Maarten Otto (Alliander): 'Ook wij willen stroomnet snel uitbreiden'

21-06-2023

Doordat bedrijven en consumenten willen verduur­zamen, stijgt de vraag naar elektriciteit sterk. Terwijl het Nederlandse elektriciteitsnet al kraakt en piept en bedrijven soms geen aansluiting meer kunnen krijgen. Wat doet Maarten Otto, ceo van netwerkbedrijf Alliander, om de verduurzaming van Nederland te faciliteren?

 

Meneer Otto, heeft u vaak boze ondernemers aan de telefoon die geen aansluiting kunnen krijgen?

‘Dat komt zeker voor ja. Ik snap heel goed dat bedrijven daar gewoon van balen. Heb je flink geïnvesteerd om te verduurzamen, moet je nog eens anderhalf jaar op een aansluiting wachten. Iedereen kent het probleem, je kunt twee jaar over netcongestie lezen in de krant, maar het wordt pas écht urgent als je er zelf mee te maken krijgt. Het bewustzijn bij bedrijven dat dit niet zomaar op te lossen is, neemt toe. Maar het vraagt van ons dat we actief contact blijven zoeken met bedrijven om ze te informeren en te betrekken bij de oplossing van de knelpunten.'

 

De regulering van de tarieven die netbedrijven in rekening brachten was in het verleden gericht op het onderhouden van het netwerk, niet op de uitbreiding ervan. Heeft u daar nog last van?

‘De regulering heeft destijds in ieder geval niet geholpen. Er was vooral een prikkel om niet te overinvesteren. Het moest zo effectief en efficiënt mogelijk. Met de kennis van nu kun je zeggen dat de netbeheerders te terughoudend zijn geweest met uitbreidingen. Maar dat is niet dé oorzaak van het probleem.’

 

Wat is wel de oorzaak van het probleem?

‘De vraag naar elektriciteit is de afgelopen jaren rigoureus toegenomen, door de economische groei, maar ook door de oprukkende elektrificatie van de industrie en door elektrisch rijden. Steeds meer elektriciteit wordt niet meer centraal maar decentraal opgewekt. Alliander en de andere netwerkbedrijven moeten die opgewekte stroom transporteren van de locaties waar het wordt opgewekt naar de plekken waar het wordt gebruikt. Maar daar is het stroomnet niet op gebouwd. Een decentraal zonnepark bouw je in zeven tot tien maanden, het bijbehorende netwerk en de aansluiting kost 7 jaar om aan te leggen. Daar zit dus een mismatch. Dát is de oorzaak van het probleem.’

 

'Het is voor ons urgent, super urgent zelfs'

 

Als uitbreiding niet snel lukt, dan is efficiënter gebruik van het bestaande net een oplossing, stelt u. Bedrijven die een grotere aansluiting hebben dan nodig, zouden een deel van de capaciteit kunnen teruggeven.

‘De krapte op het elektriciteitsnet heeft impact op onze klanten, dat gaat ons aan het hart. Wij doen er alles aan om te zoeken naar oplossingen. Als we het netwerk niet tijdig kunnen verzwaren, dan proberen we het bestaande net maximaal te benutten. Samen met bedrijven onderzoeken we of er flexibiliteit zit in hun stroomverbruik. Als dat zo is dan kunnen wij die ruimte gebruiken voor een ander bedrijf. Zo hebben we een afspraak kunnen maken met een kweker in Roelofarendsveen om op piekmomenten de verlichting uit te zetten. Met de ruimte die vrijkwam hebben we negen andere bedrijven een aansluiting kunnen geven. Maar dit vergt maatwerk, en dus veel tijd. Het kan niet overal en het is niet morgen opgelost. Het is goed om je dat te realiseren.’

Wie is Maarten Otto?Maarten Otto is sinds 2020 ceo van Alliander. Eerder was hij onder meer directeur Corporate & Social Affairs bij het bedrijf. Na een studie Public Administration (Beleid en Politiek) aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam ging Otto aan de slag als politiek assistent bij het CDA. Vervolgens werd hij adviseur bij Twynstra Gudde en Ten Have Change Management.

Mooi voorbeeld. Maar de meeste bedrijven gebruiken op piekmomenten de volledige capaciteit van hun aansluiting. Ze zien er geen brood in om een deel van hun aansluiting in te leveren.

‘Bedrijven hebben niet altijd goed op de radar wat hun energieverbruik betekent. Pas als ze gaan uitbreiden merken ze dat een aansluiting, of een uitbreiding van de aansluiting, niet vanzelfsprekend is. Daar ligt een taak voor ons. We moeten met bedrijven in gesprek, veel communiceren, met gemeenten optrekken, informatie delen met ondernemersverenigingen, et cetera, et cetera. We hebben iedereen nodig en proberen een assertieve en transparante houding aan te nemen. We zoeken zoveel mogelijk partijen op, en wijzen ze op de consequenties van bepaalde keuzes. Het is voor ons urgent, super urgent zelfs. Iedereen in dit pand geeft alles voor het oplossen van de krapte op het netwerk, van de monteur tot de planner. Maar we kunnen het niet alleen.’

 

'Ik heb nog geen telefoontje van de minister gehad dat hij het gaat regelen'

 

 

Op dit moment dreigen in Nederland 3.000 projecten om het netwerk uit te breiden, te vertragen of te stranden vanwege de stikstofproblematiek. Bent u niet teleurgesteld over het gebrek aan actie daarop vanuit het kabinet?

‘Het is vooral absoluut noodzakelijk dat we iedere dag bezig zijn met het zo goed mogelijk uitvoeren van ons werk. Het klimaatpakket heeft als slogan: uitvoerbaar, rechtvaardig en ambitieus beleid. We kunnen wel telkens nieuwe doelstellingen en ambitieuzere doelstellingen formuleren, maar we moeten ze in de praktijk wel waarmaken. Beïnvloeding van het overheidsbeleid is belangrijk, maar mijn eerste prioriteit is het realiseren van het werk in de dagelijkse praktijk, want daar zijn bedrijven mee geholpen.’

 

Maar er liggen 3.000 projecten stil. Dan wilt u toch dat minister Jetten iets doet? U heeft als branche bijvoorbeeld om een stikstofvrijstelling gevraagd. Heeft u al reactie gekregen?

'Nee, ik heb nog geen telefoontje van de minister gehad dat hij het gaat regelen. We wijzen erop dat elektrificatie bijdraagt aan de oplossing van het stikstofprobleem, maar dat we dan wel het netwerk moeten kunnen uitbreiden. Vandaar het pleidooi voor een vrijstelling. Ik verwacht overigens wel actie op ons verzoek. Niet alleen voor wat betreft die vrijstelling, want het tackelen van de stikstofkwestie levert nog niet de benodigde extra arbeidskrachten op waar we zo om zitten te springen.’

 

De netwerkbedrijven zijn afhankelijk van andere partijen. Wat kan Alliander zelf doen om te versnellen?

‘We doen van alles. We maken bijvoorbeeld grotere ‘pakketten’ van het werk dat we uitbesteden. Dat betekent dat aannemers beter zicht hebben op de hoeveelheid werk die eraan komt. Het geeft hun zekerheid, zodat ze kunnen investeren in de groei van hun organisatie.’

 

Hoe kunt u de doorlooptijd van projecten inkorten?

‘Dat heeft met vergunningen maar ook met ruimtelijke ordening te maken. In Amsterdam zijn de komende acht jaar bijvoorbeeld 21 nieuwe zogenaamde onderstations nodig. Die plekken kun je niet zomaar aanwijzen als je door de stad fietst. Er is energieplanologie nodig. Bij gebiedsontwikkeling moet vanaf het begin rekening worden gehouden met de energievoorziening. Hoe eerder we worden betrokken, hoe beter we het kunnen inplannen. We moeten eerder aan tafel komen. Dan de totale doorlooptijd: die is zeven tot tien jaar. Inspraak van burgers is onderdeel van het democratisch proces. Dat is een groot goed.

 

Waar valt dan nog wel winst te betalen?

‘Waar veel tijd verloren gaat is in de verwerking van de inspraak, belangenafweging en besluitvorming. Daar is echt winst te halen. Waar ik heen wil is een standaard van twee jaar plannen, twee jaar bouwen. Dat vraagt daadkracht van heel veel partijen, vooral van gemeenten en provincies. Maar als het lukt kunnen wij sneller zorgen voor een goede energieinfrastructuur. In Noord-Holland hebben we dat gedaan. We hebben zeven energieknooppunten aangewezen waar we de komende jaren de infrastructuur gaan verzwaren. Daarmee maken we duidelijk wanneer en waar er weer mogelijkheden ontstaan. Ondernemers kunnen daar op anticiperen.’

 

'Twee jaar geleden werd je nog uitgelachen als je het over elektrische ovens had'

 

Wanneer zijn alle knelpunten opgelost?

‘Het eerlijke verhaal is dat het per regio kan verschillen. En het hangt ook van innovatie af. Ik was laatst bij een baksteenfabriek. Twee jaar geleden werd je daar nog uitgelachen als je het over elektrische ovens had, nu staat er eentje in België. Dat vergt een aansluiting op het elektriciteitsnet die een factor vier groter is. Dat is voor de verduurzaming van de industrie een goede zaak, want je hebt geen aardgas meer nodig, maar onze netwerkproblemen worden daardoor nog uitdagender. De wachttijd op een aansluiting is nu ongeveer anderhalf jaar. We doen er alles aan om dit te verhelpen, maar we houden er rekening mee dat de schaarste aanhoudt tot in ieder geval 2030.’ 

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.