Mariam Talhaoui: ‘Ik ben gaan ondernemen uit frustratie’

21-03-2023

Ze is een ambitieuze ondernemer die zich door niemand wat laat vertellen. Dat weten andere ondernemers in Almere maar al te goed. Maar Mariam Talhaoui (38), directeur van Second Home Kinderopvang heeft ook een groot sociaal hart – en een vleugje adhd. 

 

Het gesprek in haar stijlvolle kantoor in Almere is al even aan de gang wanneer Mariam Talhaoui op het puntje van haar stoel gaat zitten. Het onderwerp van gesprek? De verborgen armoede in Nederland. Als directeur/eigenaar van Second Home Kinderopvang, met 11 locaties en 130 medewerkers de grootste particuliere kinderopvang in Almere, ziet en hoort ze veel. 

'Almere is een jonge stad met grotestadsproblematiek – met armoede en jeugdcriminaliteit. Er zijn nu ook zoveel werkende armen. Er speelt heel veel in deze stad en er zijn te weinig instanties die mensen echt ondersteunen.'

 

Als ondernemer probeert ze te doen wat ze kan. Ouders die de sportclub niet kunnen betalen, brengt ze in contact met het sportfonds van de gemeente. Voor medewerkers op wiens loon beslag wordt gelegd, maakt ze afspraken en lost ze hun schulden af.  

 

‘Ik wilde eigenlijk in een vrouwengevangenis werken’

 

Ook als trainer van de meldcode Kindermishandeling – ze leidt collega’s op in het signaleren kindermishandeling – houdt ze haar ogen en oren open en is ze alert op signalen dat er misschien iets mis is. Zoals die keer dat een kind op de opvang zich zorgden maakte over haar moeder en zei: ‘Papa heeft mama weer pijn gedaan.’ Toen de vrouw later ook met zichtbaar letsel op de opvang verscheen, ging Talhaoui het gesprek aan. Helder en direct. ‘Ik heb haar verteld wat onze zorgen waren en haar op de hulp gewezen die er in Nederland bestaat. ‘U bent een intelligente vrouw, maak daar gebruik van’, had ze haar op het hart gedrukt. Een paar dagen later kreeg ze een telefoontje: de vrouw had naar haar geluisterd en hulp gezocht. ‘Ze zat met haar kinderen in een blijf-van-mijn-lijfhuis.’ 

 

Geen meisjesdroom 

Het moge duidelijk zijn: Mariam Talhaoui is geen doorsnee ondernemer. Maatschappelijk ondernemen vindt ze vanzelfsprekend, vertelde haar man in het voorgesprek al. Zijn vrouw geeft veel. Is ze eigenlijk een hulpverlener? 

‘Misschien. Maar vergis je niet, ik vind het ook heerlijk om te ondernemen, om kansen te zien en die te grijpen. In onderhandelingen ben ik ook heel zakelijk. Vraag maar mijn conculega’s hier.  Die kant zit evengoed in mij.’ 

 

Het ondernemerschap was geen meisjesdroom. ‘Ik wilde eigenlijk in een vrouwengevangenis gaan werken. Dat leek me een fascinerende wereld. Op het mbo maakte ik kennis met de kinderopvang; ik heb altijd bijbaantjes gehad in de opvang. Daar is de liefde voor het vak en de kinderen ontstaan.’  

 

Ze zag hoe belangrijk de rol is die de opvang speelt in het leven van jonge kinderen en hun ouders. ‘Het is zo bijzonder wanneer mensen je de zorg voor hun kind toevertrouwen.’ 

Na haar studie Management in de Zorg en Dienstverlening kwam ze als leidinggevende in de kinderopvang in Amsterdam terecht. Daar verbaasde ze zich over de starre regels. Ouders die geen dag konden ruilen, kinderen die maximaal twee crackers of twee stukjes fruit mochten. Ze kan zich er nog steeds over opwinden. ‘Ik kaartte dat ook meteen aan in het teamoverleg. Ik ben nooit bang geweest om mijn mond open te doen.’ 

Voor Mariam Talhaoui was het ondernemerschap geen meisjesdroom. ‘Ik wilde eigenlijk in een vrouwengevangenis gaan werken. Dat leek me een fascinerende wereld'
Voor Mariam Talhaoui was het ondernemerschap geen meisjesdroom. ‘Ik wilde eigenlijk in een vrouwengevangenis gaan werken. Dat leek me een fascinerende wereld'

Tegendraads 

Ze glimlacht. Een stil muisje is ze nooit geweest. Ook vroeger niet, toen ze opgroeide in Wateringen, een dorpje zestien kilometer van Rotterdam. Op de lagere school was ze geen makkelijke leerling: tegendraads en heel energiek. Stilzitten was niets voor haar, gym en handvaardigheid wél.  

Woedend was Talaoui toen ze na een hoge Cito-score ‘vanwege mijn gedrag’ toch een mavo-advies kreeg. ‘Mijn ouders gingen daar niet tegen in. In Marokko wordt heel erg opgekeken tegen onderwijzers – die hebben altijd gelijk.’ 

Ze was een pittige puber, het botste soms flink met haar ouders, die er in haar ogen destijds strenge regels op na hielden. ‘Ik mocht bijvoorbeeld niet als kamermeisje in een hotel gaan werken, zoals mijn vriendinnen deden. Maar een baantje in de supermarkt vonden ze wél prima. Nu ik zelf ouder ben, begrijp ik dat allemaal veel beter. Ze hadden het echt beste met ons voor en daar ben ik ze heel dankbaar voor.’ 

‘Mijn vader – hij heeft vijf dochters en drie zonen – zegt het nu nog steeds: ik wilde het altijd anders. ‘Als iedereen naar rechts gaat, dan gaat Mariam naar links.’ 

Talhaoui wilde het ook anders in de kinderopvang. Toen ze zelf kinderen kreeg – ze is moeder van vier meisjes en een jongen – groeide de onvrede. Ze liep voortdurend tegen de onbuigzame regels aan. ‘Eigenlijk ben ik gaan ondernemen uit frustratie.’ 

 

Gouden tijden 

Al snel droomt Talhaoui van een eigen onderneming. Van kinderopvang 2.0. Op haar 27e is Second Home Kinderopvang in Almere, waar ze sinds 2004 woont, een feit. ‘Andere ondernemers verklaarden me voor gek, de gouden tijden van de kinderopvang waren voorbij, zeiden zij. ‘Als iemand zegt dat ik iets niet kan…’ 

Het viel ook niet mee om een locatie in Almere te vinden, vastgoedondernemers namen haar in het begin niet serieus. 

‘De eerste jaren waren niet makkelijk, vertelt ze. ‘Ik maakte zoveel uren, mijn man had een drukke baan in de sales en de kinderen waren nog zo klein.’ Het waren tropenjaren, jaren van heel veel ballen in de lucht houden. 

 

Het harde werken heeft ze van haar vader meegekregen. Die kwam in 1974 als gastarbeider naar Nederland en deed niet anders dan werken. ‘Hij kwam in de kassen terecht en woonde in het begin zelfs op het terrein van de teler.’  

In de avonduren begon hij zijn eigen onderneming: tv-schotels installeren. Werk hard en pak je kansen in Nederland, hield hij zijn kinderen voor. ‘Ha, mijn vader is ook tegen mensen die uitslapen. Je mag geen tijd verliezen.’ Die boodschap heeft effect gehad.  

Ze wijst naar de geschilderde woorden boven haar bank.  

‘Working hard for something we don’t care about is called stress. 

Working hard for something we love is called passion.’ 

Het is een quote van de Britse leiderschapsgoeroe Simon Sinek. Ze houdt het haar kinderen ook voortdurend voor: ga werk doen wat je echt leuk vindt. Ik werk veel, maar het voelt vaak echt niet als werk. Nu heb ik wel veel energie en misschien een vleugje ADHD. Maar ik ben zo blij om wat ik hier kan betekenen. Ik geloof echt dat we bij Second Home Kinderopvang verschil maken in het leven van deze kinderen en hun ouders.’ 

 

En in dat van haar medewerkers. ‘Ik wil goed voor mijn mensen zorgen; ik leg ze bij personeelsuitjes ook echt in de watten. De kwaliteit, de werksfeer, het pedagogische klimaat, het hangt allemaal met elkaar samen. Als een medewerker niet lekker in z’n vel zit, merken de kinderen dat meteen.’ Personeelstekort kent Second Home niet en daar is ze trots op. 

Veel heeft ze te danken aan de steun van haar man, benadrukt ze. Hij heeft een paar jaar terug zijn goede baan in de sales opgezegd en werkt nu ook in het bedrijf, op de achtergrond. Dat was geen eenvoudig besluit. ‘Maar het heeft ons gezin wel veel meer rust gegeven. We hebben hier in het bedrijf allebei onze eigen rol en dat werkt heel goed. Medewerkers bellen hem ook vaak om van gedachten te wisselen. Hij is veel rustiger, bedachtzamer. We vullen elkaar goed aan.’ 

Het succes en de drive van de Almeerse ondernemer is niet onopgemerkt gebleven; in november won Talhaoui de Global People Award 2022, een prijs voor multiculturele ondernemers. Ze had zich bijna teruggetrokken, bekent ze eerlijk. 

 

‘ik hou absoluut niet van die slachtofferrol’

 

Een vleugje ergernis trekt over haar gezicht. ‘Natuurlijk ben ik trots op wat ik heb bereikt, maar ik ben niet anders dan andere hardwerkende ondernemers. Ik stoor me enorm aan het beeld van ‘ach, kijk eens wat goed van die dochter van een gastarbeider, voor zo’n zielige moslima in een achtergestelde positie.’  

Ernstig: ‘Natuurlijk komt discriminatie voor in Nederland en heeft Pietje meer kansen dan Ahmed. Maar ik hou absoluut niet van die slachtofferrol. Ondanks de vele verhalen over racisme en discriminatie in de media zijn er gelukkig ook heel veel goede mensen in dit land. Die kom ik dagelijks tegen.’ Aan anderen, die niets van een ondernemende moslima moeten hebben, heeft ze geen boodschap. ‘Waarom zou ik daar aandacht aan schenken? Die geef ik liever aan positieve zaken.’  

 

Wereld te winnen 

Het argument dat ze als rolmodel ook veel jonge vrouwelijke ondernemers kan inspireren, trok haar over de streep om zich toch kandidaat te stellen voor de Global People Award. Want daar is nog een wereld te winnen, vindt Talhaoui. Ze hoort genoeg verhalen van vrouwelijke ondernemers die niet voor vol worden aangezien. ‘Of die meemaken dat mensen denken dat ze de secretaresse is.’ Daarom is ze zo actief in het netwerk van zakenvrouwen uit Flevoland, vrouwen moeten elkaar helpen, vindt ze. 

 

Negatieve reacties op haar hoofddoek, krijgt ze zelden. Ze doet nog altijd zelf de rondleidingen voor nieuwe ouders en vertelt hoe ze jaren geleden – net na een terroristische aanslag – even twijfelde of ze de rondleiding niet aan een locatiemanager zou overlaten. ‘Maar ik heb het toch zelf gedaan. Dit is wie ik ben.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.