2 JUL, 2015 • Omslag

Hergebruik botst op regels

Van product naar afval naar nieuwe grondstof. Het is de toekomst, maar bedrijven die er werk van maken, stuiten regelmatig op verouderde regelgeving. De politiek weet ervan, maar regels verander je niet zomaar. Zeker niet als ze uit Europa komen. Wordt circulair stationair?

In de circulaire toekomst wordt elk product zolang mogelijk gebruikt. En als de levensduur er echt op zit, worden de materialen waaruit het bestaat zoveel mogelijk hergebruikt. Wat we vroeger afval noemden, is nu de grondstof voor nieuwe producten. Steeds meer ondernemers zijn enthousiast over de kansen die dit biedt. En stuiten vervolgens op regelgeving van nu die nog niet is toegespitst op de werkelijkheid van morgen. Dus blijft afval nog een tijdje afval, met alle rompslomp en kosten die daarbij horen.

Mireille Heijnen, milieumanager bij HP Benelux, kan erover meepraten. Hewlett-Packard (HP) is een van de grootste Amerikaanse technologiebedrijven en bekend als leverancier van computers, laptops en printers. ‘Onderdelen voor reparatie worden verzameld in Nederland, waarna we ze naar gespecialiseerde refurbish-centra in het buitenland sturen. Er is een grijs gebied wat wel of niet afval is. Een groot deel van wat als afval wordt gelabeld, kan worden opgeknapt en hergebruikt. Wat niet gerepareerd kan worden, wordt lokaal gerecycled.’

Het label ‘afval’ betekent extra papierwerk en extra kosten door vergunningen voor HP. Als onderdelen het label ‘gevaarlijk afval’ krijgen, is het bedrijf nog verder van huis. Dat kan volgens Heijnen al het geval zijn als er ergens in een printer nog een halfvolle cartridge zit. ‘Ik begrijp dat de overheid voorzichtig is, maar hergebruik zou meer gestimuleerd moeten worden. Het kan een belemmering voor ons zijn. Op een gegeven moment is het niet meer rendabel om producten voor hergebruik op te knappen.’

Groen preken, grijs doen
De Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren (BRBS Recycling) loopt er ook tegenaan. ‘Het is een moeilijke kwestie’, zegt directeur Max de Vries. ‘Want tegelijkertijd leven wij van regelgeving. Als die er niet was, dan lag alles wat wordt afgedankt op straat.’ Maar hij erkent dat regelgeving ook contraproductief kan werken. ‘Als je afval opwerkt en als grondstof op de markt brengt, staat het nog steeds te boek als afvalstof. Potentiële klanten zie je dan denken: wil ik dat wel? Een gemeente wil bijvoorbeeld dat bij een bouwproject alleen ongereinigd zand wordt gebruikt, dus direct uit de afgraving. De landelijke overheid stimuleert het reinigen en hergebruiken van zand, en de lokale overheid vertrouwt het toch niet als het erop aankomt. Het is zoals een Chinees wel eens over Europa zei: jullie preken groen, maar doen grijs.’

Er zit wel enig schot in. Zo krijgt recyclinggranulaat, puin in korrelvorm, nu het label ‘einde afvalstof’ als het gecertificeerd is. Het is daarmee weer grondstof en dat levert een positiever imago op. Afnemers hoeven ook niet meer aan de afvalregeling te voldoen. Toch kan De Vries zo een trits regels opnoemen die een obstakel vormen. Reach, de Europese regelgeving voor chemische stoffen, vormt een grote belemmering. De Vries: ‘De grenswaarde voor lood is bijvoorbeeld naar beneden gegaan. Oud pvc waarin lood zit, zou niet meer op de markt mogen komen. Wij kunnen dat er niet uithalen. Maar in pvc is het lood goed gebonden en is er geen gevaar bij hergebruik.’

Complete ladingen afgekeurd
Bouw- en sloopafval uit België mag de grens niet over omdat de Belgen het als huishoudelijk afval zien. Er kan immers een volle vuilniszak uit de bouwkeet in zitten. Schepen die worden ontmanteld kunnen nog een goedwerkende motor hebben. Maar omdat het schip als afval wordt gezien, krijgt de motor ook dat label. De Vries beseft dat veel Nederlandse regelgeving rond afval haar oorsprong vindt in Europa. En daar doe je niet zo snel iets aan als Nederland. Het Europees voorzitterschap dat Nederland de eerste helft van volgend jaar in handen krijgt, moet dan maar goed worden gebruikt, stelt hij.

Ondertussen zit de Nederlandse politiek ook niet helemaal stil. VVD-Kamerlid Remco Dijkstra heeft onlangs het plan ‘Haal meer uit afval’ gepresenteerd. Zijn principe luidt dat alles met positieve economische waarde geen afval is, en ook niet zo zou moeten worden gezien. Fabrikanten die herwinbare materialen als grondstof gebruiken, zouden die zelf moeten kunnen ophalen bij de leverancier. Volgens de huidige regelgeving mogen alleen afvalwerkers dat doen. Dijkstra wil daarnaast dat de vervuilingsnorm voor kunststof omhoog gaat. Neem bijvoorbeeld een kunststof ketchupfles waar nog een restje in zit. ‘De vervuilingsnorm is nu 2 procent, terwijl andere Europese landen een hogere norm hanteren. Complete ladingen worden afgekeurd omdat wij zo streng zijn’, zegt Dijkstra. Hij wil een norm van 10 procent.

Zo heeft hij, net als het bedrijfsleven zelf, nog een aantal regels die hoognodig moeten worden gewijzigd, in Europees verband of door de betrokken minister zelf. Het zou jammer zijn als de bereidheid en het enthousiasme van ondernemers om werk te maken van de circulaire economie, teniet wordt gedaan door verouderde regels.

Kartel rond kip

Het streven naar duurzaamheid door bedrijven wordt ook op andere manieren gedwarsboomd. Zo vindt de ‘Kip van Morgen’ geen genade in de ogen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Supermarkten wilden afspreken om hun reguliere kippenvlees uit de schappen te halen ten faveure van de Kip van Morgen, die met minder op een hok zit, meer mag slapen, beter tegen ziektes kan en langzamer groeit. De ACM vindt het echter niet in het belang van de consument dat die in zijn keuzes wordt beperkt.

Minister Kamp van Economische Zaken zei het eerder jammer te vinden dat de ACM de Kip van Morgen in strijd acht met de mededingingsregels. ‘Ik heb veel waardering voor het bedrijfsleven dat de handschoen heeft opgepakt.’ Na overleg met de Tweede Kamer gaat Kamp kijken of bedrijven vooraf een uitspraak kunnen krijgen van de ACM over de vraag of een initiatief binnen de mededingingsregels valt. Bedrijven moeten dan wel aantonen dat die initiatieven echt nodig zijn.

 

Mobieltjes en autobanden naar Afrika

Gebruikte producten die richting Afrika gaan, worden extra streng gecontroleerd met het oog op mogelijke afvaldumping. Toch vindt Henny van Dort van ReCell niet dat hij gehinderd wordt door de regelgeving. ReCell verhandelt jaarlijks honderdduizenden gebruikte mobieltjes en tablets. Recente modellen blijven in Nederland, de oudere gaan naar Afrika en Azië. In Ghana is een distributie- en reparatiecentrum opgezet. ‘Wekelijks gaat er een partij per vliegtuig heen. Die mobieltjes moeten wel werken, anders worden ze tegengehouden door de douane. De regels zijn duidelijk. Ze hebben het label ‘getest gebruikt’. Als het afval zou zijn, zou het sowieso te duur zijn om ze per vliegtuig te sturen.’

Ook Maarten van Randeraat, directeur van autobandrecyclelaar Granuband, heeft geen klachten. Uit slechte banden haalt hij rubber, metaal en textiel voor hergebruik. De nog goede banden gaan naar Afrika en Zuid-Amerika. ‘In Nederland geldt een apk-norm van 1,6 millimeter profiel, in andere landen zijn ze minder streng. Dat heeft ook met het weertype te maken. Het ontvangstland bepaalt hoe het product wordt gezien. In Rusland zien ze het als afval, en daarom exporteren we niet naar Rusland. De douane controleert daarop, dus dat moet je goed in de gaten houden.’

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

administratieve lastenafvalbeleidafvalstoffencirculaire economie (cradle to cradle)duurzaam ondernemenduurzaamheidduurzame productieeconomische groeieu (europese unie)groene groei