8 MRT, 2017 • Achtergrond
Van het gas af? Áán het gas was al een megaklus
De komende decennia neemt Nederland afscheid van het gas, en moet er een andere infrastructuur voor energie komen. Dat wordt een mega-klus, net als de aanleg van het gasnet destijds. Hoe ging dat toen eigenlijk?
Nederland staat begin jaren zestig voor een gigantische operatie: er moet bijna 6.000 kilometer – de afstand tussen Amsterdam en New York – aan aardgasbuizen worden aangelegd, kriskras door het land. Zo’n vijf miljoen toestellen bij zo’n 2,5 miljoen huishoudens moeten worden omgebouwd of vervangen. En burger en bedrijfsleven moeten warm worden gemaakt voor de komst van aardgas in plaats van kolen, olie en stadsgas.
Het voordeel is dat in Nederland nog een jaren-vijftigmentaliteit heerst. De wilde (latere) jaren zestig moeten nog uitbreken. Er is ontzag voor de overheid, en de herinnering aan de wederopbouw is nog vers. ‘De politieke omgeving was relatief rustig’, zegt Aad Correljé, hoofddocent economie van infrastructuren aan de TU Delft. ‘Het was de tijd van de verzuiling. De christelijke, liberale en socialistische partijen zaten redelijk op één lijn. De overheid boog zich met onder meer de oliemaatschappijen en de lokale gasbedrijven over de vraag wat te doen met de aardgasbel die was ontdekt.’
Besloten wordt om het gas deels zelf te gebruiken en deels aan het buitenland te verkopen. Achterliggende gedachte – inmiddels achterhaald – is dat kernenergie de toekomst heeft, en gas dus hooguit tijdelijk aantrekkelijk is. De verdeelsleutel voor de aardgasbaten wordt: 10 procent voor de Staat, 40 procent voor De Staatsmijnen (indirect ook voor de Staat), en 25 procent elk voor Shell en Esso. Die twee bedrijven hebben in 1947 de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) gevormd.
In 1962 wordt de Tweede Kamer met de Aardgasnota van minister De Pous van Economische Zaken min of meer voor een voldongen feit worden gesteld. Er zijn nog wel vragen over het risico van bodemdaling en over de bestemming van de aardgasbaten. Zo zien de communisten in de Tweede Kamer een mogelijkheid om te investeren in een ‘socialer’ Nederland. Maar de aardgasbaten gaan pas écht een onderwerp worden in de jaren zeventig, als de olieprijs gaat stijgen en ook de daaraan gekoppelde gasprijs.
Karavaan van leidingleggers
Al voor de ontdekking van de gasbel in Slochteren beschikt Nederland over regionale en lokale gasnetten. De regionale netten liggen rond bedrijven die gas als bijproduct van steenkool of olie produceren, zoals De Staatsmijnen in Limburg, Hoogovens in Noord-Holland en Shell bij Rotterdam. De lokale netten zijn gekoppeld aan de 150 gemeentelijke gasfabrieken die gas uit kolen halen. In 1964, een halfjaar na de eerste exploitatieboring in Groningen, wordt begonnen met de aanleg van het hoofdleidingennetwerk. Daarvoor doet Nederland een beroep op Amerikaanse en Franse bedrijven, want die hebben al ervaring met aardgas. Een verslaggever van het bouwblad Cobouw beschrijft ‘het meest fascinerende karwei, de meest volmaakte efficiënte symfonie’, uitgevoerd door ‘een wonderlijk circus van topartisten, een internationale karavaan van specialisten’. Dat valt te lezen in Ondergronds rijk: 25 jaar Gasunie en aardgas uit 1988.
Nederlandse aannemers zijn ook welkom om aan dit grootse project deel te nemen, maar die kijken in eerste instantie de kat uit de boom. Om ze wakker te schudden laat de overheid een groep Franse ingenieurs door het land reizen. De bedoeling is daarmee jaloezie op te roepen bij Nederlandse ondernemers: het zal toch niet dat die Fransen er met onze opdrachten vandoor gaan?
Als die aanpak effect sorteert, blijken niet alle bedrijven er goede bedoelingen op na te houden. Zo wordt een ‘opzetje’ ontdekt van 42 bedrijven die prijsafspraken hebben gemaakt. Ook is er sprake van een internationaal buizenkartel. Want de benodigde buizen zijn niet allemaal in Nederland voorhanden.
In de loop van 1964 wordt 450 kilometer hoofdnet gelegd in vier trajecten tussen Hoogezand en Geleen. Natuurgebieden worden zoveel mogelijk vermeden. Vijf rivieren moeten worden doorkruist. Als het de bouwer lukt om op 2 december van dat jaar gas in Geleen uit de leiding te laten komen, staat daar een kist champagne klaar.
Feest als er weer een stad is aangesloten op het aardgasnet
Wél in my backyard
Aangezien de leidingen het hele land doorkruisen, moet met in totaal honderdduizend landeigenaren en -gebruikers een overeenkomst worden getekend voor het gebruik van land. Wat helpt, is dat de vergoeding ruim is. Een boer verzucht: ‘Leg dan mijn akkers maar vol met leidingen.’
In 1964 worden overeenkomsten met achtduizend eigenaren en gebruikers getekend. Ze krijgen meteen een voorschot op de vergoeding. In vier gevallen zijn onderhandelingen nodig. Als die op niets mochten uitlopen, kan de staat een gedoogplicht opleggen (zonder vergoeding). De acquisiteurs die aangenomen zijn om het land door te reizen, maken soms lange dagen. Zo komt één van hen tegen etenstijd bij een boer aan. Na het eten gaat hij in gesprek met de boer en diens gezin. Later komen familieleden langs om hun zegje te doen. Het gezelschap valt langzaam in slaap. Rond twee uur ’s nachts schrikt de boer wakker en tekent hij de overeenkomst. De acquisiteur kan niet meer terecht in een hotel en slaapt in zijn auto.
Zo ging dat dus, de aanleg van al die kilometers gasnet
Help, het gas komt!
In 1964 wordt ook begonnen met het ombouwen van toestellen voor koken en verwarming bij mensen thuis. Het is een operatie die met militaire precisie wordt uitgevoerd. Als er nieuwe toestellen nodig zijn, kunnen mensen die met korting aanschaffen. Medewerkers van het Amerikaanse bedrijf Shriver Gas Conversions worden ingevlogen om Nederlandse technici bij te scholen voor de klus. De bevolking wordt met folders als ‘Het aardgas komt’ en ‘Aardgas in aantocht’ voorbereid op de verandering. Er is het nodige argwaan: zijn mijn oude pannen wel bestand tegen het aardgas?
Hier en daar verzet de burger zich tegen de vooruitgang. In Rotterdam weigert een vrouw de ombouwmonteur binnen te laten voor de aansluiting van dat ‘metrogas’. Via de buurman kan de monteur in de kelder de oude leiding afsluiten. Maar over het algemeen schikt de burger zich in de nieuwe situatie. ‘De overstap op aardgas was een voorbeeld van goede framing’, zegt Aad Correljé van de TU Delft. ‘Overal in het land werden nieuwbouwwijken met doorzonwoningen aangelegd. Aardgas werd gepresenteerd als onderdeel van de modernisering. Geen gedoe meer met olie en kolen, en in plaats daarvan centrale verwarming. Veel mensen konden voor het eerst warm douchen.’
Terwijl heel Nederland wordt warm gemaakt voor aardgas, verschijnt er op tv reclame voor kolen
Het bedrijfsleven stapt wat later over op gas. In de jaren vijftig was kolen juist ingeruild voor olie als energiebron, en het zou zonde van die investeringen zijn om nu al naar gas over te schakelen. In 1969 is 65 procent van de grote bedrijven (deels) overgestapt op gas. Voor de steenkoolmijnen, die al te kampen hebben met de concurrentie van goedkope Amerikaanse kolen, is de komst van het gas de genadeklap. Minister van Economische Zaken Joop den Uyl kondigt in 1963 de mijnsluiting aan.
‘Vergoeding? Leg mijn akkers dan maar vol met leidingen’
Op 7 december 1968 schakelt Egmond aan Zee als laatste gemeente over op aardgas. Met een fakkel wordt het laatste stadsgas verbrand. Sinterklaas, toch in het land, komt langs om ceremonieel enkele oude gastoestellen in een graf te laten zakken. Er zijn nog enkele uitzonderingen. Gorinchem gaat als gevolg van een controverse tussen provincie en gemeente pas een jaar later aan het gas. De Waddeneilanden volgen vanaf 1971. Vlieland is in 1986 echt de laatste. Nederland is over op gas.
Correljé vraagt zich af hoe dat straks zal gaan, als Nederland van het gas áf gaat. ‘Het is nog niet duidelijk wat daarvoor in de plaats komt. Bovendien leven we nu in een samenleving met mondiger burgers, meer mogelijkheden voor inspraak, en een politiek die de onderlinge verschillen meer uitmeet dan destijds.’ Aan de andere kant: als we het toen konden, waarom zouden we het dan nu niet kunnen? We zijn toch innovatief? Laten we weer een beetje groots denken.
Binnenkort verschijnt het tweede deel op www.opiniebladforum.nl: De operatie ‘van het gas af’. Wilt u een mailtje krijgen wanneer dit artikel online staat? Abonneert u zich dan op Forum Alert:
E-mail:
Hoe het allemaal begon op de bietenakker van boer BoonAls op 29 mei 1959 een proefboring naar aardgas wordt gedaan op de bietenakker van boer Boon in het Groningse Hoogezand, heeft die daar weinig vertrouwen in. De schuur naast de boorput zal het toch wel houden? Die houdt het, en de boring heeft succes. Gaandeweg zal blijken dat onder Groningen een gigantische gasbel zit. Het aardgas moet zich wel eerst bewijzen. Nederland stookt in die tijd op kolen, olie en stadsgas, dat gewonnen wordt uit steenkool. Het aardgas dat voor 1959 wordt gewonnen, wordt in kraakinstallaties omgevormd tot stadsgas.
Het mocht wat kosten Investeringen tussen 1963 en 1975:
Gasunie: 6 miljard gulden (de waarde in 1975 is vergelijkbaar met 7,8 miljard euro nu)
Gasdistributiebedrijven: 7 miljard (9,1 miljard euro)
Industrie: 4,6 miljard (5,2 miljard euro)
Consumenten: 10 miljard (13 miljard euro)
Gasunie investeerde in het nationale hogedruknet en de exportaansluiting. De investeringen zijn betaald uit de aardgasbaten. De gemeentelijke distributiebedrijven hebben oude stadsgasnetten aangepast en buiten de steden nieuwe netten aangelegd. De industrie heeft onder meer geïnvesteerd in gasgestookte ketels en ovens. Consumenten hebben oude stadsgastoestellen vervangen en grootschalig cv en badkamers met baden en douches laten aanleggen.
Bron: Ondergronds rijk: 25 jaar Gasunie en aardgas, Wolf Kielich (1988)
Alle jaartallen op een rijtje1924 In Nederland wordt voor het eerst aardgas en aardolie gewonnen.
1947 Oprichting van de Nederlandse Aardolie Maatschappij. Gas is nog een bijproduct.
1950 Coevorden schakelt als eerste over op aardgas.
29 mei 1959 De gasbel bij Slochteren wordt ontdekt op een bietenakker.
1963 Oprichting van de Nederlandse Gasunie, die het transport en de verkoop van gas regelt.
1964 Aanleg van het hoofdleidingennet. Ombouw van 5 miljoen huistoestellen.
7 december 1968 Egmond aan Zee wordt (officieel) als laatste aangesloten op het gasnet.
1969 Grootste compressorstation (druk op het net houden) ter wereld in Ommen. Prins Bernhard bij opening: ‘Hij zal het wel niet doen.’
1973 Hoofdnet van 2970 kilometer, regionaal net van 6090 kilometer.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.