Nieuw ontslagrecht onredelijk voor seizoensgebonden arbeid

11-12-2014

Een grote schrik voor ondernemers in glas- en tuinbouw, media, toerisme en recreatie: een deel van het seizoenswerk dreigt onbetaalbaar te worden vanaf 2015. De oorzaak hiervan is een nieuwe rekenmethode voor de ontslagvergoeding. Deze is onderdeel van nieuwe regels over flex en ontslagrecht die per 1 juli ingaan. Werkgevers die veel gebruik maken van seizoenskrachten, worden door deze wet van Asscher zwaar getroffen. Arbeidskrachten werken in deze sectoren vaak een bepaalde periode, om vervolgens meer dan drie maanden uit dienst te gaan. Daarna kunnen zij eventueel opnieuw aan de slag. Meerdere tijdelijke dienstverbanden konden elkaar opvolgen zonder dat er vaste contracten uit volgden omdat er door de onderbreking van meer dan drie maanden geen ‘keten’ van dienstverbanden was.

De regels daarvoor veranderen: voortaan moet er meer dan zes maanden tussen contracten zitten om geen keten van dienstverbanden te veroorzaken. Dat vormt onderdeel van het Sociaal Akkoord dat werkgevers, vakbonden en overheid met elkaar sloten. Maar er verandert nóg iets, blijkt nu. Wordt een seizoenswerker die al langer voor dat bedrijf op tijdelijk contract aan de slag is, op 1 juli of daarna ontslagen? Dan gelden met terugwerkende kracht de regels, die zijn ingegaan op 1 juli. Dat betekent dat er een transitievergoeding, de nieuwe vorm van ontslagvergoeding, verschuldigd is, mits het contract niet langer dan zes maanden onderbroken is geweest. In tegenstelling tot de huidige ketenregeling dus, waar nu nog een tussenpoos van minstens drie maanden geldt. Dit is een consequentie van de wet die niet was voorzien en die werkgevers niet hebben gewild.

Het is bepaald onredelijk te noemen dat contracten die niet meer dan zes maanden zijn onderbroken, met terugwerkende kracht worden opgeteld alsof het één dienstverband is. Werkgevers hebben immers nooit op die regeling kunnen anticiperen. Dat betekent dat bedrijven straks in grote financiële problemen kunnen komen. De oplossing ligt voor de hand: minister Asscher moet een overgangsregeling instellen voor de nieuwe rekenmethode voor de ontslagvergoeding. Dat is niet bijzonder want bij elke ingrijpende wetswijziging is een overgangsregeling gebruikelijk. Er is er zelfs al een, maar die geldt alleen voor de ketenbepaling, niet voor de transitievergoeding. Aan minister Asscher dus de taak om deze omissie recht te zetten en geen slechte start te maken met de nieuwe regels voor flex en ontslag.