Supermarkten zetten telers onder druk met nieuw milieukeurmerk, kopte dagblad Trouw pas. Kamerlid Helma Lodders stelde er verontruste Kamervragen over aan de minister. ‘Wij gedwongen?’, zegt directeur Richard Schouten van GroentenFruit Huis, 'Het past in ons duurzaamheidsbeleid.'
Uit de Kamervragen naar aanleiding van een krantenbericht lijkt het alsof er een milieukeurmerk is opgedrongen.
‘Dit is een gevolg van een duurzaamheidsconvenant tussen supermarktketen Jumbo en Greenpeace. Wij zijn anderhalf jaar geleden gaan kijken wat dit betekent voor onze achterban. Wij zijn in gesprek gegaan met de Stichting Milieukeur, ngo’s en wetenschappers om te kijken waar het toenmalige milieukeurmerk te verbeteren viel. Daar is uiteindelijk On the Way to PlanetProof uit gekomen. Dat kun je gedwongen noemen, maar het past in het duurzaamheidsproces dat wij sowieso wilden inzetten. Inmiddels vragen meer supermarkten in Nederland om PlanetProof. We zijn het er overigens wel mee eens dat duurzaamheidsinspanningen van de teler en andere ketenpartijen beloond mogen worden.’
Wat is het verschil met de voorganger?
‘Het is nu veel praktischer en opschaalbaar. De focus ligt nu alleen op milieu. Voedselveiligheid via GlobalG.A.P. is er uitgehaald omdat Nederlandse telers die norm sowieso al aanhouden. Het schema is ook eenduidiger. Milieukeur had voor elke teelt aparte schema’s en regels. Daar viel eigenlijk niet mee te werken. Daarnaast is Milieukeur Nederlands en in het buitenland voor veel mensen niet uit te spreken en te snappen wat het betekent. De term PlanetProof is veel duidelijker. Het onafhankelijke Centrum voor Landbouw en Milieu heeft onderzoek gedaan en zegt dat het ambitieniveau minsten zo groot is als Milieukeur. Dat is voor ons wel belangrijk.’
Waarom is een keurmerk nodig, is het überhaupt belangrijk om zo’n label te hebben?
‘Duurzaamheid zit niet in een milieukeurmerk. Ik weet zeker dat er heel veel producten zijn die duurzaam geproduceerd zijn, zonder dat er een keurmerk op zit. Maar soms willen mensen en organisaties iets meetbaars met een certificaat. We merken dat steeds meer supermarkten er om vragen. Dus als dat nodig is, dan doen we dat.’
Wat is er voor nodig om van PlanetProof een succes te maken?
‘Wij gaan niemand dwingen, dat kunnen we ook niet als brancheorganisatie Groentenfruithuis. Ik denk dat het certificaat vooral voor de consument een rol kan spelen in de beeldvorming rond de verduurzaming in de tuinbouw. Andere certificaten zijn voor hen minder zichtbaar dan voor de bedrijven die er mee werken. Ik ben er best trots op dat we het voor elkaar hebben gekregen om als bedrijfsleven samen met wetenschap en ngo’s een bovenwettelijk keurmerk te ontwikkelen. Dat staat nu, dat blijft in ontwikkeling en dat alles zonder de overheid. Wat ik nu vooral zou willen is dat er waardering voor ontstaat.’
Hoeveel bedrijven gaan met het keurmerk werken?
‘Wij vertegenwoordigen 80 procent van de sector, maar daaronder behoren ook importtomaten en citrus. Die komen uit het buitenland en vallen nu niet onder PlanetProof. Het is belangrijk dat importproducten uiteindelijk ook het label PlanetProof kunnen krijgen. Ik denk dat nu ongeveer 300 certificaten zijn uitgereikt. De gehele sector krijgt niet in één maand een certificaat. Ik zeg weleens: Nu zijn we begonnen met rijlessen, maar het duurt nog wel even voor iedereen in de keten zijn examen mag doen en de snelweg op kan. Verduurzamen is een werkwoord en daarmee iets waar we aan blijven werken.’
