contact kun je bijvoorbeeld heel moeilijk een hypotheek krijgen, wat krijg je dus als je meer en meer flex-contracten krijgt?’

Samen oplossen
Toch vinden ze het logisch dat werkgevers afspraken kunnen maken over werktijden als ze te maken hebben met sterke wisselingen. Werkzaamheden die seizoensafhankelijk zijn bijvoorbeeld. ‘s Zomers weekeinden werken en in de andere seizoenen extra dagen vrij. Jolanda Lekkerkerk: ‘Belangrijk is dat de werknemer meer keuzes krijgt. Om-, bij- of herscholing, zorgverlof, werktijden. En daar waar problemen ontstaan moet je de problemen oplossen. Nu is het zo: als je niet in de mal past, kan het niet. ‘Het lijkt een boel gedoe, al dat overleg, maar we moeten wel’, denkt Elwin Wolters: ‘En als je dat niet wilt, krijg je weinig jongeren in je bedrijf. Dan ga je ook niet mee in de vaart der volkeren, om het zo maar eens te zeggen.’

Waar zijn jullie het eigenlijk niet over eens?
Michiel Hietkamp meteen: ‘De toeslagen voor werk op vrije dagen. Wij vinden dat vast rustdagen nodig zijn en daar hoort ook een toeslag bij. Het hoeft niet per se de zondag te zijn.’ Esther Crabbendam: ‘Zo zijn wij er dus niet ingegaan. Als werkgevers flexibiliteit willen, moet daar wat tegenover staan.’ Het is allemaal een kwestie van overleg, zegt Elwin Wolters: ‘Onderaan de streep komt het neer op elkaar vragen wat je wilt en dan oplossingen vinden voor problemen. Zorg dat het gedoe uiteindelijk niet bij de werknemers komt.’


De voortrekkers in cao-land

Er zijn in cao-land al een paar voortrekkers die zich proberen aan te passen. In de cao Theater en Dans 2014-2016 is een goede aanzet gedaan in de richting die de vier jongerenafdelingen opwillen, zegt Jolanda Lekkerkerk van AWVN Young HR. Die cao besteedt onder andere heel veel aandacht aan flexibele werktijden (voorbeeld: werknemers die op grond van hun geloof andere – dan christelijke – feestdagen hebben, kunnen deze dagen omruilen) en stageplaatsen. Instellingen met meer dan vijftig fte’s bieden jaarlijks tenminste twee stageplaatsen aan. Instellingen met vijftig of minder fte’s bieden één stageplaats aan.

Ook de cao voor architecten probeert de nieuwe werkelijkheid te integreren: niet alleen architecten in dienst, maar ook zzp’ers die in opdracht werken, mogen zich op de arbeidsvoorwaarden beroepen. Geen cao, maar een caoo: een collectieve arbeids- en opdrachtovereenkomst. Om een gelijk speelveld tussen werknemers en zzp’ers te creëren, worden hun uurtarieven in de nieuwe caoo vergelijkbaar opgebouwd met een opslag voor arbeidsongeschiktheid, pensioen, verlof en opleiding. De cao zegt niet welk tarief zzp’ers mogen vragen of wat werkgevers moeten betalen. Dat wordt aan de markt overgelaten.

Dit artikel komt uit de print Forum