Je zou het niet zeggen, maar dit verpleeghuis zit vol slimme techniek

20-07-2017

Sinds het offensief van schrijver Hugo Borst voor betere verpleegzorg buitelen de politieke partijen over elkaar heen met beloftes van miljardeninjecties. Er moeten meer handjes aan het bed en de ouderen komen. Maar is dat wel de oplossing? Kan de zorg ook niet beter met slimme technologie?

 

In het grand café van het Utrechtse verpleeghuis Voorveldse Hof is het 'Museum Voor 1 Dag' neergestreken. Dat is een rondreizende tentoonstelling met attributen uit verschillende musea, waarmee de aandacht en de herkenning van ouderen wordt geprikkeld. Al snel klinkt een oud-Hollands liedje op uit de groep demente ouderen. Bewoners die daar geen zin in hebben, kunnen ergens anders heen gaan, naar de achtertuin of naar hun woongroep.

Dat is best bijzonder, want normaliter blijft de bewegingsvrijheid van ouderen met dementie beperkt tot de eigen woongroep. In het nieuwe Voorveldse Hof kunnen zij vrijuit bewegen door het gebouw, tot de voordeur. Want die mogen ze – vanwege hun veiligheid – niet onbegeleid uit.

Er is een gemeenschappelijke woonkamer, maar bewoners kunnen gaan en staan waar ze willen
Er is een gemeenschappelijke woonkamer, maar bewoners kunnen gaan en staan waar ze willen
Foto: Anne van Abkoude | VASD

Het geheim van dit verpleeghuis heet domotica. Ofwel huishoudelijke elektronica waarmee de bewoners in de gaten gehouden kunnen worden. Elektronica die je nauwelijks ziet. Indien nodig dragen bewoners een polsalarm met dwaaldetectie. Het personeel kan zo zien waar zij zich bevinden. In de kamers van bewoners kunnen bewegingssensoren en webcams worden geplaatst. Vooral 's nachts is dat handig, als er weinig personeel is voor de 56 bewoners die verdeeld zijn over zeven woongroepen.

 

Meubels uit eigen huis

Huub Albreghs, manager facilitair en bouw bij AxionContinu, de Utrechtse zorgorganisatie die het gebouw in bezit heeft, laat een woongroep zien. Die bestaat uit een gemeenschappelijke woonkamer met keuken, en eigen kamers voor de bewoners, die zijn ingericht met de meubels uit hun eigen huis. Aan de eettafel zit een aantal bewoners. Een vrouw heeft een pop op schoot. Een zorgverlener praat met de bewoners, onder meer over het menu van vanavond (hachee met sperziebonen), terwijl een ander de administratie bijwerkt. Een bewoner is met bed en al uit zijn kamer naar de gemeenschappelijke woonkamer gereden. ‘Hier word ik nou blij van’, zegt Albreghs als hij het tafereel aanschouwt.

 

'Vroeger werd de woongroep afgesloten. Maar dat leidt juist tot frustratie'

 

Geen afgesloten woongroep

‘Vroeger was een woongroep afgesloten met een glazen deur. Bewoners konden wel zien wat er achter die deur gebeurde, maar er niet naartoe. Zo werd hun aandacht juist gevestigd op de gesloten deur, en dat leidde tot frustratie. Ze bleven vaak rondhangen bij de deur, wachtend op het moment dat die openging.' Nu de oorzaak van de frustratie is weggenomen, merkt het personeel een onverwachts effect. De bewoners zijn blij dat ze de woongroep kunnen verlaten, maar kunnen moeilijk omgaan met de gesloten deur die zij bij terugkeer treffen. 'Bezoek' van buiten moet immers worden toegelaten door het personeel. 'We merkten dat bewoners in paniek raakten. Daarom hebben we ze een tag gegeven waarmee ze zelf de deur open kunnen doen', zegt Michiel Schaffelaar, afdelingsmanager van Voorveldse Hof.

Op het oog niets bijzonders te zien, maar bewoners kunnen deuren zelf openen met een tag
Op het oog niets bijzonders te zien, maar bewoners kunnen deuren zelf openen met een tag
Foto: Anne van Abkoude | VASD

Sensoren en infrarood

In de eigen kamers kan een 'deurgordijn' van infrarood worden ingesteld. Als de bewoner zijn kamer dan verlaat, gaat er een signaal naar de gsm van een personeelslid. Reageert die niet binnen tien minuten, dan gaat het signaal naar het personeel van een andere woongroep. In de nacht gaan alle sensoren naar één gsm-toestel.

Bij het bed in de kamer kan een losse sensor op een standaard worden geplaatst. Schaffelaar: 'Iemand die er 's nachts op gezette tijden uitgaat om naar de wc te gaan, kan het personeel dan gaan helpen. Je kunt zo patronen in kaart brengen. Zo merkten we dat een bewoner altijd heel vroeg op stond om zich te gaan wassen. Je kunt dan proberen om dat gedrag te veranderen, maar we hebben besloten om hem zijn gang te laten gaan. Blijkbaar hecht hij aan zijn privacy en wil hij niet door het personeel worden geholpen bij het wassen.'

 

Foto Anne van Abkoude VASDPolsalarm en gps

Hij benadrukt dat niet iedere bewoner gevolgd wordt met polsalarm, sensoren en camera. 'Als je iedereen een polsalarm geeft, word je gek van de geluiden. We doen het alleen voor wie het nodig is. Er zijn bijvoorbeeld bewoners die wel rond willen lopen in het gebouw of naar de tuin achter willen gaan, maar die het pand nooit uit zichzelf zullen verlaten.'

Alleen bewoners die nog helder genoeg van geest zijn, mogen alleen naar buiten. Zij dragen dan een horloge met gps, en zijn zo voor het personeel op afstand te volgen. De familie van de bewoner moet hiermee akkoord gaan, want er zijn altijd risico's aan verbonden. ‘Sommige ouderen hebben een sterke wandeldrang’, zegt Huub Albreghs. ‘We hebben wel eens de politie moeten inschakelen omdat een bewoner verder liep dan was afgesproken en we hem zelf niet konden bijhouden.’

Dankzij domotica komt de zorg meer op afroep dan op gevoel. In het verleden werden bijvoorbeeld drie rondes gelopen per nacht, om te kijken of iedereen lag te slapen. Het risico daarbij is dat mensen wakker schrikken en vervolgens weer in slaap moeten komen. Minder rondes betekent in dit geval meer rust voor de bewoners. En rust is belangrijk voor mensen met dementie, die in hun verwarring gevoelig zijn voor allerlei prikkels.

 

'Het gaat erom: wat is voor de bewoners aangenaam'

 

Aangenaam voor de bewoners

Albreghs wijst in dat verband tijdens de rondleiding op de verlichting in de woongroepen. Niets bijzonders aan te zien. Maar het blijkt dynamische verlichting, waarbij de lichtsterkte en -kleur afhankelijk zijn van het tijdstip van de dag. ’s Ochtends is de verlichting ingesteld op het activeren van de bewoners, ’s avonds juist op tot rust komen ter voorbereiding van de slaap.

Het lijkt misschien een beetje Big Brother, merkt hij zelf op, om ouderen zo in de gaten te houden met elektronica. Met 35 jaar in het vak kent hij nog de tijd dat het gebruik van camera’s in verpleeghuizen uit den boze was uit privacyoverwegingen. ‘Maar ons uitgangspunt is wat voor de bewoners aangenaam is. Daarom kiezen we tegenwoordig ook voor enkelvoudige doelgroepen. Dus niet mensen met psychische en lichamelijke klachten bij elkaar, want daar kun je moeilijker het gebouw op inrichten.’

 

Niet minder personeel, wel meer aandacht

Meer domotica betekent niet per se dat je minder personeel hoeft in te zetten, zegt Michiel Schaffelaar. 's Nachts wel, want dan volstaan twee personeelsleden dankzij alle apparatuur. Maar daar was het ook niet om te doen: overdag is aandacht voor de bewoners de grotere wens. Die voelen zich veiliger met een bekend gezicht van iemand die ook nog eens iets met hen doet.' En daar is nu meer tijd voor.

Albreghs voegt daaraan toe dat personeel en gebouw twee verschillende geldstromen zijn in de zorg. Domotica zit in de sfeer van investeringen en personele kosten komen uit de jaarlijkse exploitatie. Het is dus niet zo dat je geld dat je op personeel bespaart in kunt zetten voor domotica. De budgetten in de ouderenzorg zijn krap. In die zin blijft ondersteuning door domotica voor het personeel belangrijk. Het extra geld dat het huidige kabinet wil uitrekken voor de ouderenzorg is hard nodig, vindt Albreghs. Nu is het afwachten of het nieuwe kabinet alles zet op meer handen aan het bed of toch ook op meer slimme technologie.

 

Foto's Anne van Abkoude | VASD 

Straks helpt Robot Rose in het verpleeghuis (misschien)

 

Gaandeweg doen robots hun intrede in de woningen van ouderen en gehandicapten. Zij kunnen simpele handelingen verrichten, zoals het pakken van etens- en drinkwaren (inclusief inschenken) en het schoonmaken met een doekje. Een voorbeeld daarvan is robot Rose (Remotely Operated Service) die Heemkerk Innovative Technology ontwikkelt. De robot is via een beeldscherm verbonden met de thuiszorg, die op afstand voor de aansturing zorgt. Op termijn zou de robot rechtstreeks met de ‘klant’ moeten kunnen communiceren. Het bedrijf, dat nu experimenteert met Rose op een aantal locaties, denkt dat de robot volgend jaar op de markt kan komen. De kosten worden geraamd op 12.500 euro per jaar per robot.

40.000 zorgverleners erbij of...Demissionair staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid heeft aangekondigd dat er jaarlijks 435 miljoen extra komt voor de verpleeghuizen. In totaal is er de komende kabinetsperiode jaarlijks 2,1 miljard euro nodig om de personeelssterkte in de verpleegzorg op orde te brengen. Het gaat daarbij om 40.000 extra arbeidsplaatsen. Om de zorg voor ouderen te verbeteren, moeten verpleeghuizen aan een aantal voorwaarden voldoen. Op ‘intensieve zorgmomenten’ (opstaan, naar bed gaan) moeten er twee zorgverleners beschikbaar zijn. In de gemeenschappelijke ruimte van elke woonunit moet overdag en ’s avonds één zorgverlener aanwezig zijn voor het toezicht op en de begeleiding van de daar aanwezige ouderen.

Alles via de tablet in het verpleeghuis?Ook in Utrecht staat Zorghotel De Wartburg van AxionContinu. Ouderen die nog zelfstandig wonen kunnen daar revalideren na een operatie of chemokuur in een hotelachtige omgeving: de kamers zijn ingericht alsof het hotelkamers zijn. Bewoners kunnen via een tablet onder meer de verlichting, verwarming en zonwering bedienen. Zij kunnen ook beeldbellen met medewerkers van het zorghotel en met familie. En roomservice via de tablet behoort natuurlijk ook tot de mogelijkheden.
Het zorghotel heeft met de tablet een Smart Homes Award gewonnen, maar manager facilitair en bouw Huub Albreghs wil wel benadrukken dat het gebruik ervan beperkt is. 'Een tablet is toch een drempel als je er niet gewend mee bent te werken, en dat wil nog wel eens zo zijn bij ouderen. Het heeft dan geen zin om een crash cursus te geven.' Wachten dus op de generatie die wél genoeg bekend is met de tablet.