Nieuwe wet voor tijdelijk personeel strop én flop

11-09-2014

Een tijdelijke werknemer die ziek uit dienst gaat? Of binnen vier weken na het einde van de arbeidsovereenkomst een beroep doet op de Ziektwet? Dat betekent sinds 1 januari van dit jaar extra premie betalen door de werkgever. In het ergste geval tot wel twaalf jaar lang.

Een briljant plan om ondernemers te prikkelen om ziekte en arbeidsongeschiktheid bij tijdelijke werknemers te voorkomen, vond de wetgever. Van begin af aan een slecht idee dat uitgaat van de verkeerde veronderstellingen, vonden ondernemers. Ook de Raad van State was destijds al kritisch en waarschuwde – tegen dovemansoren – voor het risico van selectie aan de poort.

Een verrassing is het dus zeker niet dat nu uit een onderzoek onder werkgevers blijkt dat de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetter (BeZaVa) niet doet waarvoor die bedoeld is. Wat de wet wel doet, is het kopschuw maken van werkgevers bij het aannemen van personeel. Wat moet er nu gebeuren met deze wet die averechts werkt en een financiële en administratieve last is voor werkgevers?

Een goed begin zou zijn om de uitwassen van deze wetgeving eruit te snoeien. Zo zou het bijvoorbeeld volstrekt logisch zijn als de schade als gevolg van ziekmeldingen binnen vier weken na einde dienstverband hetzelfde wordt behandeld als ziektegevallen na bevalling. Dat betekent dat het voor rekening en risico zou komen van de publieke middelen en niet van de portemonnee van de werkgever.

Ook zou het een goed idee zijn om direct de no-riskpolis te kunnen inzetten bij werkhervatting bij een andere werkgever. Hierdoor zullen werkgevers risicoloos banen kunnen aanbieden aan deze mensen zodat re-integratie spoedig verloopt in plaats van stuk te lopen op de gerechtvaardigde angst voor een financiële strop.