Nederland zal nooit meer het hetzelfde zijn

18-06-2014

Krijgen we straks een nieuwe ijstijd? Of wordt het een verzengende woestijnhitte? Het klimaat verandert, óók in Nederland. Eind mei kwam het KNMI met z’n klimaatscenario’s: Nederland krijgt steeds extremer weer. Hoe bereiden ondernemers zich voor?

‘Blijf uit de buurt van windmolens. Deze zijn niet berekend op de zware buien met hagel en onweer, of tornado’s.’ Weerman Gerrit Hiemstra presenteert de weervoorspelling voor een uiterst warme zomerdag… in 2050. Inclusief de effecten van een valwind op zo’n dag met alle mogelijke desastreuze gevolgen van dien.

Eind mei kwam het KNMI met nieuwe klimaatscenario’s, acht jaar nadat het instituut de eerste editie van de scenario’s (zie kader Sneller hoog water?) presenteerde. Nederland krijgt te maken met steeds extremer weer, voorspelt het KNMI. Van hete zomers met langdurige regenval tot warmere winters. Als de berekeningen van het KNMI uitkomen, zijn de winters in Amsterdam in 2050 nog het beste te vergelijken met die in zuidelijk gelegen Franse plaatsen als Nantes of Bordeaux. Het zou zomaar kunnen betekenen dat de Elfstedentocht die in 1997 werd verreden, écht de laatste ooit was.

Maar wat betekent dat voor ondernemers als het weer ingrijpend verandert? Zien ze hun inkomsten wegsmelten? Of lopen ze juist binnen? Vijf ondernemers over hun voorbereiding op extremer weer.


Sneller hoog water?

Zes jaar geleden vertaalde het KNMI voor het eerst de mondiale klimaatprojecties van het VN-klimaatpanel IPCC naar de Nederlandse situatie. Dat er nu een nieuwe versie van die scenario’s ligt, heeft alles te maken met het uitkomen van de nieuwste IPCC-klimaatprojecties. Grote veranderingen ten opzichte van 2006 zijn er niet te melden. Maar dat maakt de uitkomsten niet minder indringend. Een groot deel van Nederland ligt al onder NAP. En dat wordt alleen maar erger. Volgens de KNMI-klimaatscenario’s blijft de zeespiegel de komende decennia rijzen; de stijging gaat ook in een hoger tempo. In het minst zware scenario neemt het waterpeil tot 2050 toe met 15 centimeter, in het ergste geval wordt rekening gehouden met een toename van 50 centimeter. Ook de temperatuur verandert. Het KNMI rekent met een verhoging van 1 tot 2,3 graden. Zachte winters en hete zomers komen vaker voor. Tegelijkertijd wordt het natter. En de neerslag, in de vorm van regen en hagel, wordt heviger. Klein lichtpuntje in de scenario’s van het instituut: het aantal dagen mist neemt af en het zicht verbetert verder.

www.klimaatscenarios.nl



Johan van de Velde | De Kleine Schorre, Schouwen-Duiveland | Wijnbouw

‘Een klimaat met Bordeaux-trekjes, zou voor ons een groot voordeel zijn’

‘Warmer weer is goed voor de rijping van de druiven. En dat komt de kwaliteit van het eindproduct ten goede. Misschien kunnen we hier ook wel andere soorten gaan aanplanten. In een land als Duitsland zijn ze aan het experimenten met rassen die daar oorspronkelijk niet voorkwamen. Maar het is echt iets van de laatste jaren. En het gaat erg langzaam.’

‘Ik maak me wel zorgen over de extremen in het weer. Lange periodes met intensieve regen bijvoorbeeld, daar zitten we niet op te wachten. Druiven houden niet van veel regen. Vooral niet rond het moment dat ze moeten worden geoogst. Als je een nat najaar hebt, is het heel lastig om de oogst binnen te halen. We gaan voor de best mogelijke kwaliteit druiven. Dat levert de best mogelijke kwaliteit wijn op. Maar dan moeten de druiven wél precies op het juiste moment worden geoogst: zodra ze perfect rijp zijn. Als de natuur voor je bepaalt wanneer je moet gaan plukken, is dat niet ideaal.’

‘Verzilting van de bodem door de stijging van de zeespiegel is een ander risico. Zilte teelt biedt zeker mogelijkheden. Maar niet voor de wijnbouw. Wijnstokken kunnen niet tegen zout. Als de wortels met zout water in aanraking komen, gaan ze binnen een week dood. Maar voorlopig is het gelukkig nog niet zover. We hebben hier tot op 3 meter gewoon zoet water. En we profiteren ervan dat we op een hoger gelegen deel van het eiland zitten. Nee, ik denk dat we hier over vijftig jaar gewoon nog aan wijnbouw doen.’


Nederlandse wijn kan groot worden

Op de landerijen van De Kleine Schorre is 10 hectare druiven aangeplant. Daarmee is het een van de grootste bedrijven in het land. Deze schaalgrootte (vergelijkbaar met een Frans wijnbedrijf) is nodig om er wat aan over te houden, want het is een dure teelt. Wijnbouw vergt veel investeringen.

Momenteel zijn er zo’n honderd wijnboeren in Nederland die samen meer dan 1,3 miljoen flessen produceren. Ter vergelijking: het twee na grootste wijnland – Frankrijk – produceert zo’n 7 tot 8 miljard flessen per jaar. Nederland komt dus nog niet echt in de buurt. Volgens cijfers van het CBS is de wijndruivensector een van de snelst groeiende fruitsectoren in Nederland. Sinds 2006 is het wijndruifareaal verdubbeld (cijfers 2011).



Peter van den Assem | Zeezicht | Scheveningen | strandpaviljoen

‘Niemand weet hoe het klimaat verandert’

‘Wat ik doe naar aanleiding van de berichtgeving van het KNMI? He-le-maal niks. Natuurlijk gaat het klimaat veranderen. Maar welke kant het uit gaat, kan niemand garanderen. Die zelfbenoemde klimaatkenners duiden de dip die we nu hebben aan als warmtedip. Nou, tweehonderd jaar geleden hadden we een koudedip. De kleine ijstijd. Toen waren alle rivieren tot in mei bevroren. En willen we dat dan? Nee, zoiets willen we ook niet. Op dat beetje extra water moeten we ons instellen.’

‘Het KNMI preekt alleen maar voor eigen parochie. Als ze geen onheil voorspellen en zeggen dat er geen vuiltje aan de lucht is, raken ze hun subsidies kwijt en daarmee hun bestaansrecht en wordt het opgedoekt. Met de boodschap van Al Gore was het hetzelfde verhaal. Het blijven vooral mooie theorieën.’

‘Ik vind de verhalen die nu circuleren pure doemdenkerij. Het slaat echt nergens op. Ik heb een mooie strandtent, al dertig, vijfendertig jaar. Als het twee dagen 30 graden is, roepen ze alweer: dit hebben we nog nooit meegemaakt. En als het drie dagen wat harder waait, is het een storm zoals we die zelden hebben gehad.’

‘De boulevard van Scheveningen is recent aangepast. Ze zeggen ook: beter bestand gemaakt tegen hoog water. Maar ik denk dat het niet helpt om de zaak een metertje hoger op een zandduin te leggen. Als moeder natuur het wil spoelt ie ook de pier nog wel weg. We zitten ons vast te pinnen op zekerheden. Maar zekerheden kun je niet kopen of bouwen.’


Côte d’Azur aan de Noordzee?

De afgelopen vijf jaar is het aantal strandpaviljoens met ruim 7 procent toegenomen tot 396. Dat blijkt uit cijfers van horeca-adviesbureau Van Spronsen & Partners. De paviljoens werden de afgelopen vijf jaar ook steeds groter; de terrassen niet meegerekend was de groei gemiddeld 10 procent. Daarmee lijken de Nederlandse stranden niet op de Costa Blanca of op de Côte d’Azur, maar als de zomers warmer worden kan het strandleven zomaar Zuid-Spaanse of -Franse proporties aannemen.



Maarten van der Ven | Flevonice | Biddinghuizen | IJsbaan en meer

‘Zonder winter geen schaatsstemming’

‘Het verhaal van klimaatverandering is niet nieuw. De Club van Rome waarschuwt er al veel langer voor. Dát er wat verandert, daar zien we de resultaten elke dag van. Maar om nu al te zeggen dat de wereld vergaat. Nee, daar geloof ik niet in. Nu wordt het warmer, maar straks misschien weer kouder.’

‘Met de huidige stand van de techniek kunnen we het ijs van onze baan tot een graad of 10 boven nul in stand houden. Maar het komt nu al regelmatig voor dat de temperatuur die waarde te boven gaat. En met bijkomende regenbuien en harde wind hebben we dan een probleem. Ik hoop dat als de winters echt warmer worden, nieuwe technieken voorhanden zijn om dat te compenseren. Maar je kunt nog zo’n mooie baan hebben liggen, zonder winterse kou komen de mensen niet in schaatsstemming en blijven ze weg.’

‘IJs maken is geen echt milieuvriendelijke activiteit. Wij proberen er dan ook alles aan te doen om ons energieverbruik omlaag te krijgen. Door toepassing van nieuwe technieken. Maar ook door te kiezen voor alternatieve oplossingen. Voor de kartbaan bijvoorbeeld hebben we dat al gedaan. Tot voor kort werd daar gereden op ijs. Maar nu gebruiken we een borstelbaan. De beleving is hetzelfde. Maar met een minimale aanslag op het milieu.’

‘In het verleden concentreerden we ons vooral op ijsactiviteiten. Maar dat was wel een dunne basis voor een gezonde bedrijfsvoering. Nu, maar zeker als de winters nog zachter worden. We hebben hier volop de ruimte om andere activiteiten te ontplooien. Inmiddels kunnen mensen hier ook terecht voor een all-in beweegdag met onder meer een partijtje bubble voetbal, driftkarten of een dagje skeeleren. Dankzij die uitbreiding kunnen we nog jaren voort.’


Zonder koek en zopie

Nederland telt maar een beperkt aantal grote 400 meter-ijsbanen, zoals ‘ijstempel’ Thialf in Heerenveen. Vrijwel allemaal zijn ze volledig overdekt. Flevonice is de uitzondering op de regel: de baan is niet overdekt. Bovendien omvat deze naast een 400 meter-baan ook een ijsbaan met een lengte van 3 kilometer.

Het aantal ijsbanen in Nederland nam sinds 1988 wel toe: van 16 toen naar 25 in 2006 zo valt te lezen in de rapportage Sport 2008 van het CBS. Of dat te maken heeft met minder natuurijs valt daar niet uit op te maken. Maar volgens cijfers van het KNMI was het merendeel van de winters zacht de afgelopen drie decennia. Zeven ervan behoren zelfs tot de zachtste winters sinds het begin van de metingen.



Lisette Heuer | Royal HaskoningDHV, Amersfoort | onder meer waterwerken

‘Hogere zeespiegel betekent werk voor ons’

‘Ze zeggen weleens oneerbiedig ‘de een zijn dood is de ander zijn brood’. In zekere zin gaat dat gezegde ook op voor Royal HaskoningDHV. Want de klimaatverandering levert ons wél werk op. We hebben traditioneel een sterke positie in de Nederlandse watersector. We doen in ons land ook veel projecten. Zoals de aanpassing van de Houtribdijk in het IJsselmeer en het Ruimte voor de rivier-project in de IJsseldelta. Maar de grote groei verwacht ik toch vooral buiten Nederland. En dan met name in Azië.’

‘We richten ons op het voorkomen van overstromingen. Maar we zoeken ook naar oplossingen voor de regionale wateroverlast en de droogteproblematiek. We proberen in ons werk mee te bewegen met de ontwikkeling van het klimaat. De praktijk is dat de zeespiegel niet in één keer 40 centimeter zal stijgen. Het is een geleidelijk proces. En het is nog helemaal niet duidelijk hoe snel dat gaat. Het is de kunst om daar bij het ontwerp van zoiets als een waterkering rekening mee te houden. Zo voorkom je dat nu grote investeringen worden gedaan in een oplossing die achteraf niet ideaal blijkt te zijn.’

‘Vooral de situatie in laaggelegen delta-steden is complex. Er komen daar steeds meer mensen te wonen. Tegelijkertijd zijn het de gebieden waar de gevolgen van de klimaatverandering het hardst aankomen. En dat geldt niet alleen voor steden als Manilla, Jakarta, maar ook voor een stad als Rotterdam. Het zeewater komt hoger te staan, er moet meer water worden afgevoerd als gevolg van de heftiger regenval. De bodemdaling door gebruik van grondwater en het gevaar van hittestress komt daar nog eens bij. Hier ligt voor ons de komende jaren nog een mooie uitdaging.’


Beetje buitenlandervaring

Een bedrijf als Royal HaskoningDHV kan voor z’n projecten in het buitenland teruggrijpen op de ruime expertise die in Nederland is opgedaan met waterweringsprojecten en Ruimte voor de rivier. Maar het werkt ook andersom. Met projecten als in het Verenigd Koninkrijk en de ontwerpwedstrijd van New York en New Jersey naar aanleiding van de orkaan Sandy, komt expertise vrij die (later) goed gebruikt kan worden in ons land. Als de waterspiegel verder stijgt en/of orkanen en tornado’s Nederland bedreigen, hebben waterbouwers en ingenieursbureaus dan in elk voldoende expertise in huis.



Jan-Michiel Cillessen | Nationale Nederlanden, Den Haag | verzekeraar

‘Schade zal wel toenemen’

‘We volgen de ontwikkelingen al jaren. En niet alleen de klimaatrapportages van het KNMI, maar ook de onderzoeken van andere, internationale instituten. De trend die je daarin ziet, zie je ook terug in onze verzekeringspraktijk. Bijvoorbeeld in de ontwikkeling van het aantal stormschades en de omvang daarvan. Maar dit soort ontwikkelingen gaat niet sneller dan ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit of techniek. En we kunnen redelijk goed inschatten wat de impact ervan zal zijn.’

‘Vooral het aantal bliksemschades neemt toe. Het effect daarvan wordt versterkt doordat bedrijven steeds meer bedrijfskritische elektronica in huis hebben. We proberen die ontwikkeling te beïnvloeden door klanten te helpen met preventieve maatregelen. Veel storm- en regenschade kan worden voorkomen door het nemen van bouwtechnische maatregelen: steviger daken, ruimer gedimensioneerde riolen en afvoeren. We kijken daar naar als we bij bedrijven binnenkomen om ze te verzekeren. Maar we worden ook steeds vaker betrokken bij nieuwbouw.’

‘Het is belangrijk dat ondernemers zich ook in de toekomst kunnen blijven verzekeren. Maar als preventie niets meer oplevert, zou dat voor bepaalde doelgroepen uiteindelijk kunnen leiden tot een premieverhoging. Bijvoorbeeld bij hagelschades in de agrarische sector. Je kunt je zoiets ook voorstellen in regio’s waar de overlast groter is. De ontwikkeling gaat gelukkig heel geleidelijk.’

‘Of de verzekerbaarheid van risico’s ter discussie kan komen te staan? Alleen in het uiterste geval. Maar daarvoor is het nog veel te vroeg.’


Trending topic

Verzekeraars in veel Europese landen maken zich zorgen over klimaatverandering. Zo gek is dat niet: storm en overstromingen komen steeds vaker voor. Ook in Nederland.

Vier grote stormen in Zweden, brand in Noorwegen, overstromingen in Engeland en op de Balkan.

Nederlandse verzekeraars gaven vier jaar geleden een issuecommissie Klimaat opdracht de gevolgen van klimaatverandering in kaart te brengen. Een van de conclusies was: schade bij opstalverzekeringen loopt per intense regenbui op met 6 tot 22 procent.
Dit artikel komt uit de print Forum