Voorkom dat bedrijfsgevoelige informatie op straat ligt door Wet open overheid

26-04-2016

Het vorige week door de Tweede Kamer aangenomen initiatiefwetsvoorstel Wet open overheid belooft meer transparantie over de besluitvorming van het openbaar bestuur. Met de doelstelling van het wetsvoorstel is niets mis. Sterker nog: ook bedrijven kunnen baat hebben bij transparantie, bijvoorbeeld als zij te hoop lopen tegen ondoorgrondelijke processen bij de overheid. In de nieuwe wet, die de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vervangt, worden overheidsorganen verplicht om informatie actief en volledig openbaar te maken, en moeten zij een openbaar register bijhouden van documenten en andere gegevens die zij in huis hebben.

Gasunie, waterleidingmaatschappijen en andere bedrijven in de vitale infrastructuur geven veel informatie aan de overheid. Dat kan, omdat zij nu zeker weten dat die informatie niet gewoon via de overheidswebsites in handen van kwaadwillenden kan komen. Als de gegevens over bijvoorbeeld de infrastructuren van energie, telecom of drinkwater op straat komen te liggen, ontstaan veiligheidsrisico’s, zeker in deze tijd van dreiging van aanslagen. Daarnaast kan bedrijfsgevoelige informatie openbaar worden.

De initiatiefnemers hadden deze zorgen eenvoudig kunnen voorkomen, door een kleine wijziging van het wetsvoorstel waarin bedrijfsgeheimen en beveiligingsgegevens absoluut geheim zouden blijven. Nu de wetgever dit niet heeft geregeld, is rechtsonzekerheid ontstaan. Nog meer rechtsonzekerheid is het gevolg van de uitbreiding van het wetsvoorstel naar semipublieke organisaties, zoals de zorg en het onderwijs. De startsituatie van de Wet open overheid is dat er geen semipublieke organisaties onder vallen, maar dat die toegevoegd kunnen worden, als de regering en de Kamer dat willen. Of dat zal gebeuren, is onduidelijk.

Nogmaals: transparantie is een groot goed. Maar de overheid is het aan haar stand verplicht om burgers en bedrijven niet in rechtsonzekerheid te laten zitten. Daarnaast kun je je afvragen of de kosten die gepaard gaan met het naleven van de wet voor overheid en bedrijfsleven altijd in verhouding zullen zijn met de opbrengsten. Daarom dient de overheid vooraf inzicht te hebben in de kosten. Genoeg reden voor de Eerste Kamer om nog eens heel goed naar deze wet te kijken.