‘Verhoging minimumloon is een schrikreactie die voor onrust zorgt’

27-09-2022

Het kabinet wil iets doen aan de koopkracht door het wettelijk minimumloon (wml) met 10 procent te verhogen. Voor ondernemers is dat een pittig besluit. Niemand betwist de noodzaak, maar kan het niet in kleinere stappen, vraagt ook Geert-jan Castelijn, eigenaar van een modezaak, zich af. ‘Hoe moet ik dit betalen?’

 

In modezaak Castelijn Fashion & Denim in Beek merkt eigenaar Geert-jan Castelijn het al. De onrust sluipt erin. Bij het personeel én bij de klanten. Iedereen maakt zich druk over zijn eigen loon en prijzen vanwege toenemende inflatie. Zelf moet Castelijn nog een coronaschuld van 224 duizend euro afbetalen en vreest hij wat het virus dit najaar gaat doen. Door het dalen van de koopkracht kopen mensen minder en dus zijn Castelijns inkomsten ongewis. Nu komt daar, door de voorgenomen verhoging van het wettelijk minimumloon, een nieuwe financiële uitdaging bij.

 

Wettelijk minimumloon verhogen

Het kabinet heeft onlangs aangekondigd het minimumloon per 1 januari van volgend jaar met 10,15 procent te verhogen. Dat besluit is een reactie op de inflatie en de toegenomen (energie)prijzen. Het verhogen van het minimumloon moet lastenverlichting brengen. In het coalitieakkoord was al afgesproken dat er een verhoging zou komen, maar het zou gaan om 7,5 procent en dat in drie stappen van 2,5 procent elk jaar. ‘Dan is deze versnelde verhoging en dan ook nog van 10 procent een nogal onaangename verrassing’, aldus Castelijn.

 

Castelijns vader begon de zaak in 1953, hijzelf nam het bedrijf in 1995 over. Nu werken er zo’n 25 mensen en een paar verdienen het minimumloon. Als hun salaris omhoog moet, zal dat van het overige personeel óók omhoog moeten. ‘Het werkt in het hele loongebouw door,’ zegt de Limburgse ondernemer. ‘Collega’s op de werkvloer zien lonen met 10 procent omhoog gaan en denken ‘en ik dan, ben ik geen 10 procent waard?’. Zelfs als je de overige lonen met 5 procent verhoogt, dan voelen ze zich ondergewaardeerd, dat hoor je dan op de werkvloer. Mensen kijken niet alleen wat collega’s verdienen, maar ook wat ze elders kúnnen verdienen.

 

Schrikreactie

Castelijn: ‘Dit jaar hebben wij in totaal al 6 procent loonsverhoging gegeven. Maar dat is geen 10, of 9,5 zoals bij de NS. Wij proberen de loonkosten op 10 tot 15 procent van de omzet te houden. Als alle lonen 10 procent omhoog moeten, dan vraag ik me af: hoe moeten we dat betalen?’

Dat er iets moet gebeuren voor mensen die weinig verdienen, daar is de Limburger wel van overtuigd. ‘Het zijn zware tijden. Er mag best iets gedaan worden aan de hoogte van het minimumloon. Dat snap ik.’ Maar deze verhoging van het minimumloon, met ruim 10 procent, is volgens de ondernemer ‘een schrikreactie, waar het alleen maar erger van wordt. Als je aan mij vraagt om de komende vijf jaar elk jaar iets omhoog te gaan, dan denk ik dat het makkelijker en vloeiender zal verlopen dan dit.'

 

'Ik vraag me echt af: hoe moeten we dat betalen?'

 

Verrassingen uit Den Haag

Hij kan dan ook zelf zijn bedrijfsvoering daarop instellen, dus weten over een langere periode wat er binnenkomt er eruit gaat.  En niet steeds moeten reageren op ‘verrassingen’ uit Den Haag. Castelijn wil ‘wel eens perspectief om rustig te kunnen ondernemen’. En dan heeft hij het nog relatief overzichtelijk, want hij is eigenaar van het pand en hoeft dus geen huur te betalen én hij heeft de komende vier jaar nog een vast energiecontract. ‘Kun je nagaan hoe lastig het wordt voor ondernemers die straks 10 procent huurverhoging krijgen én met torenhoge energierekeningen zitten. Voor hen heeft zo’n hoger minimumloon nóg meer impact.’

Geert-jan Castelijn: 'Er mag best iets gedaan worden aan de hoogte van het minimumloon. Dat snap ik.' Maar dit is niet de oplossing, zegt hij
Geert-jan Castelijn: 'Er mag best iets gedaan worden aan de hoogte van het minimumloon. Dat snap ik.' Maar dit is niet de oplossing, zegt hij
Foto: Roger Dohmen

Hoe Castelijn de hogere loonkosten weer gaat terugverdienen? Hij weet het nog niet. Doorberekenen in de prijzen kan bijna niet. ‘Dan prijs ik mezelf uit de markt, mijn klanten gaan dan op zoek naar een winkel waar ze minder betalen.’ De ondernemer is bang voor ‘een herhaling van de fouten uit de jaren zeventig’. ‘Als ik de prijzen omhoog gooi, houdt dat de inflatie in stand en moeten de lonen weer omhoog. Dat wil je niet.’

 

'ER ZIJN OOK ANDERE, BETERE MANIEREN OM DE KOOPKRACHT TE VERBETEREN'

 

De Limburger ziet nu al dat zijn klanten scherper kijken naar de prijskaartjes. ‘Dan lopen ze sneller de winkel uit zonder iets te kopen. Net na de twee jaar corona kwam onze klantengroep hier binnen met best wel volle portemonnees, omdat ze een paar jaar hadden gespaard. Maar nu gaat die portemonnee snel leeg.’ Hij merkt onrust bij de consument. ‘Alles wordt duurder, dus mensen denken bij élk artikel: ‘wil ik dit er wel voor uitgeven?’. Zo weet ik ook niet wat ik morgen omzet en op die manier wordt ondernemen erg onzeker.’

 

Oplossing

Wat dan wel de oplossing is voor meer koopkracht en lastenverlichting? Het verkleinen van het gat tussen bruto- en nettoloon, stelt Castelijn. Oftewel, minder belasting op arbeid heffen en de werkgeverslasten verminderen. ‘Daar wordt veel geld ingehouden en dat moeten we dan weer gaan herstellen met allerlei toeslagen als de nood aan de man is’, analyseert de Limburger. ‘De overheid kan aan allemaal knopjes draaien zodat het personeel netto meer overhoudt, en daar moeten we naar toe’. Handiger dan het huidige systeem, meent hij. ‘Doe bijvoorbeeld niet zo moeilijk over de eerste tien- of twintigduizend euro die je verdient. Dan betalen we als maatschappij mee met de verhoging van het minimumloon en wordt de rekening niet eenzijdig bij de ondernemer neergelegd.'

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.