Voetbal, cultuur, evenementen: ‘Zonder publiek redden we het niet’

28-05-2020

Grote culturele en sportieve evenementen zijn met een ‘mokerslag’ tot stilstand gekomen. Als dat veel langer duurt, volgt een slagveld in de sectoren. En wat blijft er dan nog over van kunst, sport en cultuur?

 

Supporters komen het stadion binnen op basis van timeslots. Ze nemen plaats volgens een schaakbordsysteem: met steeds 1 stoel leeg naast, boven en onder hen. Ze dragen handschoenen en gezichtsmaskers. Voor de gang naar het toilet of de catering zijn protocollen. Er mag niet worden gejuicht bij een doelpunt. Er is sowieso geen uitpubliek.

Zo zou een voetbalwedstrijd in de Eredivisie of de Keuken Kampioen – Eerste – Divisie er volgend jaar uit kunnen zien. Een ‘bizar scenario’,  maar het is volgens Ron van Oijen in elk geval een manier om het betaald voetbal in leven te houden, mocht er nog geen vaccin tegen corona zijn. Want de 1,5-metereconomie gaat hem niet worden in het stadion, zegt hij. ‘Dan kom je uit op 10 procent van het aantal supporters dat in een stadion past. En heb je als club meer kosten dan het oplevert.’ 

 

Betaald voetbal: geen buffers, geen sponsors

Van Oijen is voorzitter van het Koninklijk Actuarieel Genootschap, dat een aantal scenario’s schetste voor de nabije toekomst van de Keuken Kampioen Divisie. Hij is ook voorzitter van de raad van commissarissen van NEC, die in die divisie speelt. En hij is voormalig ceo van verzekeraar Vivat. ‘Actuarissen zijn gewend om met scenario’s te werken en naar de lange termijn te kijken. In de voetbalwereld zijn ze meer op het lopende seizoen gericht.’ Ergens ook wel logisch: elke club wil kampioen worden of zo hoog mogelijk eindigen, want dat zorgt voor inkomsten. Daarop worden spelers aangekocht. Het aanhouden van grote financiële buffers heeft minder prioriteit.

 

‘Sponsors? Bij NEC hebben we de eerste opzeggingen al binnen’

 

Nu, met de coronacrisis, wreekt dat zich. Clubs zagen hun inkomsten ineens wegvallen, terwijl hun kosten (spelerscontracten, personeel, onderhoud) gewoon doorlopen. ‘Bedrijftechnisch gezien is het betaald voetbal een kleine sector’, zegt Van Oijen. ‘Clubs moeten het hebben van het publiek, de catering in het stadion, sponsoring en tv-gelden.’ Als in september de nieuwe competitie van start gaat zonder publiek, blijven alleen de tv-gelden op hetzelfde niveau over. Sponsors – vooral in de Eerste Divisie van groot belang – zullen afhaken omdat zij geen gebruik meer kunnen maken van hun business seats voor netwerkactiviteiten, en zij met hun reclameborden niemand meer in het stadion zullen bereiken. Bovendien, stelt Van Oijen, hebben bedrijven nu wel wat anders aan hun hoofd. ‘Zij moeten zelf ook zien te overleven. Bij NEC hebben we de eerste opzeggingen al binnen.’

 

Artikel gaat verder na de foto

Marvin Wanitzek, speler van de Karlsruher Sport-Club, neemt een vrije trap in een wedstrijd tegen Hanover 96 (Duitse Bundesliga)
Marvin Wanitzek, speler van de Karlsruher Sport-Club, neemt een vrije trap in een wedstrijd tegen Hanover 96 (Duitse Bundesliga)
Foto: Marvin Ibo Güngör/HH

Gevolgen spelen zonder publiek desastreus

Hij hoopt dat er na 1 januari weer publiek het stadion in mag. Eigenlijk móet dat ook wel, want dan blijft de schade voor de Eerste Divisie beperkt tot 15 miljoen euro. Blijft het hele seizoen publiekloos, dan loopt dat bedrag op tot 25 miljoen euro, en vreest Van Oijen dat er clubs kunnen omvallen. ‘Dan worden de gevolgen desastreus.’ De KNVB gaat uit van een schadepost van 300 miljoen euro voor de Ere- en Eerste Divisie samen. Valt de transfermarkt ook nog eens tegen, dan wordt dat 400 miljoen. De politiek, in de persoon van premier Rutte, reageerde daar in eerste instantie wat lacherig op: sectoren kunnen zoveel vragen en klagen. Een houding die vooral ingegeven lijkt door het imago van de ‘Grote Drie’: Ajax, PSV en Feyenoord en dat van de ‘voetbalmiljonairs’. Maar als die er al zijn (moet je als speler toch vooral op een transfer naar het buitenland hopen), bij de rest van de clubs zijn ze niet te vinden. De KNVB heeft inmiddels een 'Deltaplan' voor de toekomst opgesteld en bespreekt dat nu met minister Van Rijn van Medische Zorg en Sport.

 

Artikel gaat verder na het kader

Evenementen: ‘Bestaat de sector nog wel over een jaar?’‘Met een mokerslag, een dreun van immense proporties, is onze branche tot stilstand gebracht’, schreef de Vereniging van Evenementenmakers (VVEM) in maart in een brief aan het kabinet. Dit naar aanleiding van het besluit om samenkomsten van mensen tot nader order te verbieden. Dat is inmiddels 1 september geworden, daarover bestaat veel onzekerheid. Zeker na de uitspraak van minister De Jonge van Volksgezondheid dat evenementen eigenlijk pas weer kunnen als er een vaccin is gevonden. En dat kan zomaar nog een jaar duren. Vanaf juni kunnen weer ‘evenementen’ tot 30 bezoekers en vanaf juli tot 100 bezoekers.
De VVEM vraagt zich af of de sector over een jaar nog wel bestaat. Het gaat om een ‘ecosysteem’ waarin veel partijen met elkaar samenwerken en van elkaar afhankelijk zijn. Te denken valt aan zalen, terreinen, leveranciers van hekken, tenten, podia, riolering, stroom, licht, geluid, beveiliging en horeca. De verwachte omzetderving over 2020 zal zo’n 4 miljard euro zijn, en 48.000 banen dreigen verloren te gaan (in de sector werken 63.000 mensen). Alleen al deze zomer gaat het om 1.200 festivals, 250 grote concerten en 5.000 kleine, met in totaal 35 miljoen bezoekers. Evenementen worden vaak lang van tevoren voorbereid, en de kosten daarvan worden betaald met de reeds geïnde ticketgelden. Die kunnen dus niet zomaar teruggestort worden. Gezien de specifieke situatie in de branche is de VVEM met het kabinet in overleg over extra maatregelen, bovenop de algemene steunmaatregelen. Komen die er niet, dan moet Nederland het straks stellen zonder een ‘vitale sector voor het herstel van de maatschappij, door het terugbrengen van vreugde, vertier en heling’.
'We hadden gehoopt al meer duidelijkheid te hebben, maar het kabinet was druk met het tweede steunpakket’, zegt Willem Westermann van de VVEM. Hij gaat ervan uit dat er na 1 september in stapjes steeds meer kan in de sector. ‘Ook afhankelijk van wat de bezoeker zélf wil.’ Zo kunnen er wat hem betreft ooit weer gewoon festivals met tienduizenden bezoekers komen. ‘Het zal niet zo zijn dat we structureel en voor altijd met mondkapjes rondlopen. En dan kunnen wij weer doen waar we goed in zijn: veel mensen op een beperkt oppervlak organiseren.’ Samen met de sport- en cultuursector heeft de evenementenbranche een plan opgesteld om meer mensen te kunnen ontvangen dan de voorgeschreven 30 en 100. Dit wordt besproken met het kabinet. 

Bezuinigen op salarissen en personeel

Ondertussen kijken clubs intern waar er nog iets te bezuinigen valt. Daarnaast heeft de Federatie van Betaald Voetbal Organisaties (FBO) met de spelersvakbonden een loonmatiging oplopend tot 20 procent afgesproken. In de Eerste Divisie haalt dat niet zoveel uit. Het gemiddelde spelerssalaris ligt daar rond de 2.750 euro bruto; een aantal spelers verdient zelfs niet meer dan het minimumloon. Clubs kunnen proberen spelers te verkopen of te bezuinigen op het andere personeel. Zo heeft Eredivisieclub FC Groningen onlangs 11 werknemers ontslagen.

 

‘Voetbal is voor velen hét uitje van de week’

 

‘Verschrikkelijk voor hen’, zei directeur Wouter Gudde op de website van de club, maar Groningen heeft nu al een verliespost van 5 miljoen euro op een begroting van 19 miljoen, en daar komt komend seizoen 4 ton aan gemiste recette per thuiswedstrijd bij. De supporters hebben eigenlijk recht op compensatie voor de 4 wedstrijden die ze dit seizoen al moeten missen. ‘Ik hoop dat ze daarvan afzien en weer een nieuwe seizoenkaart bestellen’, aldus Gudde. Hij vertrouwt daarmee op de ware clubliefde, want supporters weten niet of zij het komend seizoen het stadion van binnen zullen zien. ‘Voetbal is meer dan 2 keer 3 kwartier achter een bal aan rennen’, stelt Gudde. ‘Het is voor velen het uitje van de week.’ Groningen heeft net als andere clubs een campagne opgezet om de supporters warm te maken voor een nieuwe seizoenkaart.  

 

Betaald voetbal hoeft niet op gemeente te rekenen

Op geld van de gemeente hoeven veel clubs niet te rekenen. Dat wordt namelijk al snel gezien als (verboden) staatssteun. Sparta, de oudste – 1888 – club in het betaalde voetbal kijkt niet alleen om die reden eerder naar ‘Den Haag’ dan naar Rotterdam. Want volgens directeur Manfred Laros heeft het betaald voetbal qua omvang een landelijke uitstraling. ‘Voetbal is van en voor iedereen. Daarnaast heeft het betaald voetbal een functie voor en uitstraling naar het amateurvoetbal door het opleiden van topspelers. Zij zijn de helden van vele amateurvoetballers, jong en oud.’

 

‘Voetbal heeft ook een sociale functie’

 

Terwijl op het veld beneden de Sparta-selectie alweer traint voor het nieuwe seizoen buigt Laros zich boven in het kantoor over het tweede steunpakket van het kabinet. Sparta maakt ‘net als veel andere mkb-bedrijven’ gebruik van de NOW-regeling. Van de 120 medewerkers (85 fte) hoeft in elk geval nog niemand te worden ontslagen. ‘We willen ook geen gedwongen ontslagen.’

De Rotterdamse dichter Derek Otte vraagt om steun voor Sparta

 

Clubs gaan sneuvelen zonder publiek

Over het huishoudboekje van Sparta (begroting: 11 miljoen euro) maakt hij zich op de korte termijn nog geen zorgen. ‘We hebben nog wat vet op de botten.’ Maar hij kan zich voorstellen dat er clubs in de beide divisies gaan sneuvelen als gevolg van de coronacrisis. Veel zal afhangen van de bereidheid van de supporters en sponsors om seizoenkaarten en contracten te verlengen. Want voetbal moet het hebben van de sfeer van een vol stadion. ‘Kijk maar naar de eerste wedstrijden in de Duitse Bundesliga in lege stadions. Voetbal heeft ook een sociale functie door het delen van passie. Het is belangrijk om passie te hebben.’ Het kabinet moet daar volgens hem oog voor hebben. Zoals het gezegde luidt: sport is de belangrijkste bijzaak in het leven.  

 

’80 procent inkomsten komt van publiek en sponsors’

 

Sparta speelt thuis vrijwel altijd in een vol Kasteel (capaciteit: 11.000 plaatsen) en zal de gevolgen merken van een publieksverbod. ‘Maar dat geldt voor alle clubs. In Nederland moeten we het voor 80 procent hebben van publiek en sponsors, en voor 20 procent van tv-gelden. In het buitenland is dat juist omgedraaid. Daarom worden wij extra hard geraakt.’ Supporters moeten voor 1 juli laten weten of zij hun seizoenkaart willen verlengen, en onder welke condities. Er zijn bij Sparta nog geen sponsors afgehaakt, zegt Laros. ‘Bedrijven laten juist weten dat ze bij de club willen blijven. Maar veel bedrijven zijn nu met andere dingen bezig dan hun sponsorcontract.’

 

Maak van sport ook prioriteit

Ondertussen is Sparta bezig met het aantrekken van een spits en een verdediger, ter vervanging van vertrokken spelers. Staat dat niet haaks op de financiële problematiek? Laros: ‘Wij moeten als club zorgdragen voor de bedrijfsmatige én de sportieve continuïteit.’ Maar dan moet er überhaupt wel sprake zijn van continuïteit. Voor veel clubs is dat de vraag als deze situatie voortduurt. Er wordt al gevreesd voor slagveld waarna er één gezamenlijke divisie overblijft. Laros hoopt dan ook dat het kabinet over de brug komt nu het KNVB-plan er ligt. ‘Ik begrijp dat sport en cultuur in de eerste fase niet vooraan in de rij stonden voor steun. Het kabinet moest prioriteiten stellen. Maar nu is er ruimte voor deze prioriteiten.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.