Hoe Leadax met autoruitfolie afscheid neemt van fossiele grondstoffen

02-06-2022

Dakbedekking: het kan circulair, dankzij folie uit autoruiten. Maar winstgevend zijn? Dat lukt alleen nog door er een ouderwetse fabriek naast te hebben, vertelt ondernemer Roeland van Delden van Leadax. 'Klanten vonden producten uit afval eng.'

 

Ze waren het Nederlandse paradepaardje op de vijfjaarlijkse World Expo in Dubai, dé tentoonstelling waar alle landen hun grootste innovaties aan de rest van de wereld tonen. Ga maar na: dakbedekking waarvan de CO2-voetafdruk per vierkante meter dak van de meest gebruikte soort dakbedekking kan worden teruggebracht van 59 kilo naar 8 kilo. Flinke milieuwinst dus, vertelt Roeland van Delden van de circulaire producent van dakmateriaal uit het Gelderse Wapenveld. ‘Als de dakbedekking aan het einde van z’n levensduur komt, nemen wij het materiaal in en gebruiken we het weer als nieuwe grondstof. Dat kunnen we wel zeven keer opnieuw doen – meer hebben we nog niet getest.’ Doordat de dakbedekking wit is, is het 6 tot 7 graden koeler in het gebouw zonder dat je airconditioning nodig hebt, zegt hij. De levensduur van de dakbedekking is minimaal dat van bitumen – het zwarte spul dat normaal op daken ligt – de prijs is volgens Van Delden ‘concurrerend’. Behalve de productiecapaciteit van de fabriek in Wapenveld, is er niets dat het zogenoemde Leadax Roov nu nog tegenhoudt: ‘De markt voor dakbedekking is gigantisch.’ Maar dat had wel wat voeten in de aarde.

 

Hoe kan ik overleven?

In 2012 bedacht Van Delden ineens dat bitumen niet bepaald future proof is. ‘Wat mij dreef, is de vraag naar continuïteit, hoe kan ik overleven? Bitumen is een fossiele grondstof, het bedrijf dat dat gebruikt heb ik al 25 jaar. Wij produceren kelderafdichtingsmateriaal voor kelders van heel grote gebouwen. Dat loopt als een speer, maar het zijn wél fossiele grondstoffen. Dat betekent dat deze onderneming eindig is. Als de tent stopt, heb ik een groot probleem.’ Van Delden richtte zijn blik daarom op afval: welk materiaal kan als nieuwe grondstof dienen en op termijn de bitumen-business overnemen? ‘Mijn doel was om onbestemd afval in te gaan zetten. Dat is afval die op dit moment begraven of verbrand wordt.’

Ondernemer Roeland van Delden van Leadax: 'Bitumen is helemaal niet future proof, dus daar moest ik wat op gaan verzinnen.'
Ondernemer Roeland van Delden van Leadax: 'Bitumen is helemaal niet future proof, dus daar moest ik wat op gaan verzinnen.'
Foto: Lenneke Lingmont

 

Een circulaire zoektocht

De periode van onderzoek en ontwikkeling duurde lang. Van Delden: ‘Ontwikkeling is lastig, je moet het heel gestructureerd doen en ook af en toe wat geluk hebben. Eén stap vooruit en soms weer twee stappen terug.’ Van Delden had de lat bovendien hoog gelegd door naar een product te zoeken dat voor honderd procent uit afval bestaat. De zoektocht leidde langs verschillende afvalbergen. Veel afvalstromen zoals polyester en polyethyleen worden inmiddels allang weer hergebruikt. ‘Daar bestaat al een markt in de secundaire stroom en dat maakt dat de prijs alweer flink omhoog gaat.’ Die secundaire markt bestond nog níet voor polyvinylbutyral of PVB, het plasticfolie uit de autoruiten.

 

'ALS DE TENT STOPT, HEB IK EEN GROOT PROBLEEM'

 

Loodvervanger

Dat plasticfolie is ook geschikt voor een ánder product dat de ondernemer maakt: een loodvervanger, om bijvoorbeeld de randen van daken af te dichten. Een rol Leadax-‘lood’ ziet eruit als lood en heeft dezelfde waterkerende eigenschappen als lood, maar het is gemaakt van datzelfde polyvinylbutyral afval. PVB voorkomt dat een ruit uit elkaar spat als er een steen tegenaan komt en is daarom heel erg sterk.
Wat overblijft, is een echte circulaire vervanger van lood. Behoorlijk disruptive dus, maar zijn uitvinding werd niet door iedereen met open armen ontvangen. Van Delden: ‘De traditionele loodindustrie was er niet blij mee, merkte ik.’ En er waren nog meer hobbels: toen Leadax de loodvervanger voor het eerst introduceerde op de bouwbeurs in Utrecht was het een spraakmakende innovatie. ‘Het zag zwart van de mensen, maar toen de beurs was afgelopen, vertaalde zich dat niet in orders. Het was gemaakt uit afval, dat vonden we in 2017 een beetje eng.’

 

Stoppen met bitumen

Dan maar exporteren, dacht Van Delden toen. ‘Dat werkte beter. In Australië vraagt niemand hoe lang je bedrijf al bestaat. Een circulair product uit West-Europa, dat vinden ze daar prachtig. Zo kregen we eindelijk de flow in het bedrijf.’
Inmiddels exporteert het bedrijf naar zestien landen op drie continenten. De ondernemer weet inmiddels: het is ontzettend lastig om een circulaire business op te zetten zonder de zekerheid van een lineair bedrijf ernaast. ‘De ontwikkeling van nieuwe producten duurt lang en is vaak erg kostbaar.’
Terwijl de circulaire producten tot in Australië verkocht worden, draait de bitumen-fabriek nog steeds. Wanneer denkt Van Delden dat hij zijn ‘fossiele poot’ gaat afstoten? ‘In de lineaire economie zitten nu de grootste uitdagingen: de beschikbaarheid van grondstoffen staat onder druk, de prijzen rijzen de pan uit. Die nadelen ervaar ik niet in mijn circulaire fabriek. De afgelopen weken heb ik serieus overwogen die stap te zetten, maar ik wil eerst meerdere fabrieken in Europa hebben. Dán kan ik wellicht echt met bitumen stoppen.’