Vreugdenhil ceo over handel: ‘Je moet het héle verhaal vertellen’

30-09-2020

De coronacrisis zet de wereldhandel onder druk. Landen neigen naar protectionisme. Handelsverdragen liggen onder vuur. Hoe gaat een ceo van een zuivelbedrijf, exportsector bij uitstek, daarmee om? ‘Je moet blijven uitleggen, ook als niet iedereen wil luisteren.’

 

Lyrisch kan ceo Albert de Groot worden over melkpoeder, het belangrijkste product van zijn bedrijf Vreugdenhil Dairy Foods. ‘Je haalt water uit een product waardoor het twee jaar buiten de koelkast houdbaar is. En ook nog eens het achtste van het oorspronkelijke volume heeft.’ Hij wil maar zeggen: wie zou dat niet willen in Europa, Afrika, Azië?

 

Meneer de Groot, redt uw bedrijf het nog een beetje in coronatijd?

‘Eigenlijk wel ja. Als voedingsindustrie zijn we een vitale sector, dus dat helpt. Mensen moeten blijven eten per slot van rekening. De verkoop van melkpoeder voor consumenten loopt zelfs beter: in crisistijd gaan mensen op zoek naar houdbare producten. De afzet van melk, room en kaas in de horeca viel wél weg. In het buitenland, waarvoor wij grotendeels produceren, hebben we voordeel van de goede Nederlandse reputatie. In crisistijd gríjpen mensen bijna naar Nederlandse producten.’

 

Maar u zult niet blij zijn met de huidige stand van de internationale handel.

‘De coronacrisis zorgt voor minder koopkracht bij mensen. En zuivel is in veel landen een luxeproduct. Nederland merkt daar de gevolgen van, want we zijn een klein, export georiënteerd land. Een goed melkland qua klimaat, ondernemerschap en de driehoek van kennis: bedrijven, overheid en de beste landbouwuniversiteit in de wereld. Het is niet toevallig dat we één van de grootste agro-regio’s ter wereld zijn.’

 

Niet iedereen is daar zo positief over.

‘Ik ken die geluiden. Moeten we wel zo’n grote agro-speler zijn? Moeten we dat wel blijven? Als internationaal georiënteerde sector zijn wij gebaat bij markttoegang en handelsverdragen. Ik zie geen betere bedrijven ontstaan in landen die hun grenzen afsluiten. Dat leidt tot inefficiëntie en het verval van sectoren. Je wordt als ondernemer niet uitgedaagd, innoveert niet, vraagt je niet af waar producten het beste – economisch en ecologisch – geproduceerd kunnen worden.’

 

‘De trend is nu dat mensen negatief zijn over het streven naar vrijhandel. Zelfs onze eigen melkveehouders zijn niet altijd positief. Ze zijn bij handelsverdragen al snel bang dat buitenlandse concurrenten voordelen hebben doordat zij hun producten goedkoper kunnen aanbieden omdat hun wetgeving soepeler is. Bijvoorbeeld met betrekking tot milieu- en klimaateisen. Maar er zit altijd wederkerigheid in de markttoegang in verdragen. Nederlandse zuivel kan dan ook makkelijker in het buitenland worden afgezet.’

Rapport Zuivel op hoog niveauDe Nederlandse Zuivel Organisatie publiceerde onlangs het rapport ‘Zuivel op hoog niveau’. Daarin wordt ingegaan op het economisch belang en de hoge kwaliteit van de sector. 

‘Er is ook veel kritiek op het gelijke speelveld. We moeten ons wereldwijd hardmaken voor de normen en waarden bij het produceren. Je kunt in handelsverdragen bijvoorbeeld afspraken maken over dierenwelzijn en proberen om het niveau in beide handelszones omhoog te krijgen. Alleen zo kom je tot een meer duurzame productie. Dat lukt niet altijd. Dan kun je roepen: stoppen met het verdrag, maar ik zeg dan: verbéter het verdrag.’

 

Het interview gaat na de foto verder 

Albert de Groot (Vreugdenhil): ‘Probleem is de mental shortcut: snel iets roepen, terwijl het complexer ligt’
Albert de Groot (Vreugdenhil): ‘Probleem is de mental shortcut: snel iets roepen, terwijl het complexer ligt’
Foto: Christiaan Krouwels

Het sentiment in politiek en samenleving is nu anti-handelsverdragen. Waar komt dat vandaan denkt u?

‘Er is meer aandacht voor handelsverdragen dan vroeger, en de eisen liggen hoger, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Mensen slaan door met dingen waar ik op zich niet tegen ben, zoals lokaal produceren voor lokale consumptie. Maar dat betekent niet meteen dat álle ex- en import ineens verkeerd is. Ik zie het als een zekere verantwoordelijkheid om de wereld te voeden. Niet door goedkoop onze producten weg te zetten in de rest van de wereld. Dat mag niet eens meer. Vroeger kreeg je in het kader van exportstimulering geld van de overheid zodat je je product goedkoper kon aanbieden in het buitenland.’

 

‘Ik vind dat je niet duurzaam bezig bent als je kinderen elders in de wereld melk onthoudt. Nederland hoort met zuivel bij de laagste CO2-uitstoters in de wereld.  Een koe gedijt helemaal niet goed in Afrika, want die houdt niet van een tropisch klimaat. Zo’n 20 graden is optimaal voor een koe. Bij 30 graden krijgt een koe hittestress en produceert zij minder melk tegen relatief meer uitstoot.’

 

‘Los daarvan: 80 procent van de Nederlandse zuivel wordt afgezet binnen een straal van 500 kilometer, binnen Europa dus. De resterende 20 procent is ‘echt’ export.’

 

Waarom vindt u handelsverdragen dan toch belangrijk?

‘Omdat we het over 7,5 miljard euro hebben. En omdat ook landen buiten Europa nu eenmaal onze producten willen hebben. Dat is goed voor de economie en voor Nederland. Ik ben dus sterk voorstander van internationale handel op wereldschaal, met weinig kosten voor douaneformaliteiten en een gelijk speelveld.’

CETA: ja of nee?Na het verzet tegen het TTIP-verdrag met de Verenigde Staten, dat uiteindelijk door Donald Trump zelf om zeep is geholpen, richten critici hun pijlen nu op het CETA-verdrag tussen de EU en Canada. Dat is eerder goedgekeurd door de Tweede Kamer en ligt nu bij de Eerste Kamer. Het is onzeker of het daar een meerderheid haalt. Ondertussen is een groot deel van het verdrag – behalve het arbitragesysteem – al in werking sinds het gesloten werd in september 2017. Dat is gangbaar met verdragen die door alle parlementen van de 27 lidstaten moeten worden geratificeerd. Want dat duurt lang. Maar mogelijk heeft een deel van het verzet daarmee te maken: we mogen als Nederland nog iets zeggen over het verdrag, maar dat is ondertussen gewoon al in werking. ‘Ja, dat klinkt op zijn minst wel onhandig’, zegt Vreugdenhil Dairy Foods-ceo Albert de Groot. ‘Maar goed, de werkelijkheid is altijd complex. Ik hoop van harte dat CETA rond komt.’ Als Nederland (of een andere lidstaat) uiteindelijk niet instemt met CETA, kan het verdrag niet volledig in werking gaan. Het is nog niet duidelijk wat er dan gebeurt. 

Dat leidt volgens critici tot het heen en weer slepen van voedsel en dieren.

‘Dat is beeldvorming. Ik ben er voorstander van om kringlopen van voedsel zoveel mogelijk te sluiten, maar dat kan nooit helemaal. In Nederland moet je ook niet sinaasappelen en bananen willen telen. Dus een deel haal je uit het buitenland. Voedsel en dieren liggen dan gevoelig, terwijl het van telefoons en auto’s heel normaal wordt gevonden als ze van de andere kant van de wereld komen.’

 

Eén van de producten die Vreugdenhil Dairy Foods maakt, is melkpoeder. Hoe ze dat precies doen, kun je in dit filmpje bekijken

 

‘Slepen met goederen is heel iets anders dan mensen goede voeding brengen. Onze slogan is: ‘We bring the best of milk’. Met een hoge voedingswaarde. Bij het behalen van de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties van de Verenigde Naties worden melk en zuivel gezien als de oplossing van veel problemen. Mensen begrijpen het geheel van het voedselsysteem niet altijd goed.’

 

Het interview gaat na de foto verder

‘De oplossing is niet: stop met die verdragen', zegt Vreugdenhil-ceo Albert de Groot, 'maar verbeter ze’
‘De oplossing is niet: stop met die verdragen', zegt Vreugdenhil-ceo Albert de Groot, 'maar verbeter ze’
Foto: Christiaan Krouwels

Wat kunt u tegen die beeldvorming doen?

‘Blijven uitleggen. Daar moet je de tijd voor nemen. Mensen komen met single issues, terwijl het échte verhaal groter is. Daarbij moet je ook ingaan op de dilemma’s van zuivelproductie, zoals de gevolgen van mest en uitstoot. Als je het ene verhaal vertelt, moet je ook het andere vertellen.’

 

Maar alles wat de vijand zegt…

‘Het valt ook niet mee om mensen te overtuigen. Als mensen met een bepaald vooroordeel de andere kant van het verhaal horen, voelen ze zich daarna juist gesterkt in hun vooroordeel. Dat is probleem nummer 1. Probleem nummer 2 is wat ik de ‘mental shortcut’ noem: er wordt snel iets gezegd, terwijl de werkelijkheid vele malen complexer is. Neem de stadslandbouw, waarover je grote verhalen hoorde. Maar zelfs met subsidie gaat een project met landbouw op het dak van een flat failliet. Het is niet rendabel te krijgen. Mensen denken in termen van de boodschappentas thuis, terwijl je veel groter moet denken. Het romantische beeld van voedsel produceren haakt niet aan bij de werkelijkheid.’

 

Nederland handelsnatie was vroeger iets om trots op te zijn, en nu bijna een vloek.

‘Ik ben in 1993 begonnen met dit werk. In het begin was het: je deed export, bewerkte al die landen, het was geweldig. Nu wordt dat allemaal ter discussie gesteld. Maar laten we kijken naar wat corona doet. In crisistijd gaan mensen anders denken. Voedselzekerheid wordt weer een belangrijk thema. Ik hoop dat corona iets gaat veranderen in hoe wij kijken naar economie, welvaart, geld verdienen. Het eenvoudigste zou zijn als we weer wat trotser zouden zijn op een klein land met mooie producten, en duurzaamheid hoog op de agenda.’

‘Je moet mensen meenemen in dat verhaal. In het middenveld kun je mensen nog bereiken, aan de zijkanten niet. Sommige mensen ga je niet overtuigen omdat ze je verhaal niet willen lezen. Die hebben hun gedachten al opgemaakt.’

 

Ligt er nog een taak voor de overheid?

‘Nee, ik vind dat een taak voor brancheorganisaties en ceo’s van grote bedrijven. Die moeten contact zoeken met de politiek en meer naar buiten treden. Ik begrijp dat het soms wel makkelijk is om erbuiten te blijven: dan heb je geen last van tegenstanders, van het gedoe. Maar doe het toch maar. En luister naar de kritische geluiden van de omgeving, ga in gesprek.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.