Maurice Limmen (CNV): 'Consensus is geen plicht'

30-01-2014

Sinds 1 januari is hij voorzitter van het CNV. Met Maurice Limmen heeft de vakbond een voorzitter met veertien jaar ervaring achter de schermen van de bond. Werkgever en werknemer moeten er samen uitkomen, vindt hij. 'De relatie werkgever werknemer is uit balans.'

In eerste instantie denk je niet aan een vakbondsvoorman als Maurice Limmen binnenkomt. Slank, niet al te groot, brilletje, in blauw pak met bruine schoenen, een scherpe en alerte blik in de ogen. Hij lijkt eerder op een jurist, gespecialiseerd in ontslagzaken, maar er staat weldegelijk een vakbondsman in hart en nieren. Eén die zijn werk bloed¬serieus neemt, die fel kan worden. 'Ik werk al sinds 2000 bij het CNV, dat is een ononderbroken lijn.'

Ik kan me u moeilijk voorstellen met een petje op het hoofd en een T-shirt over uw jasje op het Malieveld.
'Dan zou je eens bij mij op kantoor moeten kijken. Ik heb een hele serie foto's met petje en T-shirt. Ik vind demonstreren ook...leuk is niet het goede woord...ik kan er van genieten als ik samenkom met mensen die in beweging komen.'

Sinds Limmens aantreden op 1 januari lijkt het normaal rustige CNV een confronterender koers te varen. Flexwerk moet anders, werkgevers hebben niet genoeg zin om Wajongers aan te nemen. Opvallend is dat het zaken zijn die nog volop in ontwikkeling zijn. Flexwerk is geregeld in een recent Sociaal Akkoord en de aanpak van de Wajong is ook nog maar koud van de onderhandelingstafel. De aanpak van flexwerk is ook Limmens stokpaardje. Hij moet er niet veel van hebben. Of van de komst van buitenlandse werknemers. Liever biedt hij dit werk aan aan Nederlandse werklozen, al weet hij dat proeven in bijvoorbeeld Rotterdam zijn mislukt. 'Ik vind het idee goed dat je iets terugdoet voor het krijgen van een uitkering. Bollenpellen moet werk kunnen zijn voor Nederlanders. Maar je moet uitkijken dit in wetten en regels te gieten.'

U gaat wel erg uit van de onwillige Grote Boze Werkgever. Is dit de aanpak van Maurice Limmen?
'Ik ben ooit bij het CNV begonnen omdat het paste bij mijn (Christelijke; red.) achtergrond en omdat het uitgangspunt van het CNV is dat arbeidsomstandigheden van werkgevers en werknemers zijn. Zij vormen een gemeenschap die het samen moet doen. Maar waarom zijn al die regels er? Omdat het niet goed gaat. In het kader van het Sociaal Akkoord hebben we geprobeerd om goede afspraken te maken over flexwerk, maar die zijn nooit helemaal af. Ik wil voorkomen dat werknemers van de ene op de andere dag op straat staan. De relatie tussen werkgever en werknemers is uit balans.'

Werkgevers en werknemers willen andere dingen van elkaar dan twintig jaar geleden. Dan moet je toch niet hameren op vast werk voor iedereen?
'Het valt mij op dat het bij flexwerk altijd gaat om hoogopgeleide werknemers. Flex is heel anders voor hen dan voor een vrachtwagenchauffeur. We moeten een systeem hebben dat mensen goed beschermt. Ik wil dat de financiële prikkels afgeschaft worden die de inzet van zzp'ers goedkoper maakt dan van vast personeel. Er moet iets gebeuren waardoor kosten geen doorslaggevend argument zijn.'

Je kunt toch geen toekomstbestendige cao maken op een model uit 1947? Er vallen steeds minder mensen onder.
'Er zijn weldegelijk cao's die heel goed de tijdgeest aanvoelen. Ik kan daar nu moeilijk één specifieke cao aanhangen die het model kan worden voor de toekomst. Maar geen van de huidige ontwikkelingen raakt voor mij de kern van de cao's. Die bestaat uit het voorkomen van concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Cao's ordenen de arbeidsmarkt en dat moet je op macroniveau regelen.'

Limmen wordt voorzitter in een moeilijke tijd voor vakbonden. Van de ongeveer acht miljoen werknemers, is volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek nog maar 1,8 miljoen lid van een bond, 52 duizend minder dan een jaar eerder. Alleen onder 65-plussers nam het aantal vakbondsleden toe. Het CNV is met 290 duizend leden een kleine vis in die vijver. De grootste vis, vakcentrale FNV, is aan het bijkomen van een enorme crisis, veroorzaakt doordat groepen leden hun gevestigde belangen aangetast zag. Er werden teveel compromissen gesloten en er werd te weinig gedemonstreerd.

Uw achterban wordt steeds kleiner. Weet u nog wel wat de werknemer wil?
'Alle organisaties om overleg te institutionaliseren krimpen. Ik vind 1,8 miljoen nog heel substantieel. Natuurlijk wil ik het CNV laten groeien, dat moet altijd het doel zijn. Onze achterban is vooral kleiner geworden doordat een aantal bonden ons heeft verlaten. Behalve dat zijn we stabiel gebleven. Ik heb goed contact met de leden en ik heb niet het gevoel dat ik fundamentele ontwikkelingen misloop.'

Is nauwer samenwerken van de werknemerscentrales zoals werkgevers deden of zelfs fuseren een optie?
'Met MHP en de Unie wordt gepraat over fuseren. Maar eens kijken waar dat toe leidt. Ik vind dat er iets voor te zeggen valt dat je als werknemer kunt kiezen wie je belangen behartigt. Ik ken veel collega's bij de FNV met wie je op een heel reële manier zaken kunt doen. Bij het CNV hebben veel mensen een hekel aan nodeloze conflicten. Wij hebben een constructieve houding. Als ik ergens binnenkom, is dat met de intentie om er samen uit te komen. Al sluit ik niet uit dat ik ergens een streep onder zet als ik vind dat het genoeg is. Er is geen plicht tot consensus.'

Consensusbereidheid is een groot goed, maar is pas effectief als die op waarde wordt geschat door de politiek. Die vanzelfsprekendheid is er niet. Zowel het Sociaal Akkoord als het Pensioenakkoord is niet ongeschonden door de Tweede en Eerste Kamer gekomen. Politieke partijen hebben hun eigen erkertjes en dakkapellen aan het bouwwerk toegevoegd. Het kan op gematigd enthousiasme rekenen van Limmen. 'Ik denk dat de politiek heel erg uit moet kijken. Het Sociaal Akkoord is een compromis. Je verdedigt iets waar je het gezamenlijk over eens bent. Ik vind het een hele prestatie dat wij in een politiek instabiel klimaat toch zo’n akkoord hebben kunnen bereiken. Het is niet ingewikkeld om te zeggen dat het niet links of rechts genoeg is, maar je kunt niet zomaar steentjes uit dat bouwwerk halen.' 

Hebt u er wel vertrouwen in dat het huidige kabinet de akkoorden kan uitvoeren?
'Ik vind dat het Sociaal Akkoord in de kern overeind is gebleven. Wij rekenen dit kabinet af op resultaten.'

Dat klinkt niet als een volmondig 'ja'.
'Ik hoef niet getrouwd te zijn met dit kabinet. Het CNV is niet opgericht om rapportcijfers te geven. Wij rekenen af op het resultaat.'

Wie is Maurice Limmen?

Maurice Limmen (1972) is sinds 1 januari voorzitter van het CNV. Hij volgde Jaap Smit op. Sinds 2010 was hij al vicevoorzitter en speelde een belangrijke rol bij het uitonderhandelen van het Sociaal Akkoord. Limmen begon zijn carrière als landelijk bestuurder bij CNV Dienstenbond voor de ict-sector en later voor de uitzendsector. Van 2002 tot 2010 was Limmen actief voor het CDA in de gemeenteraad van Amsterdam, vanaf 2005 als fractievoorzitter. In 2009 en 2010 was Limmen daarnaast voorzitter van de enquêtecommissie Noord-Zuidlijn. 'Limmenproof' is in de Amsterdamse politiek een gevleugelde term als ter discussie staat of nieuwe projecten wel aan de eisen van die commissie voldoen. De katholieke Limmen heeft - net als de huidige minister van Sociale Zaken en oud-wethouder in Amsterdam Lodewijk Asscher - rechten gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. En was in een vorig leven jurist, gespecialiseerd in ontslagzaken.